Jan Kuiper schreef 16 oktober 1975 in het Haarlems Dagblad:

Televisie bezorgde Herman van Veen "bijzondere voorstelling"

"Show van hand tot hand in Duitsland zeer ongewoon"


Keulen: Drie keer roept het publiek in de Stadsschouwburg van Keulen Herman van Veen terug voor een toegift. Na de derde keer laat hij zich niet meer vermurwen ook al blijft blijft het duizendkoppige publiek in cadans applaudisseren. Als de zaal leeg is, komt hij toch nog even en geeft een drumsolo.
De premiere van Van Veens nieuwe Duitse show "Wunder was" is een succes. Detmold, Frankfurt, Munchen, Selb, Hamburg, Kiel, Berlijn, Braunschweig, Bremen en Hannover zijn de steden die de kleinkunstenaar op deze tournee eveneens succes kunnen brengen. Even leek het erop dat in Keulen alles de mist in zou gaan. De geluidsapparatuur van de WDR, die de show opnam, functioneerde niet en gaf zelfs zoemende bijgeluiden. Midden in een liedje stopt Herman. Hij brengt zijn wijsvinger van zijn rechterhand naar zijn mond en vraagt om stilte; sluipt van de ene naar de andere microfoon; brult in het nederlands naar zijn eigen geluidstechnicus Hans van der Linden; ziet plotseling in de hoek van het podium de vrouwelijke technicus van de WDR zitten, die met de geluidswagen buiten telefoneert, snelt op haar toe en tilt haar van het podium af. Dan zingt hij weer alsof er niets gebeurd is. De zaal heeft ademloos zitten kijken.
Na afloop zucht hij: "Het werd er een byzondere voorstelling door. Het was alsof je even kon ademhalen. Ik merkte dat het publiek gefassineerd mee zat te leven. Natuurlijk zou dat in andere omstandigheden uiterst vervelend zijn geweest." Als hij het publiek na afloop van de voorstelling bedankt, zegt Herman van Veen in het Nederlands: "Dames en Heren, ik vind het jammer van het geluid." In de kleedkamer is hij zijn gram alweer kwijt en ziet de positieve kant van het intermezzo in.
"Schor en moe, ook wel blij dat je merkt dat je op zo'n avond met een resultaat bezig bent," is zijn reactie na het optreden. "Ik treed eigenlijk de eerste keer met een dergelijk programma op in Duitsland. In totaal heb ik nu 15 voorstellingen in de Bondsrepubliek verzorgd, maar dit is de eerste grote tournee met een show, die niet spectaculair is en gecompliceerder dan vroeger. Ik ga veel meer de diepte in. Ik probeer een zo actueel mogelijk beeld te geven van de gedachten van het ogenblik. Eerst door die gedachten op te schrijven, vooral ook de dingen die een ander zegt. Zo ontstaat er een documentaire van Herman van Veen en vrienden."

Het publiek in Keulen varieerde in de leeftijd van 20 tot 40 jaar; generatiegenoten dus. De oude Beatle-generatie. Elementen van pop, poezie, en rock zijn ook in deze duitse show gemixt tot een intiem gebeuren. De clown, de danser, zanger Van Veen op de vraag of hij niet al te diep graaft; het duitse amusement is immers nogal aan de oppervlakkige kant; "Het publiek vindt het niet gewoon. Het moet er aan wennen. De eerste twintig minuten bovendien ook nog aan mijn Hollandse-Duits. Maar ik maak geen programma naar de smaak van het publiek." Er zullen altijd mensen blijven die niets met Herman van Veen kunnen beginnen, maar ook tijdens de premiere van zijn nieuwe Duitse show bleek onmiddellijk dat er ook een grote groep van fans is, een vaste kern van bewonderaars. "Ik probeer de mensen iets duidelijk te maken. Dat ik net zo idioot, net zoveel angst heb , en net zo gelukkig kan zijn als zij. Om die gevoelens mee te delen, moet je soms schreeuwen; of je zingt dat je hier een beetje water wegdraagt om het daar waar nodig is, te brengen. Die manier van presenteren van een show, die van hand tot hand gaat, is in Duitsland zeer ongewoon. Ik wil de mensen activeren. Daarom is het hoog en diep, grof en mild."
Hoewel er tussen het Nederlandse en het Duitse publiek geen essentieel verschil bestaat, noch in samenstelling, noch in het in zich opnemen van een gedachte, vergiste Herman van Veen zich eenmaal toen hij, tijdens het enige Nederlandse liedje dat hij zong, de zaal vroeg mee te zingen. De Duitsers bleken plotseling geen meezingers meer te zijn. Het liedje ebde weg. Herman van Veen, nu 30 jaar oud, is groot geworden in een wereld waarin ressentiment tegen alles wat Duits was hem niet ontgaan moet zijn. Of hij daar nu geen moeite mee heeft. "Natuurlijk wel", zegt hij, maar hij voegt er optimistisch aan toe " wij zijn dag in dag uit bezig met het overwinnen van ons milleu", en op de oude piano in de kleedkamer geeft hij nog snel een roffeltje weg om daarna met zijn vrienden naar een Keuls etablissement te vertrekken om het succes van de premiere te vieren.


Jan Kuiper



terug naar de index