de Volkskrant
Gidi Heesakkers

'Realistisch zijn is de basis voor het grootste geluk'

17 oktober 2014

INTERVIEW Herman van Veen ( 69 ) staat binnenkort weer zes weken lang in Carré. Met zijn laatste album Kersvers voegt hij een nieuw geluid toe aan zijn toch al zo omvangrijke oeuvre.


VOOR DE GEWONE MAN OF DE CULTURELE ELITE?
Ik ben natuurlijk liever geliefd, maar irritatie over mijn werk vind ik prima

'Ik maak wat ik interessant en mooi vind voor wie het wil horen en zien. Ik ben gefascineerd door iets, wil erover schilderen of zingen en ben zo ongegeneerd dat te doen. Het is aan de mensen om dat mooi of lelijk te vinden. Ik heb geen doelgroep, maar zou ik een doelgroep hebben dan had ik liever de gewone man dan de zogenaamde elite.

'Ik bén die gewone man, schoenmaat 43. Mijn vader was zetter bij een krant. Bij ons thuis werd een mooie trui als hij versleet een borstrok, de borstrok werd een pannenlap en de pannenlap werd een eierwarmer.

'Voor mij zijn de grootste meesters Hans van Manen, Rudi van Dantzig en violiste Janine Jansen. Voor hen spelen, daar mag je me voor uit bed halen. Willem Wilmink, vriend en schrijver, zei: 'Metselaars maken muurtjes in de hoop dat er een metselaar voorbij komt die zegt: pico bello muurtje, zeg.'

GEER OF GOOR?
'Wie? Dat zijn die twee gasten? En wie is Geer en wie is Goor? Dus de ene is de donkere en de andere is de blonde? Laat ik maar voor Goor gaan. Omdat hij iets onvoorwaardelijks oncontroleerbaars heeft. In die onvoorwaardelijkheid zit de onschuld. Aan die jongen zit in mijn beleving niet veel calculerends. Die gast is gewoon wie hij is en flapt er alles uit, zonder gêne. De ander is beschouwelijker in mijn beleving.'

GEHAAT OF GELIEFD?
'Ik ben natuurlijk liever geliefd, maar irritatie over mijn werk vind ik prima. Er zijn mensen die mijn stem irritant vinden, maar daar kan ik niks aan doen. Ik kan mijn stem niet veranderen, zoals ik ook mijn haarlijn niet kan veranderen.
'Je leert het meest van confrontaties. Van de voorstelling Onder water, over de zee en de vervuiling ervan, heb ik geleerd dat ik geen voorstellingen moet maken met een verhaallijn. Als ik mezelf opsluit in een verhaalstructuur, kan ik mijn dagelijkse bevindingen daar geen plek geven. De zaal, die altijd vol zat, was half leeg. Je ijdelheid krijgt een buts, maar so what? Als ik daarna snap hoe het voor mij beter werkt, ben ik gelukkiger.'

HET KLEINE VERDRIET OF HET GROTE GELUK?
Vreugde kan ik op een doek beter kwijt dan in een lied. Ik had me nooit kunnen voorstellen dat ik zou gaan schilderen

'Ik zou graag zeggen het grote geluk, maar het is het kleine verdriet. Groot geluk bestaat niet zonder klein verdriet. Als papa vroeger een lieveheersbeestje op zijn rug zag liggen, pakte hij een mes en draaide hij het om. De meeste geluksmomenten hebben zo'n oplossend karakter. Zo van: 'Pffff, het vliegtuig is geland. Jeminee, wat heb ik een hekel aan turbulentie.' Dan ben je blij dat je weer veilig op de grond staat. Geluk is ook een vorm van opluchting. Oók, niet alleen maar.

'De sprongen voorwaarts in het leven maak je naar aanleiding van turbulente ervaringen. Je verkering moet flink persen om die mooie baby op de wereld te zetten. Wat herinner je je van een geboorte het meest? De pijn die zij had. Ik stond erbij en ik dacht: holy shit, die wordt uit mekaar gescheurd, zeg! Wát een hoofd heeft die baby. Daarna ligt er wel iets heel moois, maar ik zie nog steeds die schaar die in de buik ging, hoor nog het 'Kunt u de schaar even aangeven, meneer Van Veen?' En daar ging ik hoor, hoppakee. Ik heb nog nooit een vloerbedekking zo snel op me af zien komen. De keren erna ging ik bij het hoofdeinde zitten.

'Vreugde kan ik op een doek beter kwijt dan in een lied. Ik had me nooit kunnen voorstellen dat ik zou gaan schilderen. Ik begon er veertien jaar geleden mee, na de dood van mijn ouders, om het onzegbare te kunnen zeggen. Ik heb mijn verdriet in een liedje verwerkt, maar dat omvatte het niet. Schilderen is een voorrecht, een mogelijkheid om te gaan met gevoelens die je in taal niet kunt vatten.

'Terwijl ik een kist met spullen van mijn vader opende, zag ik opeens hoe mijn handen op die van hem leken. Stel nu dat dit de handen van mijn vader waren, dacht ik, wat zou hij er dan mee doen? Schilderen, was het antwoord. Hij was graficus, drukker, maakte houtsneden. Ik denk dat hij een schilder was die het door de oorlog niet is geworden.'

LANDGOED OF RIJTJESHUIS?
'Mijn landgoedgeluk komt voort uit het rijtjeshuis waarin ik ben opgegroeid. Ons huis was aan de binnenkant groter dan aan de buitenkant; dat had met je voorstellingsvermogen te maken. Het grootste geluk is dat ik hier, op landgoed De Paltz tussen Soest en Soesterberg, meer nuances zie. In de verfwinkel kun je 'groen' bestellen, maar dan ben je gauw thuis. In geen winkel kan ik de nummertjes krijgen van de 50 duizend kleuren groen die hier te zien zijn. Omringd door de natuur kun je niet generaliseren, als je écht kijkt. Alles doet er toe, ook wat er niet toe doet. Ik heb tijdens dit gesprek al zeven veldmuizen zien oversteken. Dat doet er toe.

'Voor een landgoed kiezen is kiezen voor de natuurlijke maat der dingen. Het rijtjeshuis is de menselijke maat. Ik heb 23 jaar in een straat gewoond. Op zondag nam mijn vader me mee fietsen, de stad uit. 'Ja jongen', zei hij dan. 'Dit is een boterbloem. En dat is een sperwer. En dat is een schrijvertje en dat is een salamander.' Toen al zei ik: als ik later groot ben, ga ik in de natuur wonen. Mijn ouders openden mijn ogen voor iets dat er ook toe doet, en er misschien wel meer toe doet dan een Rabobank om de hoek.'

UIT OF THUIS?
'Thuis. Ik vind het fantastisch om te spelen en te reizen, maar ik vind het zeker zo geweldig om naar huis te gaan. Reizen is intens. Als ik in New York speel, zie ik van New York niet zoveel. Zo'n stad kun je niet tot je laten doordringen, want dat leidt fenomenaal af van wat je er te doen hebt. Ik moet 300 worden om alle steden waar ik ooit heb gespeeld nog eens te bezoeken.'

EEN BOS BLOEMEN OF EEN BOS PREI OP JE GRAF?
Prei. Dat zing ik in een van de nummers op Kersvers. Voor ik het vergeet gaat over het recht op levensbeëindiging, maar ook over het recht op de keuze tussen wel of geen bloemen op je graf. Een bos prei is aardser, realistischer dan een symbolische bos bloemen. Hou maar eens zo'n ding vast, met die worteltjes en die knol. Ik vind dat veel mooier. Als het zover is, wil je me dan onbeademd een Johnny Walker schenken met een overdosis Klaas Vaak, dat zing ik.

'Realistisch zijn is de basis voor het grootste geluk. Als je realistisch bent, komt de romantiek vanzelf wel, niet omgekeerd.'

WAT IS MOEILIJKER, LOSLATEN OF VASTHOUDEN?
'Loslaten. Ik ben net een van mijn beste vrienden verloren (Van Veens vaste pianist Erik van der Wurff overleed in september, red.). Daarmee omgaan kost me vreselijk veel moeite. Ik heb het gevoel dat ik op een wip zit. Op het middelste punt heb ik nog een zekere controle, maar het andere moment ben ik deep down of juist euforisch om wat we hebben gehad. Als ik nu piano speel, weet ik beter dat ik piano speel dan drie weken geleden, omdat er nu een relatie is met iemand die er niet meer is. De piano heeft een heel andere betekenis gekregen.

'Vast willen houden is de oorzaak van het niet kunnen loslaten. Je kinderen zou je verdriet willen besparen, maar ik weet dat dat niet kan. Ze hebben recht op hun vallen en op hun euforie. Je probeert het weer te beïnvloeden omdat je zo veel van ze houdt, maar de zon moet het toch zelf doen. Ik heb altijd de neiging er een zon bij te hangen.'


Herman van Veen staat van 23/10 t/m 6/12 in Koninklijk Theater Carré in Amsterdam. De voorstelling op 25/11 is zijn 500ste in Carré. Het album Kersvers, het nieuwste van vele tientallen platen sinds 1968, verscheen vorige maand.



Gidi Heesakkers


CV HERMAN VAN VEEN
Herman van Veen werd in maart 1945 geboren in Utrecht. Daar studeerde hij viool, zang en muziekpedagogie aan het conservatorium. Hij zingt, schrijft, componeert, regisseert, acteert, schildert en is activist voor de Rechten van het Kind. In 1965 maakte hij zijn theaterdebuut met het muzikaal clowneske Harlekijn. Daarna speelde hij wereldwijd voorstellingen in vier talen. Van Veen bedacht Alfred Jodocus Kwak en maakte meer dan 175 albums. Ook schreef hij scenario's voor de films Uit elkaar en Nachtvlinder. Herman van Veen woont op landgoed De Paltz tussen Soest en Soesterberg, waar hij artistiek leider is van het Herman van Veen Arts Centre. Hij is getrouwd met ballerina Gaëtane Bouchez en vader van vier kinderen, uit twee eerdere huwelijken.