Ton van den Berg schreef 16 maart 2005 in het Utrechts Nieuwsblad

StadsJeugd voert lezer 50 jaar terug in de tijd



Door Ton van den Berg

UTRECHT
Het Utrechts Nieuwsblad begint morgen een nieuwe serie met de titel StadsJeugd. Iedere donderdag een aflevering met de herinneringen van lezers aan de jaren vijftig en zestig. De tijd waarin ze opgroeiden en die ze als een film voor hun ogen laten afspelen. Schrijver van de serie is Ton van den Berg.

De tijd staat niet stil. De tijd verandert. Maar het verlangen naar het Utrecht van toen is altijd aanwezig, naar de tijd die voorbij is. De jaren waarin we opgroeiden, hoe slecht de omstandigheden ook soms waren, zijn voor velen dierbare jaren geweest.

Oude familiefoto’s, of eigenlijk het ontbreken ervan, hebben van mij, 49 jaar oud, iemand gemaakt die met liefde terugkijkt op alles wat voorbij is. Een babyfoto van mij is er niet. Kwijtgeraakt, zegt mijn vader. Op mijn eerste foto ben ik ongeveer vier. Hij is gemaakt door een straatfotograaf die bij ons thuis aanbelde en van mijn moeder ons op de foto mocht zetten bij een kerstboom.

Maar hoe zag vroeger ons huis er dan uit? Vaag zie ik het nog allemaal voor me. Een eenvoudige teakhouten kast, een televisie met een rode aan-en-uit-knop, een radio met een ingebouwde pick-up, een groen bankstel en een ronde tafel waar we met z’n achten (drie broers en twee zussen) aan moesten eten.
Iedereen heeft die herinneringen die ons de verhalen opleveren waarin we zien hoe we groter groeiden. Hoe we schoksgewijs leerden, ervaringen opdeden en waarin onze wereld steeds groter werd.
De verhalen van de herkenning ook. Lezers van deze krant reageerden de afgelopen maanden met veel enthousiasme op de serie met jeugdherinneringen van Herman van Veen. Oudere lezers lieten in hun brieven en e-mails weten dat het ze veel deed, de tijdelijke terugkeer naar het Utrecht van hun jeugd.

Ook jongere lezers reageerden en dankten Van Veen voor zijn inkijkje in het Utrecht van veertig tot vijftig jaar geleden. Eén lezer schreef een boze brief. Die vond het onzin dat Van Veen zijn herinneringen mocht opschrijven in de krant: ’Volgens mij zijn er wel meer mensen die een verhaal kunnen schrijven over hun jeugd in Utrecht, al zijn zij niet zo bekend als Herman’.
Er zijn zeker veel Utrechters die over hun jeugd kunnen schrijven of vertellen. Of ze dat allemaal ook zo kunnen als Herman van Veen is een tweede. Hij wist een emotionele binding met het verleden te leggen. Hij gaf zich persoonlijk bloot over zijn relatie met zijn ouders bijvoorbeeld en dat raakte vele lezers. Ook in het emotionele zit de herkenning.

Maar de briefschrijver heeft gelijk. Er zijn veel meer mensen, bekende en onbekende Utrechters, van wie we graag willen weten hoe ze hun jeugd beleefden in het stadsjie waar hun hart vol van is. Want dat is wat we vaak merken in de reacties, dat voor Utrechters de band met de stad in de tijd van jong zijn wordt gevormd.
Het Utrechts Nieuwsblad start daarom de serie StadsJeugd waarin wekelijks verslag wordt gedaan van de verhalen die Utrechters ons kunnen vertellen of schrijven. Aan mij de taak u wekelijks een aflevering met uw verhaal te presenteren die meer is dan nostalgisch zweven, die de sfeer van een voorbije tijd weergeeft. Daarnaast is er een column waarin ik kort vertel over mijn jeugd in de Betonbuurt.

Op een foto uit 1966, opnieuw gemaakt door een straatfotograaf, zit ik op een hekje van het speelterrein aan de Van de Marckstraat. Mijn haar is door mijn moeder schuin afgeknipt, in mijn hand houd ik de gympjes die nodig zijn voor schoolgymnastiek. Ik wist nog niet wie ik zou worden. Hoe zat dat met u?
Reageren op StadsJeugd kan, graag zelfs.
Schrijf naar postbus 210, 3500 AE Utrecht of e-mail naar Stadsjeugd@un-ac.nl. Opbellen kan ook via telefoonnummer 030-2360370.