Theaterkrant
Kester Freriks

Timbre en triomf in gezongen tijdreis

31 okt 2014

Kinderspelletjes, melancholie, liedjes van toen en van later en uit zijn jeugd: de nieuwste show van Herman van Veen grijpt terug op zijn recente cd Kersvers. Maar ook gaan we opnieuw met hem mee naar Rozegeur maneschijn en Liefde van later.
Met het openingslied Hier is het geweest zetten Van Veen en zijn groep muzikanten meteen de toon: de huizen van vroeger zijn als in de 'bonte was gekrompen' en waar 'vroeger je konijnenhok stond, staat voor je het weet een seniorenflat'. Naar de vorm is Van Veens optreden een gezongen tijdreis door zijn verleden. Van Veen spreekt over zichzelf als 'Herman' die van de juffrouw een liedje mag zingen, en er het liefst nog een wil.



Het is Utrecht, 1955. Hij draagt een felrood overhemd met open manchetten, het grijze haar wuivend. Hij is nog altijd de clown die hij vanaf het begin, sinds de jaren zestig en zeventig, al was. Rondrennend over het podium, zigzaggend tussen zijn bandleden door, nu eens tapdansend, dan luchtfietsend. Tussen de liedjes een korte sketch in een mengeling van soms wat knersende beeldspraak en metaforen uit het woordenboek van toen, gelardeerd met een randje esoterie.

De melancholische ondertoon van zijn optreden krijgt geleidelijk een beklemmende dimensie. Het is niet zomaar heimwee naar vroeger, met een meezinger als Marina die door de zaal gretig wordt begroet. Opvallend in het eerste deel is de vleugel die, hel uitgelicht, slechts een keer bespeeld wordt, door Van Veen zelf. Hij houdt een korte conference over EEN MAN die je alleen nog maar in je dromen kunt ontmoeten. Pas in het deel na de pauze krijgt deze man naam en gezicht: het is Erik van der Wurff, die Van Veen 52-jaar begeleidde en onlangs is overleden. Samen vertolkten ze vele keren Liefde van later en ja, daar klinkt het lied opnieuw, nu zonder Van der Wurff aan de toetsen. Van Veen heeft het er zichtbaar moeilijk mee. Aan de kracht en de gloed is niets ingeboet.
Het blijft een indrukwekkend lied. De cd Kersvers kreeg lovende recensies en werd 'een van de meest relevante popalbums van het jaar genoemd' (NRC Handelsblad) en 'een nieuw geluid in zijn omvangrijke oeuvre' (de Volkskrant). Dat is niet gering. Een van de redenen van de lof schuilt in de band en de producent die Van Veen om zich heen heeft verzameld. Violiste Jannemien Cnossen brengt een prachtige klank van de Balkan binnen, met swingende zigeunerklanken. Van Veen, de violist, sluit zich dicht bij haar aan en samen spelen ze meeslepende duetten. Muzikant en producer Marnix Dorrestein zorgt voor heldere en krachtige beats. Edith Leerkes, met klassieke Spaanse gitaar, geeft aan het gloedvolle timbre van Van Veens stem prachtig tegenkleur.

De brug die de chansonnier tussen elk lied slaat in de vorm van een korte sketch is niet altijd overtuigend, en te nadrukkelijk terugverlangend naar de kindertijd. Als een van de muzikanten 'Berend Botje ging uit varen' reciteert, is dat wel heel naïef; ook konijn Snuffel komt voorbij met de kinderlijk-huiveringwekkende vraag: 'Lig je in de sloot… ben je dood..?' Lekker plat is de kampeerscène met elf familieleden in een tent. Dramaturgisch is het programma niet af. Tegen het SLOT gaat Van Veen af, loopt door de zaal, zwaait naar zijn publiek, komt weer op, zingt een toegift, gaat af, komt weer op enzovoort. Het publiek verdringt zich al bij de uitgang. Dat leidt tot onnodige verbrokkeling en verhindert dat het optreden een groots gebaar en een samenhangend geheel wordt.

Gelukkig geeft Van Veen tegen het einde een prachtige hommage aan de zaal van Carré, waar hij op 25 november voor de vijfhonderdste keer optreedt. Vrijplaats heet het nummer, dat hij brengt met krachtige stem waarin een chantante triomf klinkt: 'Wat hier aan zwanen is gestorven / wat hier met houten zwaard / om dromen / uitgevochten werd.' Het is een ode aan verbeelding, aan zinnebeeld van theater, aan een konijn dat een 'goochelaar tovert'. In deze 'zonderlinge zaal' heet de horizon 'balkon'.
Dit hier is een hoogtepunt van het optreden, gloednieuw, krachtig. Een jubellied.



Kester Freriks