BIJMonuta

Herman van Veen geniet van zijn werk en familie

'Van iemand houden is een cadeau voor jezelf

najaar 2014

interview

Herman van Veen speelt met hart en ziel. Een leven zonder voorstellingen kan hij zich niet indenken."Ik hoop zo oud te worden dat de dood niet meer in mij geïnteresseerd is en zal zeggen:'laat die maar doorzingen'."


Herman van Veen staat nog steeds met grote regelmaat op de planken: in Nederland, Duitsland en over de rest van de wereld. Sinds een aantal jaar is Nederlands bekendste cabaretier, clown, muzikant en verteller ook een niet- onverdienstelijke schilder. Ook dat doet hij met hart en ziel.
Herman:"Het was op een sombere zondagmiddag in 2005 dat ik naarzolder liep en het oude grammofoon- platenkoffertje opensloeg met daarin mijn vaders schilderspulletjes.
Met gevouwen handen keek ik naar dat wat er van mijn vader voor me lag. Mijn blik gleed naar mijn handen die verbluffend veel op die van mijn vader lijken. In gedachten vroeg ik die handen:'Wat zouden jullie nu doen, als jullie van mijn vader waren?"Schilderen', zei iets in mijn wezen. Ik heb doeken gekocht, acrylverf, spuitbussen, kwasten, messen, borstels en ik ben aan de gang gegaan. Schilderen is voor mij licht in kleur gaan vangen, alsof je sneeuw bewaart. Ik creëer er vooral rust mee, kleurrijke pauzes in een hectisch bestaan."

Fantastisch werk

Die rust is nodig, want Herman doet naast zijn werk ook nog eens veel voor Unicef. Luisteren naar zijn lijf en denken om zijn gezondheid staan daarom hoog in het vaandel. "Ik was laatst voor een check-up in het ziekenhuis waar een foto van mijn rug gemaakt werd. 'Ook de heer Van Veen slijt', hoorde ik de man mompelen. Mijn rug is kwetsbaar door 58 jaar viool spelen. Ook de knieën zijn inmiddels minder sterk, mede vanwege twintig jaar redelijk competitief voetbal spelen. Ik zei vanochtend tijdens het ontbijt tegen mijn vrouw: 'Mijn geest lijkt niet ouder te worden, maar het lichaam slijt.'Dus laat ik me goed verzorgen, eet bescheiden porties, drink met mate en geniet vooral van de familie, de tuin en het fantastische werk dat ik heb." Familie is belangrijk voor de artiest, die in een jaar tijd allebei zijn ouders verloor. "Mijn vader en moeder zijn in 2000 op 82-jarige leeftijd overleden. Ze hebben hun stinkende best gedaan om de eeuwwisseling nog mee te maken. Mijn moeder ging na een lang en slopend ziekbed dood. Na haar overlijden is mijn vader bij ons komen wonen. Hij stierf een paar maanden later met een jonge borrel in zijn hand en een glimlach om zijn lippen." Herman denkt dat het verlies van zijn vrouw daarmee te maken heeft. "De kroon van mijn vaders liefde was voor mijn moeder. Hij hield zielsveel van haar. Wat ze zei, deed, liet, gaf, nam, vroeg: hij deelde het met haar - drieënzestig jaar lang! Altijd zochten hun handen elkaar: ze lagen gearmd in bed. Als mijn vader ons vroeg: 'Heb ik al verteld over de oorlog van Fort De Bilt?'dan zeiden wij:'Ja, pa.'Mijn moeder zou zeggen: 'Ja Jan, maar ik hoor het graag nog een keer'"

Het leven vieren

Herman vertelt dat hij na hun dood begreep dat van iemand houden het mooiste cadeau voor jezelf is. Toen voelde ik werkelijk dat van iemand houden een voorrecht is. Het biedt je ruimte. Nu maak ik elke avond voordat ik ga slapen in gedachten een 'reisje' langs de mensen die mij lief zijn, ook degenen die zijn overleden. Ik vraag hoe het met ze gaat en vertel ze hoe het met ons gaat. Dan komen de antwoorden en vragen vanzelf terug." Of er nog iets is na de dood, is ook voor Herman een vraag. "Maar mijn moeder zei ooit over het hiernamaals:'Het moet daar wel heel leuk zijn, want niemand is ooit teruggekomen'. Ik denk dat we voortleven, maar dat we dat niet zullen beseffen omdat we uiteen vallen en zo deel worden van een groter geheel." In Hermans voorstellingen speelt de dood vaak een rol. Juist omdat hij over de hele wereld optreedt, ziet hij de verschillen tussen het omgaan hiermee. "Overal wordt de dood anders beleefd. In Zuid-Amerika en Afrika vaak vrolijk en uitbundig - alsof ze het leven vieren. In Europa vind ik het vaak afstandelijk, plichtmatig, iets dat nog moet gebeuren en waarvoor eigenlijk geen tijd is. Ik zou zeggen: 'Stop de treinen en de bussen, voor de laatste adem!"'


Liedjes van vreugde en verdriet

"Als ik verdrietig ben luister ik niet naar muziek, ik loop dan naar de koelkast en troost mij met een jonge borrel. Van mijn eigen liedjes vind ik Meisje met anorexia het verdrietigst, een tekst van Willem Wilmink. Zelfs het sprankje hoop dat er in doorklinkt, is mager. Van It's a wonderfull world van Louis Armstrong word ik altijd blij. Mijn moeder wilde dat op haar begrafenis horen. Van mijn eigen liedjes word ik het vrolijkst van Anders Anders.


Herman van Veen (1945) speelt viool, is clown, zingt, schrijft, componeert, regisseert, acteert en schildert. Sinds 1965 speelt hij zijn voorstellingen over de hele wereld in vier talen. Daarnaast is hij activist voor Unicef en de Rechten van het Kind en beschermheer van de stichting Roses for Children die aandacht vraagt voor kinderen die hun kind-zijn niet kunnen of konden beleven door oorlog, ziekte, honger of andere oorzaken.