Harry Huizing schreef 15 oktober 1973 in het Nieuwsblad van het Noorden

Herman van Veen: via insecten naar een eigen theaterstuk



Het commentaar van de fotograaf, die even binnenkomt en het affiche van "De Spinse" van Herman van Veen ziet, is even kernach-tig als eerlijk: "Alleen al die titel begrijp ik niet." En dan zegt Herman van Veen: "Dat is toch prachtig dan heb je zo'n avond wat te doen. Als ik er 'poep' opgezet had, wist je meteen waar je aan toe was, nu niet'.'
De hele maand oktober repeteert Herman van Veen in het Groninger cultuurcentrum De Oosterpoort aan De Spinse, een theaterstuk dat hij schreef en nu regisseert. Zelf staat hij ditmaal niet op de planken, dat laat hij nu over aan Marlous Fluitsma (actrice, tevens zijn vrouw), Els de Boer (opera-opleiding) en verteller Joost Nuissl. Betekent dat, dat Herman van Veen met de Spinse een geheel nieuwe weg ingeslagen is? Herman van Veen: "Nee, het is meer een voortzetting van waar ik mee bezig was, alleen staan er nu andere mensen op het toneel. Dit heb ik altijd al gewild, maar ik heb er nog nooit tijd voor gehad."

BEWEGINGSPATRONEN

De oorsprong van De Spinse ligt al vrij ver in het verleden en dateert nog uit de tijd dat Herman van Veen op het conservatorium zat: "Daar heb ik veel aan ritmiek gedaan, dat is een soort bewegingsleer die tussen ballet en gymnastiek in zit. En omdat ik altijd al erg in insecten geinteresseerd was, ben ik eens naar die beestjes gaan kijken, hoe die bewogen. Je hebt bijvoorbeeld insecten die zeggen niet hallo! Maar komen met een bepaalde zig-zag-beweging op elkaar af. Wordt die beweging onderbroken, dan vinden ze elkaar niet aardig. En anders gaan ze met elkaar naar bed." Hieruit ontstond het idee om een stuk te schrijven over insecten, een soort studie van bewegingspatronen. "De Spinse" is hiervan nog maar een eerste begin. Eigenlijk ben ik verplicht om nog een stuk te schrijven, ik heb zoveel bij mezelf ontketend wat nog niet af is. Bij mijn programma's heb ik dat ook vaak gehad. Dat ik dacht, Jezus, waar ben ik mee bezig. Maar juist die noodzaak tot verandering geeft je een toekomst, je bent gefascineerd.

MYTHOLOGIE

Voor de Spinse koos Herman van Veen een gegeven uit de Griekse mythologie: de godin Athene vindt dat een meisje te trots is en als straf wordt ze omgetoverd in een spin. Herman van Veen: "Dat meisje zat toen met het probleem: ze had een menselijk verleden en een 'spinse' toekomst. En dat speelt nu als een rode draad door het hele stuk heen: die hele problematiek van het milieu en de toekomst. Het gaat niet over een mens of over een spin, maar over iets daartussen in. En dan komt de vraag van de identiteit: wie ben je? Bovendien, mensen bestaan vaak bij de gratie van hun omgeving. Haal die weg, wat hou je dan nog over?"
Tegen de achterwand van het toneel hangt de hele avond een groot web. Herman van Veen: "Dat web zie ik alleen maar als een sfeer, die om je hangt. Weet je, als er in een kamernaast je slecht over je gepraat wordt en je poriën staan open, dan doet het je iets. Je voelt dingen vaak aankomen, er is een soort onzichtbare materie om ons heen. En zo is het met een web ook een beetje.
Er vliegt op een gegeven ogenblik iets in, dat wordt dan tak-tak-tak doorgetelefoneerd en dan kun je je afvragen: wat doe ik, laat ik het zitten of ga ik er aan werken. Geen gemakkelijke themathiek voor een theaterproduktie. Herman van Veen geeft het toe maar vervolgt: "Het is een heel eenvoudige fantasie geworden, hier heb ik duidelijk kunnen zijn. Ik gok met De Spinse op de fantasie van het publiek, die gasten kunnen nu werken, lekker bezig zijn op zo n avond in plaats van onderuit te gaan."
Aan Herman van Veen en de zijnen zal het niet liggen, in de afgelopen tijd is er bijzonder intensief aan De Spinse gewerkt: "We zijn nu bijna een jaar bezig, eerst hebben we allerlei fysieke oefeningen gedaan en toen hebben we erg veel gepraat. Ook nu we hier in Groningen repeteren zitten we praktisch dag en nacht bij elkaar. Het is een werkwijze die ons ontzettend veel aan concrete resultaten heeft opgeleverd.

Ik hoop, dat de voorstelling daar iets van zal laten zien. Het is eigenlijk meer een manier van leven dan van theater maken. Het is allemaal erg hecht, op een basis van vriendschap en daardoor geloof ik dat het iets heel eigens is geworden."
Na twee weken repeteren in de kleine zaal van het cultuurcentrum ('prima theater, vind ik, je kunt er ongelooflijk veel leuke dingen doen, alleen moet je er nog mee leren werken') zegt Herman van Veen: "Zelf vind ik het een mooie voorstelling, al mag je zoiets niet zeggen. Het is iets van een avontuur, je bent op weg en je weet niet waarheen. Net die atlete Wilma Rudolph op het moment dat ze uit de startblokken wegspringt: op zo'n ogenblik zweeft ze en je weet niet waar ze naar toe gaat. Ze kan de 500 meter gaan lopen maar ook naar huis gaan."
Waar Herman van Veen, bijgestaan door Marbus Els en Joost en z'n hele technische staf naar toe gaan, is op dit moment ook nog niet te zeggen. Het eerste vaste punt is de officiële première van De Spinse op 22 februari van het volgend jaar in Brussel. Eerst volgen er nog een aantal try-outs in het Cultuurcentrum, voor een aantal uitgenodigde scholieren. Alléén voor hen. Herman van Veen: "Niemand anders komt er in. Bij de ingang zullen een aantal breedgeschouderde mannen staan en die zullen de zaak wel even gaan 'filteren'. Ha, ha."


Harry Huizing uit: Nieuwsblad van het Noorden
maandag 15 oktober 1973