Maandblad Zuid Afrika
Ingrid Glorie

"We kunnen nog zoveel van elkaar leren"

sep 2014

Op landgoed De Paltz in Soest vond onlangs een bijzondere ontmoeting plaats tussen jonge Nederlandse en Zuid-Afrikaanse acteurs. Het was de Nederlandse theaterlegende Herman van Veen die hen hier samenbracht.


De statige villa en de bijgebouwen op De Paltz, een negentiende-eeuws landgoed met beukenlanen, zichtassen en waterpartijen tussen Soestduinen en Soesterberg, bieden sinds kort onderdak aan het Herman van Veen Arts Center. In de voormalige kapschuur worden regelmatig intieme muziek- en toneelvoorstellingen gehouden.
Hier was in augustus, tijdens het kleinschalige festival de Harlekijndagen, Ben van mijzelf te zien, een voorstelling door twee Zuid-Afrikaanse acteurs, Kediboni Rasekhula en Hope Maimane, en twee Nederlandse acteurs, Senna Gourdou en Gijs Geurtsen.

Het centrale thema van Ben van mijzelf is Vluchtelingen'. De voorstelling is gebaseerd op een script - of beter gezegd: een aantal losse zinnen - uit de pen van Herman van Veen zelf. Anderhalve week lang zijn de acteurs, vanuit hun verschillende achtergronden, onder leiding van regisseuse Elisabeth Boor met dat materiaal aan het werk geweest - pratend, schrijvend, zingend, dansend en spelend. Hoewel het eindproduct een staalkaart biedt van wat de acteurs allemaal kunnen, is de voorstelling zó associatief dat hij buiten de koesterende omgeving van De Paltz moeilijk opgevoerd zou kunnen worden. Maar belangrijker dan het eindproduct zijn dan ook de weg er naartoe en de nieuwe inzichten die de acteurs na deze ervaring mee naar huis nemen.


Nieuwe mogelijkheden


De Zuid-Afrikaanse studenten zijn gekozen op grond van een videoauditie. Vooral de 19-jarige Kediboni Rashekula is vól van alles wat ze in Nederland heeft geleerd. Ze zit in het tweede jaar van de toneelopleiding aan de Universiteit van de Witwatersrand in Johannesburg. Daar leert ze alleen maar acteren. Op De Paltz werd ze aangemoedigd om ook te zingen en haar eigen tekst te schrijven, en ontdekte ze nieuwe talenten in zichzelf.

De 22-jarige Hope Maimane is bijna klaar met zijn opleiding aan de Waterfront Theatre School in Kaapstad. Een all-round vakschool, zegt hij vol zelfvertrouwen, waar de studenten vanaf het begin ingeprent wordt dat je tegenwoordig van alle markten thuis moet zijn als je succes wil hebben in het theater. Hope heeft als kind nooit muziek- en danslessen kunnen volgen; alles wat hij nu laat zien, heeft hij geleerd sinds hij op zijn achttiende met zijn opleiding begon. Wat op Hope de meeste indruk heeft gemaakt, is de dag dat Herman van Veen zelf langskwam om met de jonge acteurs te werken. Aanvankelijk bekeek ik het verhaal alleen vanuit mijn eigen perspectief. Elisabeth leerde ons om het van verschillende kanten te bekijken. Maar dan komt Herman en zijn blik' - hij maakt een cirkelende beweging met zijn vinger - 'gaat er helemaal omheen, waardoor er opeens allerlei nieuwe mogelijkheden ontstaan. Fenomenaal!'

Ook de gesprekken met de andere acteurs waren een verrijking, vertelt Kediboni. Iedereen verwerkte een stukje van zichzelf in de voorstelling. Zo worstelt Kediboni's personage met angst, terwijl Hope's personage een kind is dat plezier wil maken, maar dat al jong volwassen moet worden. Luisteren naar eikaars verhalen heeft haar manier van denken verandert, zegt Kediboni. 'We komen uit verschillende werelden en toch zijn er ook overeenkomsten. We kunnen nog zoveel van elkaar leren, er zijn nog zoveel verhalen te vertellen.
Ik wil graag terugkomen, om verder te luisteren en jullie op mijn beurt meer over Zuid-Afrika te vertellen. Maar nu ga ik eerst terug naar huis.
Ik wil de mensen daar vertellen wat ik hier heb geleerd, en ook zelf verandering tot stand brengen.'


Harlekijn-Afrikaans


Herman van Veen schrijft desgevraagd dat er plannen zijn om volgend jaar opnieuw twee Zuid-Afrikaanse studenten uit te nodigen. 'Op 28, 29 en 30 augustus 2015 willen wij op De Paltz een klein Harlekijn-Afrikaans feest organiseren. Met bijvoorbeeld een Zuid-Afrikaanse dichter, een jonge beeldend kunstenaar, een groep muzikanten wellicht met Stef Bos, een voorstelling met Karin Hougaard en een klein koor. En met lekkere Afrikaanse kos natuurlijk, en graag veel wijn.'



Ingrid Glorie