Krant van West-Vlaanderen
ML

"Als ik niet kan zingen, ga ik dood"



21 maart 2014
OOSTENDE - Herman van Veen is weer in het land. Sinds het Humorfestival in 1967 was hij nooit meer echt weg uit Vlaanderen. Op 29 maart staat hij in de Kursaal. Oostende blijft een vaste halte voor een optreden en. een babbel.

Herman Van Veen staat al 50 jaar op de planken: "Ik ga dood als ik stop met zingen. Ik ben bijna zeventig, leder voorstelling is een voetbalwedstrijd mét verlengingen. Maar iedereen vindt dat normaal. Als ik fysiek in orde wil blijven, moet ik blijven optreden."



'Voor een kus': "Een kus is zoveel meer dan een begroeting, een afscheid, een dankjewel. Ik heb erg veel over voor een kus van één van mijn drie kleinkinderen. Die 'koop' ik in ruil voor een ritje op de knie of een koekje. Ik zie deze voorstelling als een gezongen en verhalend dagboek van wat mij over dag is overkomen. Ik laat me leiden door de werkelijkheid, door contacten, zelfs de vragen van een interview inspireren mij. Ik speel de 'dagprijs': dat wat me die dag mooi lijkt om te doen op scène."

"Elk publiek is anders, elke zaal ook. Ik communiceer met iedere toeschouwer in een tête-a-tête a tête: iedereen beleeft de werkelijkheid en dus ook mijn show en het gewicht van mijn woorden op een andere manier. Het woord 'zee' roept een totaal andere wereld op voor de visser als voor een fruitteler uit Haspenhouw."

Oostende en de kust associeert Van Veen ook met Arno, Brel en Vermandere. "Drie reuzen. Als zand de blues zou zingen, dan spreek je over Arno: de ongegeneerde levensdrift. Brei is mijn gids, hij trekt van leer tegen de bourgeois, maar dan wel in burgerpak, stropdas incluis. Hij leert me dat je je nooit van je eigen geschiedenis bevrijden kunt. En Vermandere is voor mij de sterke broze: Hij zingt z0 troostrijk, in de aarde geworteld en vol hemels besef. Een hoogst religieus wezen! Nee, zelf ben ik geen kind van de zee. Die is te groot voor mijn begripsvermogen. Toch maak ik graag urenlange wandelingen langs de vloedlijn, waar ook ter wereld want de zee brengt me tot rust en inspireert me."

En of hij enige verwantschap voelt met hen? "Ik geloof dat wij als kunstenaars het origineel zijn: vrij, uniek. Wij reizen door de wereld en doen ons ding. Alleen de tijd zal oordelen of wat wij brachten, duurzame kunst mag heten."
Begin jaren tachtig wordt Herman Van Veen de nor ingedraaid door de politie omdat hij zich bij het verlaten van de Kursaal niet kon legitimeren. En bij zijn vorige optreden hier in 2007 komt hij 's morgens Oostende binnengereden en ziet hij, wachtend voor het rode licht aan het Marie-Joséplein, zijn (affiche)foto op het plantsoen omkranst met bloemen en teddybeertjes. "Net of ik zopas overleden was, maar het zelf nog niet wist! In een flits werd ik met mijn eigen eindigheid geconfronteerd. Pas later hoorde ik dat op die plaats een jonge kerel omwille van een sigaret was doodgestoken". Toch welkom in Oostende, Herman.



(ML)