de Volkskrant
Patrick vd Hanenberg

POSTUUM ERIK VAN DER WURFF

De andere helft van Van Veen

24 sept 2014

Pianist Erik van der Wurff componeerde Opzij opzij opzij en nog veel meer.

In 1962 hing Herman van Veen een briefje op in de koffiekamer van het Utrechts Conservatorium: 'Zoek: bloedmooie jonge vrouw, die ook redelijk piano kanspelen.'


De 17-jarige Erik van der Wurff, die piano studeerde met contrabas en dwarsfluit als bijvakken, reageerde: 'Dat lijkt me wel wat.'

Zij vormden direct een eigenzinnig koppel dat amusementsmuziek net zo waardeerde als klassiek. Samen met Van Veen richtte hij Cabaret Chantant Harlekijn op, dat uitgroeide tot een enorm bedrijf met theatervoorstellingen, boeken, films, vele tientallen cd's en de internatio-naal bekende serie Alfred Jodocus Kwak. Twee jaar geleden vierden zij hun 'gouden huwelijk.'

Maandag is Erik van der Wurff (De Bilt, 1945) Overleden aan de gevolgen van kanker. Op zijn Facebook-site schreef Herman van Veen: 'Tweeënvijftig jaar waren we onderweg naar ergens om er te spelen. Tweeënvijftig jaar waarin ik zijn zanger was en hij mijn pianist.'

Met Van Veen reisde Van der Wurff de hele wereld af. Ook schreef hij vrijwel alle muziek voor de zanger. Daarnaast componeerde Van der Wurff ook filmmuziek (Van de koele meren des doods, Ciske de Rat) en muziek voor televisieseries (De Legende van de Bokkerijders, Coverstory), bracht hij drie soloalbums uit en gaf workshops compositie en muziektheorie. Verder dirigeerde hij veel orkesten, waaronder het Residentie Orkest, het Bruckner Orchester uit Linz en The American Symphony Orchestra.

Het debuutalbum van Robert Long was mede door de arrangementen van Van der Wurff een openbaring. Hij werkte ook samen met John Denver en Toots Thielemans. Een paar van zijn producties hebben Broadway gehaald, waaronder de jeugd-kerstmusical What is it about? De waaardering voor zijn werk was duidelijk te zien in zijn prijzenkast: meerdere Edisons, de Louis Davidsprijs (voor Opzij Opzij Opzij), de Gouden Notenkraker en de Gouden Harp voor zijn totale oeuvre.



Patrick van den Hanenberg