Dagblad vh Noorden
Jacques J.d'Ancona

Op elke steiger klinkt een lied...


Gebeurtenis Herman van Veen
Programma Kunt u niet nog eens...
Muzikanten Erik van der Wurff, Nard Reijnders, Edith Leerkes, Jannemien Cnossen, Willem Wjts, Dave Wismeijer, Marnix Dorrestein
Teksten Van Veen, Willem Wilmink, Rob Chrispijn, Brel, L Cohen en vele anderen
Gezien
10/6 Koninklijk Theater Carré, Amsterdam
Publiek
1500 (vol, drie avonden)
Bijzonderheid
volgend seizoen reprise en nieuwe show

De verleiding om zwelgend in nostalgie en sentiment te duiken wijst Herman van Veen af, zonder het erover te hebben. Van Veen is muziek, muziek, muziek. Geen grote verhalen, een enkele anekdote. Zoals deze. Toen hij vijftig jaar geleden een pianist zocht, lanceerde hij per briefje op een prikbord de wens samen te werken met een mooi meisje. Het liep anders. Erik van der Wurff meldde zich. Hij werd het en is nog steeds de man die onder een lied de mooiste noten legt. Exact in de sfeer, onstuimig of sober, al naar gelang. Volbloed muzikant bovendien, samen met de zes collega's die het idee realiseren een voorstelling te maken onder het motto Kunt u niet nog eens...


Het 125-jarig bestaan van Theater Carré vormt de aanleiding. Van Veen (68 nu) stond er op 5 mei 1971 voor het eerst en trok 271 man publiek, hoofdzakelijk kennissen en heeft hij daar vijfhonderd keer gezongen en gespeeld. Bovendien ook op tal van andere plekken entertainment met een eigen signatuur neergezet, tussen buitenlandse tournees door.

De opmaak van dit programma verrast. Hij brengt uiteraard een aantal stukken van vroeger, de tijd dat het begrip hits nog niet was uitgevonden. Het zijn echter geen kleffe kopieën in het genre van Op elke steiger klinkt een lied. Vrijwel alle nummers klinken anders, afgestoft en opgepoetst, want de melodieën zijn in vernieuwende, actuele arrangementen gegoten. Dit past in het toneelbeeld van een reizend gezelschap, met een optimaal functionerend ensemble. Acht jonge en iets oudere muzikanten treffen elkaar instrumentaal en vocaal. Dat leidt tot een hartstochtelijk feest rond de man die in een paar scènes als vanouds hilariteit ontsteekt met zijn loopjes, zijn slow motion tennis en de voetbalhooligans.

Wat overheerst, zijn de opwindende, meeslepende tonen van de gipsy's in hoog tempo. Het typeert Herman van Veen, die niet afdaalt in een gezapige lente van zijn leven, overwegend dat het nog lang geen herfst is. De toegiften duren ditmaal slechts 29 minuten. Kenners beweren dat hij er soms meer dan een uur voor uittrok.



Jacques J.d'Ancona