Jac. Heijer schreef 14 juni 1975 in het Hilversums Dagblad

"Na zo'n avond ben ik kapot .... en er duidelijk niét uit"


HERMAN VAN Veen en de zijnen hebben hun activiteiten ondergebracht in Harlekijn Holland, zo'n jaar of zes oud. Het is een zaak, maar geen business. Uitgangspunt is dat ze die dingen pousseren waarvan ze zelf erg houden en geven kans aan creatieve initiatieven. ,,We willen bewijzen dat wat erg goed is, ook goed verkoopt".

Harlekijn Holland heeft een staf van zo'n 25 man verdeeld in verschillende produktiegroepen. Er zijn inmiddels zo'n honderd losse medewerkers. De Organisatie geeft platen uit. Van Herman en zijn groep natuurlijk maar ook 'n orgelconcert van Ton Koopman op een Frans barokorgel en binnenkort drie platen van pianowerken van Satie door Reinbert de Leeuw.

Harlekijn organiseert de toernees voor De Nieuwe Scene, de groep van Dirk Celis (Cyriel Verschaeve, Palloeter), beide uit België; en Hauser Orkater uit Velsen. Men produceert films, recentelijk vier tv-films voor de schooltelevisie. En men brengt to-neelstukken uit. Van Veen schreef "De spinse", dat met zijn vrouw de actrice Marlous Fluitsma tachtig keer gespeeld werd. Hij is nu bezig aan het stuk "J.B. 2008", waarin Marlous en Dirk Celis meespelen en dat Van Veen zelf zal regisseren.

Harlekijn zetelt in het voormalige raadhuisje van het dorp Westbroek bij Utrecht. Maar daar is men uitgegroeid. Harlekijn zoekt naar een kleine gemeente waar men de groep -die niet veel geld heeft - onderdak wil verlenen. Men heeft ruimte nodig voor exposities, voor concerten en voorstellingen voor klein publiek, voor een bibliotheek, voor een studio, voor congresjes, voor kantooraccommodatie. Welke burgemeester ziet er wat in?

MEER NOG EN consequenter dan voorheen brengt Van Veen in z'n programma het publiek in verwarring. Zodra je verwacht dat hij wel zal doorbouwen op wat hij begint, gaat hij over op iets heel anders. Een tekst loopt anders af dan je verwacht; een lied gaat over in een dansje; een losse gedachte wordt opeens muziek; een gitaarsolo wordt een lichtspel; iets gevoeligs verdrinkt in een orgie van geweld. Er is vrijwel geen afgerond lied of nummer met een herkenbaar begin en einde meer over.

Hermanus Jantinus van Veen - dertig jaar intussen - doet alsof het de gewoonste zaak ter wereld is. Zijn show heeft een hechte structuur, die een formidabel vakmanschap van alle medewerkers vertoont. Maar Van Veen speelt een gevaarlijk spel met zijn publiek. Hij loopt welbewust voortdurend de kans dat het publiek hem of wat hij te zeggen heeft kwijt raakt; hij ondergraaft elke zekerheid. Ik denk wel eens dat hij gek wordt.

De wijsgeer schrikt even, als ik dat zeg, maar lacht dan: ,,Als ik me vergelijk met andere mensen, tenminste met de begrippen die ze hanteren, dan ben ik inderdaad gek. Je hebt zelf ook verwachtingen geschapen, die je niet invult. Tegenover mezelf ben ik ook al gek".

HET LEED VAN de wereld is een uitgangspunt voor Van Veen; hij constateert dat niemand daar een oplossing voor kan bedenken. ,,Het is vrij gemakkelijk allerlei situaties te herkennen die niet in orde zijn, maar je zit vaak in een intellectueel vacuum er tegenover. Er zijn 200 miljoen kinderen, die dit jaar de laan uitgaan. Wat moet je daarmee? De enige oplossing is: houden van".

Ik kijk bedenkelijk bij zo'n open deur. Herman van Veen verklaart zich nader: ,,Houden van is totale overgave aan de anderen. Zolang wij ons verkopen, maar een stukje van onszelf aan een ander geven, dan kom je nooit tot houden van", zegt hij en citeert iets van Herman Hesse.

Waarom Hesse en niet meteen maar Jezus Christus? Van Veen: ,,Ik kan ook zeggen: Nabokov of de Beatles. Ik zeg niet Jezus Christus om dat zo ongelooflijk belast is". Van Veen geeft grif toe dat hij erg religieus is. "Maar ik geloof dat wij God alleen maar verzonnen hebben om het niet over onszelf te hebben, want dat wordt momenteel niet geloofd. We kunnen wel zeggen dat God het allemaal zo bedoeld heeft en dat hij straft met ellende. Maar ik geloof dat zoals de wereld nu is, dat die van ons is. Wij staan toe, dat de wereld is zoals het is".

NIEMAND IN DE showbusiness zal het over de dood hebben. Van Veen wel. Er was geen speciale gebeurtenis, die hem daartoe bracht. ,,Als we het over de dood hebben, heb ik laatst ontdekt, dan hebben we het over het verdriet van nabestaanden. Dat verdriet is echt, maar het krijgt de overhand. Dat komt omdat we er geen rekening mee houden. Het kerkhof ligt achteraf. Ik geloof dat je meer van het leven houdt als je je realiseert dat je morgen gaat. Door dat niet te doen heb je vaak het excuus om dingen te laten zoals ze zijn: Ik ga immers toch nog niet".

Tja, daar zeg je wat, denk ik, niet erg tevreden. Van Veen voelt het aan: ,,De waarheid bestaat altijd ult clichés, die al honderdtachtigduzend keer gezegd zijn. Daarom hoor je het niet meer". Van Veen wijst op z'n nummer in z'n show dat over de dood gaat. Hij komt daarin op met een zwarte kinderwagen, waaruit witte rook druipt; hij is meneer Wisse die allerlei soorten dood verkoopt.

Waarom? ,,Als je toch niets met het leven doet, ga dan dood, joh. Laat er iets waarachtigs gebeuren met je. Als je in een soort condoom blijft leven is de dood het enige geluk dat je kan overkomen".

Het lijkt of Van Veen zelfmoord propageert. ,,Zelfmoord is ieder z'n recht. Eergisteren hoorde ik van een jongen die zich van een bovenste verdieping had gestort; eerst had hij nog zijn flat opgeruimd. Ik heb het opgeschreven en aan Jezus gevraagd (zoiets vraag ik altijd aan Jezus): Waarom zo jong? Waarom ruimt hij eerst z'n spullen op? Maar het ernstigste is waarom wij - jij en ik -hem hebben moeten vinden. Had hij niet beter kunnen smelten in de zon, heb ik geschreven. Waarom staat Jezus dat toe? Omdat wij het toestaan. Er was niemand die van die jongen hield".

Van Veen concludeert: ,,Ik ben ontzettend geinteresseerd in dingen waar we niet achter zijn. Hoe is het toch in godsnaam mogelijk dat je wakker wordt. Als ik over de dood praat, geef ik leven".

Van Veen schrijft erg veel op wat hij denkt. Hij associeert vrijuit; gebruikt als een dichter veel metaforen. Maar hoe krijgt hij z'n publiek zover dat het Van Veens prive-associaties kan en wil volgen?" Die associaties zijn een middel; ik maak een analyse van wat ik niet begrijp. De boventoon, de randverschijnselen daarvan probeer ik te tonen, te vertolken. Daaruit distilleert het publiek een gevoel".

Maar hoe weet hij zo zeker, dat het publiek hem zal volgen? ,,Ik pak die dingen waarin ze zeker geinteresseerd zijn: kind, angst, onmacht. Als ik aan die man daar aan de overkant om een cent vraag is hij niet geïnteresseerd. Maar als ik zeg: meneer, ik wil u graag een kus geven... (niet omdat ik homoseksueel ben, latosexueel of zoiets) een kus, omdat ik vind dat u een te gekke mond heeft, dan moet hij echt wat doen. Dan kan-ie zeggen: ja okee, of hij zal me slaan. Dat is de enige manier waarop ik kan zeggen dat Luns een kut is. Daarom zeg ik in mijn show ook: ,,Vrouwen en kinderen eerst. Over het mijnenveld. Zei de kardinaal". Dat is mijn omschrijving van politiek".

Van Veens omschrijving van liefde is, zo blijkt uit zijn show, even drastisch. Hij zegt dan: "Ik hou van jou" en begint zichzelf in het gezicht te slaan. "Het is de enige manier, dat die jongen luistert."

Met zulke doorslaggevende middelen pakt hij z'n publiek. ,,En andersom, ben ik ook op die manier te pakken. Mensen die dat soort dingen tegen mij zeggen, dat zijn de dingen waarvan ik hou".

Van Veen z'n aanpak in het theater is van een verregaande oprechtheid. ,,Waar ik sta, dat is in mijn hemd. Ik geloof, dat je na mijn programma kunt weten met wie je te maken hebt gehad. Ik zelf ben kapot na afloop van zo'n avond en er duidelijk niét uit".

IN ZIJN VROEGERE shows zaten meer afgeronde nummers die door absurde flarden aaneen geregen werden. Nummers zijn er nu nauwelijks meer.

Alleen eentje als pauzenummer, waarin Van Veen op mimische wijze een voetballer met al z'n vuile foefjes neerzet. Het is duidelijk bedoeld om het publiek met een lach op het gezicht de koffiekamers in te sturen. ,,Net als dat pianonummer of dat boksnummer van vroeger. Iedereen lag paars van het lachen in de zaal. Dat is een kunde.

Maar daar gaat het niet om. Snap je, dat ik stérf na die voetbaltoestand. Je vult niets anders in dan een behoefte, wanneer je alleen dat soort dingen doet. Maar dat is niet mijn functie." Met Zo'n uitgangspunt hoeft Van Veen niet bang te zijn zich te herhalen. Elke dag levert hem nieuwe ervaringen op.

VAN VEEN ZIT bijna tien jaar in het vak. Hij is zich zeer bewust van zijn ontwikkeling. ,,Je moet ontzettend los komen van je milieu, je intellectuele capaciteiten, Onderwijs en studie. Je begint nu de dingen beter te overzien; de functie van je moeder bijvoorbeeld".

Hoe was die? ,,Ik had een fantastische moeder. Twee dikke armen over elkaar, weet je wel. Als je een pak slaag kreeg dan schoof er altijd wel een borst naar voren waardoor je niks meer zag. Je komt uit een ontzettend beschermd milieu. Daar los van te komen is een heel proces".

Het is eigenaardig dat Van Veen in zijn show eigenlijk maar één keer zijn boodschap ophangt aan een concrete figuur: het kind. dat tegen zijn vader zegt dat-ie hem in elkaar zal slaan als hij bij zijn moeder wegloopt. Andere reële mensen komen er eigenlijk niet in voor. Als ik hem daarop wijs, en vraag waarom hij nooit iets heeft over bijvoorbeeld zijn moeder, dan blijft hij het antwoord schuldig. ,,Ik ben me dat nooit zo bewust geweest. Daar ga ik nu over denken. Ik zou over mijn moeder fantastische dingen kunnen doen".

VAN VEEN IS VAN een generatie die tien jaar geleden erg actief is geweest in het maatschappelijk leven. Hij heeft zich in die acties nooit thuisgevoeld. "Ik begin nu pas greep te krijgen op het bestaan, terwijl je ziet hoe mijn generatie - achter in de twintigers -ontzettend wegzakt in 'n soort griesmeel. Wat zij gezegd hebben was zonder body. Ze hebben niet geweten wat ze ouderen aandeden. Ik heb pas Van Hall weer gezien in dat VPRO-programma over de jaren '60. Ze hebben die man kapot gemaakt. Je zou toch mogen verwachten, dat provo nu toch een eind verder zou zijn in het alfabet. Maar die gasten spelen in een film of zitten in de gemeenteraad. Ze zijn establishment; ze zijn ingepakt.. Ik versta er niets meer van. Het gaat niet op voor iedereen, maar er is een brede tendens..

Maar ik leg me er niet bij neer. Laat ze toch asjeblieft gas blijven geven". Het maatschappelijk engagement van Herman van Veen is niet politiek. Voor hem is politiek het gevolg van sociale misstanden. En daar is hij emotioneel hij betrokken."Wat mij interesseert is de angst van de politieker, zijn frustraties. Mijn engagement ligt in de emotionaliteit".





terug naar de index