Algemeen Dagblad (AC)
Iris van den Boom

De belofte van de jonge Herman

22 mei 2014


SOEST l Zijn fascinatie voor de natuur rondom zijn hofstede in Soest, inspireren Herman van Veen al meer dan vier jaar tot het opschrijven van zijn bevindingen als tuinliefhebber. De anekdotes, mijmeringen en kleine Lesjes natuur en geschiedenis zijn gebundeld in het fotoboek Een ogenblik - verhalen over huis en hof, dat deze week verschijnt.


Van Veens ogen lichten op als hij vertelt hoe hij bijna dertig jaar geleden verliefd werd op een overwoekerde ruïne aan de Eemstraat aan de rand van Soest. Aantrekkelijk was hofstede Het Klooster bij die eerste ontmoeting nauwelijks te noemen. Het lag er verlaten en vooral vervuild bij. Niks om verliefd op te worden. „Totdat ik in de lente opnieuw ging kijken. Die explosie van bloemen, die overwoekering van planten op de deel - ik was onmiddellijk verkocht. Opeens zag ik de pracht: hier wilde ik wonen," vertelt de geboren Utrechter, die fier is op de landgoedstatus die zijn hofstede inmiddels heeft verworven. „Dertig jaar liefdevolle verzorging hebben de overbemeste polder omgetoverd in een wonderbaarlijk stuk natuur dat krioelt van de beestjes:
" padden, ratelslangen, vier soorten uilen, salamanders. En dan die grote verscheidenheid aan groen. Fascin rend vind ik dat."


Damherten


Het rijke planten- en dierenleven rondom zijn woonhuis ontlokken de veelzijdige podiumkunstenaar welhaast constant verrassende gedachten en bijzondere herinneringen. Zoals de damherten aan de rand van zijn tuin, die hem laten terugdenken aan Bambi, de film die hij als jochie zag aan de hand van zijn vader in de Rembrandtbioscoop. Of het idee dat niemand op de wereld weet hoeveel vliegen er zijn.


'Mijn grootvader kon een vlieg met zijn hand vangen. Hij benaderde zo'n bromvlieg met een open vuist van opzij en greep ze dan van tafel. Deed daarna het raam open en zette het miraculeuze wezentje buiten op de vensterbank. In ons huis hebben de vliegen vandaag, los van de kaken van onze honden, nauwelijks iets te vrezen.'
Fragment uit Een ogenbiik



„De manier waarop ik naar de natuur ben gaan kijken, heeft mijn leven anders gemaakt. Minder oppervlakkig. Neem een bos. Als je er snel doorheen fietst zie je alleen maar groen. Maar als je echt kijkt, de bomen toelaat, dan zie je wel honderd soorten met elk hun eigen kleur groen. Dat fascineert mij mateloos. Dat de natuur veel mooier is dan je je kunt voorstellen. En dat alles met alles in verbinding staat," vertelt Van Veen.

„Mensen geven zichzelf niet genoeg de kans om zich open te stellen voor de natuur om hen heen. Wellicht omdat het doet denken aan je kwetsbaarheid. Het maakt onzeker. Maar wat mij betreft zit daar juist de kracht. Als ik kwetsbaar ben, kan ik juist verder groeien."

Waar die diepere gedachten van een Utrechts stadsjochie hun oorsprong vinden? Van Veens ogen lichten opnieuw op. Blij dat het hem wordt gevraagd. „Papa was een geweldige natuurliefhebber. Elke zondag werd ik in het fietszitje gehesen om met het gezin steevast dezelfde route af te leggen. Via Hollandsche Rading fietsten we naar Lage Vuursche, Bilthoven, Paleis Soestdijk, de Soesterduinen, het Panbos en via de Berenkuil weer terug naar de Vogelenbuurt. Hij wees me op het fluitenkruid in de berm, op de vlindertjes rond de struiken en gaf uitleg over de nerven in een blad. Zijn geweldige manier van vertellen en kennis over de natuur maakten toen al iets bij mij los."

'Zomerregen druilt uit diep grijze wolken op onze hof. Vruchtbaar weer, zou mijn vader zeggen. Ik zit in oma's stoel en staar naar niets, pink een traantje weg, ben verdrietig om een vriend die zoals je dat zegt 'in zak en as' zit.'

„De natuur triggert mijn emoties. En naarmate ik ouder word steeds meer." Even houdt Van Veen zijn adem in en luistert naar de bomen om zich heen. „Hoor je dat? Dit geruis doet me denken aan Nunspeet, daar lag ik als jochie bij te komen in een herstellingsoord voor bleekneusjes (Van Veen raakte als kind door ondervoeding ernstig ziek - red.). Ik hoor weer de hoop in het ruisende geluid. De hoop dat het met mij weer goed zal komen."

Nu het kleurrijke koffietafelboek vol persoonlijke associaties en verfraaid met de verstilde fotografie van Kim Schotten deze week het levenslicht ziet, is Van Veen in zijn hoofd alweer met een volgend boek aan de gang. Weer over een land goed. Over De Paltz in Soest, de plek van het Herman van Veen Artscentrum, waar op bescheiden schaal concerten, exposities en lezingen worden gegeven. Met de opbrengt wil hij De Paltz verder terugbrengen in zijn oorspronkelijke staat. Net zoals hij samen met landschaps-, flora- en faunadeskundigen deed bij zijn eigen woonhuis Het Klooster. .

Een Ogenblik - Verhalen over huis en hof is ondertussen de weerslag geworden van de belofte die Herman van Veen zichzelf als 7- jarig lagereschoolkind deed. Tijdens de zondagsritjes op de fiets met zijn ouders en zussen nam Herman van Veen het besluit: in deze natuur wil ik later wonen. Als ik groot ben.


Een ogenblik van Herman van Veen, 224 blz., 25,00 euro



IRIS VAN DEN BOOM