Maureen Belderik schreef 15 augustus 2004 in de Libelle

Zangeres Lori Spee: " Net als Jackie Kennedy heb ik me altijd een buitenstaander gevoeld'

Het is alweer meer dan twintig jaar geleden dat zangeres Lori Spee een hit had met How many times. Maar ze heeft in de tussentijd niet stilgezeten. Ze zingt en schrijft nog steeds, en de afgelopen maanden boekte ze succes met de voorstelling The First Lady over het leven van Jackie Kennedy Onassis. Op de Zomerweek gaf ze Libelle-lezeressen een voorproefje. "Jackie Kennedy was heel erg op zichzelf. Ook ik kan alleen maar raden naar haar gevoelens." "Ik was al volwassen, maar kon het amper aan in één klap beroemd te zijn"

We ontmoeten elkaar aan het eind van de dag, ergens tussen Soest - waar ze de hele dag gerepeteerd heeft voor de The First Lady - en haar woonplaats Geleen. De voorstelling is uitverkoren voor het prestigieuze internationale festival van Edinburgh in augustus, maar daarvoor moet hij wel worden ingekort. "Het was precies goed zoals het was. Je kon tijdens de voorstelling een speld in de zaal horen vallen. Het is echt vreselijk moeilijk er nog iets vanaf te halen. Maar het moet gebeuren. We hebben al heel veel voorstellingen gedaan, maar de echte première is pas eind september in Amsterdam. Ik verheug me er enorm op, ook op de tournee die daarna gaat beginnen. De voorstelling is een succes en op de Zomerweek was het publiek ook heel enthousiast. Ik vond het best moeilijk om zo op te treden, zonder toneel, licht en decor. Het is bijna naakt. Maar ik vond het fantastisch dat er zo veel aandacht was voor mijn optreden."

Je hebt nog een hele reis voor de boeg. Als je in den lande optreedt, rijd je dan elke avond terug naar Limburg?

"Altijd. Dat is helemaal niet erg, hoor. Integendeel. Na zo'n voorstelling zit je zo vol adrenaline dat je toch niet kunt slapen. Ik vind het heerlijk om nog een paar uur de tijd te hebben om alleen te zijn en de hele voorstelling in gedachten nog eens langs te gaan. Wat was goed? Wat kon beter? Ook voor de voorstelling neem ik mijn rust. Ik ben meestal al om drie uur in het theater. Dan ga ik de zaal uitproberen en op verschillende plekken zitten kijken, rustig de soundcheck doen, rustig eten, kleding klaarleggen, enzovoorts. Die volle concentratie heb ik nodig en ik vind het prettig er de tijd voor te nemen. Het is in zekere zin ook allemaal nieuw voor me. Ik heb veel concerten gegeven, maar een theatervoorstelling zoals dit is toch iets anders. Ik had nog nooit eerder geacteerd."

Begin jaren tachtig had je een hit met How many times. Hoe komt het dat we sindsdien zo weinig van je hebben gehoord?
"Mensen denken dat je bent opgehouden als ze even niets van je horen. Het tegendeel is waar. Ik heb namelijk heel veel gedaan. Ik heb acht cd's gemaakt. De eerste drie kwamen in de jaren na mijn succes. Toen is het een jaar of zes stil geweest. Maar ondertussen ben ik blijven zingen en optreden en heb ik veel liedjes geschreven. Ik werk al jaren zeer intensief samen met Herman van Veen. Ik ben ook nog wel op tv geweest. Vroeger had half Nederland je dan gezien, want er waren maar twee netten. Nu kun je iemand die tien keer op tv is makkelijk missen."

Droom Je niet stiekem van nog een keer zo'n succes?
"Als ik eerlijk ben: nee. Ik heb het eigenlijk niet in me om zo in de belangstelling te staan. Wel ben ik ambitieus. Ik wil zingen en schrijven, doen wat ik leuk vind. Die hit was eigenlijk toeval. Er was een lp van mij uit die lovende kritieken kreeg, maar die niet gekocht werd door het grote publiek. Toen mocht ik een keer optreden in de André van Duin Show. Daarna ging het razendsnel. Ik wist niet wat me overkwam: ik was al een volwassen vrouw, maar toch kon ik het amper aan in een klap beroemd te zijn. Ik ben er heel dankbaar voor, want het heeft mij wel op de kaart gezet als zangeres. Nog steeds beginnen de mensen over How many times. Ik zing het nog graag, maar gelukkig hebben de mensen in de loop der jaren ook andere mooie liedjes van me ontdekt."

Hoe ben je op het idee voor een voorstelling over Jackie Kennedy gekomen?
"Een aantal jaren geleden reden Herman van Veen en ik samen naar België, om daar een kerstconcert te geven. Ik vertelde hem dat ik graag een cd wilde maken en vroeg hem of hij nog ideeën had. De volgende dag was hij eruit. De cd zou liedjes moeten bevatten rond een thema. En dat thema was Jackie Kennedy. Het eerste wat ik dacht was: hoe kan het dat ik daar zelf niet op ben gekomen?! Zij hoorde bij mijn jeugd. Ik weet het allemaal nog zo goed: het huwelijk met John F. Kennedy, de komst in het Witte Huis en natuurlijk de moord op haar man. Zij speelde zo'n belangrijke rol in mijn leven dat ik niet kon wachten mijn tanden erin te zetten. Ik heb jarenlang haar leven bestudeerd. Pas toen kwam ik erachter hoe weinig ik wist. Hoe meer ik me in haar leven verdiepte, hoe meer raakvlakken ik tegenkwam waardoor ik me steeds beter met haar kon identificeren. Ook zij was er opeens, uit het niets, overspoeld door een golf van me-dia-aandacht. Al die aandacht is heel leuk, maar kan ook vervelend zijn. Zij had een haat-liefdeverhouding met de pers. En net als zij, heb ik me altijd een outsider gevoeld, iemand die er niet bij hoort."

Het is allemaal wel erg lang geleden. Denk je dat mensen nog wel geïnteresseerd zijn in haar?
"Dat bewijst het succes van de voorstelling. Jackie Kennedy was een icoon, zo mooi en stijlvol, zo veel meisjes die wegdroomden bij het idee van een leven als het hare. Ook ik. Ze stond altijd in de belangstelling maar was heel erg op zichzelf. Ze heeft nauwelijks interviews gegeven en bijvoorbeeld ook geen memoires geschreven. We weten dus heel weinig over haar. Dat maakt haar zo mythisch, zo interessant. Er verschijnen nog ieder jaar boeken over haar leven, met allerlei theorieën en speculaties over hoe ze werkelijk was. Niemand weet het precies. Ook mijn voorstelling is grotendeels fictie. Ik kan alleen maar raden naar haar gevoelens. Haar leven was in elk geval vol verdriet en drama. Ik hoorde laatst dat een jong meisje de zaal was uitgelopen, helemaal in tranen. Dat is voor mij een compliment."

Je hebt de voorstelling, die Engelstalig is, ook in Amerika opgevoerd. Was dat heel anders dan hier?
"Ik was voorbereid op heel heftige reacties, in die zin dat Amerikanen niet schromen om hun emoties tijdens een voorstelling al te laten merken. Maar net als hier was het muisstil. De geschiedenis van de Kennedy's hoort bij onze geschiedenis en ligt ons na aan het hart. Iedereen heeft hier heel sterke gevoelens bij. Voor mij als Amerikaanse was het een schitterende ervaring. Ik hoop dat we nog meer voorstellingen zullen maken."

Je woont al heel lang in Nederland. Voel je je nog steeds Amerikaanse?
"Niet echt. Ik was 25 jaar toen ik hier kwam wonen, nu ben ik 57. Ik woon dus langer hier dan ooit in Amerika. Ik houd van beide landen. In Amerika voel ik me wel thuis, maar ik voel me niet echt Amerikaans. Het overgrote deel van de Amerikaanse bevolking komt nooit het land uit, heeft niet eens een paspoort. Een schokkend idee is dat. Ze weten niet wat ze missen. Het is toch raar dat mensen overal ter wereld veel over Amerika weten en zij heel weinig weien over de rest van de wereld. Ik voel mij verrijkt dat ik twee culturen zo goed ken. Een aantal jaren geleden kwam er tegenover ons een Amerikaans gezin wonen met twee kleine kinderen. Mijn buurvrouw stond verbaasd over heel veel dingen die voor mij heel vanzelfsprekend zijn. Toen realiseerde ik me hoe Nederlands ik ben geworden."

Hoe lang heeft het geduurd voordat je je een Nederlander begon te voelen?

"Ik denk dat het begon te komen naarmate ik het Nederlands beter onder de knie kreeg. Dat is een enorme worsteling geweest. Ik woonde in Limburg, waar om mij heen dialect werd gesproken. Haast niemand sprak Engels en er woonden geen Engelstalige mensen, zoals in een grote stad. Ik las elke dag de krant. Ook in het begin, toen ik nog amper wist wat er stond. Ik had nog nooit zulke lange woorden gezien. Wel 27 letters! En het feit dat ik een jong kind had, hielp. Ik las boekjes met mijn zoon en keek naar kinderprogramma's op tv. De Stratenmaker op Zeeshow was favoriet in die tijd. Later heb ik Wieteke van Dort nog eens ontmoet en heb haar bedankt voor dat programma. Het was heel erg moeilijk, maar na een jaar of vier durfde ik Nederlands te spreken en kon ik communiceren met anderen."

Veel mensen verlangen naarmate ze ouder worden meer terug naar waar ze vandaan komen. Wil jij niet terug naar je roots?

"Ik denk dat ik nooit meer aan de Amerikaanse mentaliteit zou kunnen wennen. Of het zou in een grote stad moeten zijn. Wel merk ik heel duidelijk dat ik sterk de behoefte krijg om vaker te gaan en langer te blijven. Ik schrijf in mijn moedertaal. Als ik dat daar doe, waar ik de hele dag Engels om mij heen hoor, vind ik dat heerlijk. Dat stimuleert me. Maar er wonen? Nee. Hier is alles dichtbij, de stad en de winkels op loop-of fietsafstand; dat bestaat gewoon niet in Amerika. Dat kleinschalige maakt het leven hier gezellig. Ik zou er niet meer buiten kunnen. Nee, ik heb niet zo die terugkeer-behoefte. Mijn zoon is wel naar Amerika gegaan. Heel vreemd, want hij komt er helemaal niet vandaan. Hij is in Nederland geboren en getogen. Maar het bloed kruipt waar het niet gaan kan. Hij is direct na zijn afstuderen aan de hotelschool voor een stage naar Chicago gegaan. Toen die afliep heeft hij voor de grap gesolliciteerd op een goede baan in een heel sjiek hotel. En die kreeg hij tot zijn eigen verbazing. Nu woont hij alweer een hele poos in Beveriy Huls."

Hij is je enige kind. Vind je het niet vreselijk moeilijk dat uitgerekend hij zo ver weg gaat wonen?

"Daar ben ik nou wél Amerikaans in. Als je kinderen uitvliegen, kan dat naar de andere kant van het land zijn, op zes uur afstand met het vliegtuig. Dat is de normaalste zaak van de wereld. Natuurlijk mis ik hem. Het was echt traumatisch toen hij vertelde dat hij bleef. Dat daadwerkelijke loslaten is gewoon heel moeilijk. Mijn hart wil hem morgen weer terug in Nederland, maar mijn verstand verhindert dat ik dat ooit zal laten merken. Dat doe je niet. Als ouder heb je het recht niet om je kind op te zadelen met een schuldgevoel. Het is zijn leven en hij mag ermee doen wat hij wil."

Wat zijn je plannen voor de toekomst?

"In The First Lady ben ik voor het eerst aan het acteren. Dat hoop ik nog een keer te mogen doen want het is erg boeiend. En verder? Ik doe al jaren wat ik het leukst vind om te doen: zingen en schrijven. Ik kan het niet niet doen. Het is mijn leven. Ik blijf het doen tot het niet meer gaat."