GERARD VAN PUTTEN schreef 13 april 2006 in de IJmuider Courant


Herman van Veen: Artiest van onbegrensde mogelijkheden




Zijn meestal op olijk staande smoel heeft wel wat van een overjarige babyface. En dat sluit mooi aan op 's mans instelling en gedrag. Niet voor niets betitelen intimi hem vertederd als een zestiger, die jongen is gebleven. Een artiest met een kosmopolitische inslag, wiens naam nauwelijks Hollandser kan.


Voor Herman van Veen is het beroepsleven al ruim 40 jaar één grote harlekinade. Entertainer, zanger, acteur, componist, acteur, film- en theaterregisseur, schrijver van kinderboeken en wat al niet; het is beter te vragen wat de geboren Utrechter niet is. In de uitpuilende agenda die zijn impresario Angelique Finkers voor hem bijhoudt, was tussen alle buitenlandse artistieke beslommeringen door zowaar ruimte voor een weekje optreden in eigen land. In De Lichtfabriek in Haarlem wordt op 15 en 16 april het podium vrij gemaakt voor de voorstelling 'Onder Vier Ogen', die Van Veen geeft met Edith Leerkes, met wie hij al twaalf jaar een artistieke twee-eenheid vormt. Opzij, opzij, opzij, maak plaats, maak plaats, maak plaats voor een artiest die levenslust tot kunst heeft verheven. De lijfspreuk van Van Veen: "Pluk de dag voor de dood."

Herman van Veen is meestal vrolijk, zó vrolijk dat sommige mensen er chagrijnig van worden. Voorstellingen van deze hoog aangeschreven kleinkunstenaar zijn niet aan deze categorie besteed, want te zweverig, te idealistisch en niet van deze wereld. Maar publiek zat voor dit archetype van de levensgenieter, die ook afgaande op de teneur van zijn vele liedjes over de dood met zichzelf ooit de afspraak maakte zoveel mogelijk vreugde te halen uit zijn aardse bestaan. Zijn bewonderaars waarderen juist zijn persoonlijke engagement, zijn ongekunstelde visie op de dagelijkse dingen.

Van Veen is 'here, hè is there, hè is fucking everywhere'. Niet alleen in eigen land wordt de in Soest woonachtige Utrechter hooglijk gewaardeerd, ook in de Verenigde Staten, België, Luxemburg, Frankrijk, Duitsland, Oostenrijk, Zwitserland en Zuid-Afrika lokt hij mensen in drommen naar theaters. De man spreekt vier talen vloeiend en dat scheelt natuurlijk. Hij kreeg het chauvinistische, door en door verwende publiek in het Parijse Olympia plat. Zijn allereerste optreden op Broadway beschreef een strenge, wellicht wat xenofoob ingestelde recensent van de New York Times als de voorstelling van een boerenpummel van wereldklasse.

Van Veen heeft zich naar buiten toe nooit druk gemaakt om kritieken, geschreven met een pen, gedoopt in een fles met azijn. Artiesten moeten wat hem betreft vooral niet klagen, omdat niemand van hen eist dat ze op het podium gaan staan. Maar hij is mens genoeg om zich gestreeld te voelen door de lof van wereldberoemde collega's. In de Reader's Digest van september 2003 liet Van Veen afdrukken hoe trots en ontroerd hij wel niet was op een opmerking van Shirley MacLaine. Het was haar opgevallen dat Herman in zijn onzekerheid een vorm had gevonden om niet gedeerd te worden door zijn onzekerheid.

Veelzijdig in de ruimste betekenis van het woord. Een beroemdheid die de geestelijke vader is van een andere beroemdheid, Alfred Jodocus Kwak. Begin jaren zeventig begon hij zijn kinderen al te verte over deze eend, een fantasiefiguurtje dat vermoedelijk nooit zijn brein was ontsproten als Van Veen niet ergens in de pok per ongeluk een eend had aangereden. Het eerste boekje werd 1979 uitgegeven en is ondertussen in twintig talen verschenen. Gedurende vele jaren was Van Veen, die sinds jaar en dag gerekend mag worden tot de intimi van prinses Irene van Lippe Biesterfeld, ambassadeur voor Unicef Nederland. Daarnaast richtte hij de kindvriendelijke organisaties Colombine, Stichting AJK, Stichting Roos en Herman van Veen Foundation op. Stuk voor stuk met de doelstelling vooral de jeugd in ontwikkelingslanden middels kleinschalige projecten een wat minder uitzichtloze komst te bieden. Van origine een man van het grote gebaar, maar al lang bekwaam in het maken van een veelzeggende subtiele vingerw zing op de bühne. Als rechtgeaard doe-het-zelver heeft hij zi artistieke kwaliteiten ondergebracht in een eigen platenlabel een uitgeverij, een eigen theatergroep en in een dansgezelscl Niet onaardig voor een jochie uit een arbeidersgezin dat woont in de Utrechtse Kievitdwarsstraat en waar elk dubbeltje moe worden omgedraaid.


Landelijk trok Herman van Veen voor het eerst de aandacht, toen hij in 1966 verscheen bij Willem Duys m het tv-programma 'Voor de Vuist Weg'. Zichzelf begeleidend op een Turkse trom zong hij over Drie Schuimtamboers. Een jaar later sloot de toen 22-jarige Utrechter zijn studie algemeen vormend muziekonderwijs, viool en zang met succes af aan het Utrechts Conservatorium. Nog in 1967 richtte hij met zijn onafscheidelijke pianist Erik van der Wurff het Cabaret Chantant Harlekijn op. Met name vrouwelijke fans vielen begin jaren zestig als een blok voor de krullenbol, op wie gaandeweg de kaalslag vat kreeg. Niemand verstond het Harlekijnlied dat hij met veel bravoure, frivole dans-pasjes en sprongen ten tonele voerde. Maar op de een of andere manier kwam het legendarische 'Hoebelegab stobelegab flop flop fee' wel over.
Van Veen veroorzaakte turbulentie op de podia en zijn gehoor deinde vol overgave mee op de geluidsgolven die hij in theaters verspreidde. Herman van Veen is vele tientallen theatershows, een dikke 130 cd's, meer dan een handvol dvd's, een dikke zestigtal boeken en talloze filmscripts verder. Hij regisseerde zangeres Lori Spee in de muziektheaterproductie 'The First Lady', gebaseerd op het leven van Jacqueline Kennedy. Hij schreef de filmmuziek voor 'Ciske de Rat', het artistieke debuut van Danny de Munk. Op zijn naam staan meezingers als 'Hé, kleine meid op je kinderfiets', 'Anne', 'Suzanne', 'Hilversum III' en 'Toveren'. De staat van dienst die hij als artiest in ruim veertig jaar opbouwde, lijkt op een imposante erelijst, gedecoreerd met prijzen en onderscheidingen. Maar Van Veen lijkt niet blasé te krijgen. De sleur van de routine laat hij niet tot zich toe. En dat terwijl hij het voor het geld niet meer hoeft te doen. Broadway, Olympia, Theater Am Kurfïüstendamm, het Centre Culturel de Verviers 'Espace Duesberg', de Blauwe Kei in Veghel of De Lichtfabriek in Haarlem, het lijkt Van Veen niet uit te maken. Geen podiumarüest in dit land articuleert zijn woorden zo uitgesproken als Herman van Veen, harlekijn onder de Nederlandse taalvirtuozen. Zingen is voor hem een gezondheidskwestie. Zou zijn fysiek het niet meer toelaten op podia te klimmen, het leven lachte hem lang niet meer zo uitbundig toe als nu. Vandaar dat Van Veen maar liefst drie voorstellingen vrijwel synchroon laat lopen.
Nog deze maand is hij met 'Hut ab' te zien in Duitsland en Luxemburg, terwijl Oostenrijk volgende maand op het programma staat. En in Wallonië, waarvoor hij een zwak heeft sinds hij een kleine twintig jaar geleden trouwde met de Waalse danseres Gaëtane Bouchez, gaat Herman van Veen in oktober langs enkele theaters met 'Chapeau'. Saillant detail: lezers van het Vlaams Nieuwsblad gunde hij op 8 maart 2003 een inkijkje in zijn privéleven. Hij gaf te kennen gelukkig te zijn getrouwd met Gaëtane, tevens artistiek leidster van het Harlekijn Danstheater. Maar zijn ex Marlous Fluitsma woont pal naast hem in Soest en als hij paar borrels op heeft, wil Van Veen nog wel eens Marlous zeggen tegen Gaëtane. Zo leuk en ingewikkeld kan iemands leven dus in elkaar steken. Ontleend aan de voorstelling 'Onder Vier Ogen' zet de nu 61-jarige knul van Van Veen zichzelf onnavolgbaar neer op zijn eigen website:




Zo'n veertig jaar reis ik de wereld rond met een viool, liedjes, vrienden en verhalen
Zing waar het kan over mijn vader, moeder, kinderen
de bomen, onze straten en de huizen.
Over de vrouwen en de makkers uit vervlogen dagen
Zie zo veel balkons, stalles en parterres
zo menig bordje Nooduitgang dat ik ze wel kan dromen
Sliep in alle mogelijke bedden
vertoefde in een stad vo hotels,
Hoorde een branding aan applaus
en ontelbaar spreekwoordelijke spelden vallen
het lachen schateren en stokken
Ga voortdurend af en kom telkens weer op
En buig en buig en buig als een verweerde staak in een bamboebos
Ik word geloofd, toegezongen en gekraakt
geprezen en gebruikt
Afgebroken en erin geluisd
Word gemist en mis bijkans het hele huis-, tuin- en keukenleven
Ben zo vaak zó nerveus dat ik mijn speeksel wel kan kauwen
en mijn hart kan horen kloppen in mijn buik
Het gaat me zo verdomde aan het hart
Is er iets mooiers dan het zingen om het zingen?
Wat mij betreft komt daar om alles en om alles
nooit een einde aan