SENIOR
Ruud Buurman

"Het verleden is een ander land"



december 2013
Aan Hermannus Jantinus van Veen zie je niet dat hij meervoudig opa is en bijna 69. Zijn haar was de Utrechtse theatermaker, clown, muzikant, dichter, regisseur, kinderrechtenactivist, schilder, schrijver en geestelijk vader van AlfredJodocus Kwak al goeddeels kwijt op zijn veertigste. Wat er aan de zijkanten nog op het hoofd rest zijn witte pluimen. Laat de gemiddelde Nederlander of Duitser een foto zien van alleen zijn kale kruin -in zijn eigen Utrechtse jargon aangeduid met 'badmuts' - en negen van de tien herkennen Herman van Veen. Voor die ene die het niet ziet, is er altijd nog zijn galmende stem.


In het najaar van 2014 staat Van Veen twee maanden in Carré met zijn voorstelling "Voor een kus", die hij nu in Duitsland en Vlaanderen speelt. In 2015 staat hij vijftig jaar op het podium. In 1965 maakte hij zijn theaterdebuut met 'Harlekijn' en vestigde daarmee direct zijn naam.

Twee maanden Carré lijkt een waagstuk in een tijd dat artiesten moeite hebben zalen vol te krijgen.
'Dat is ook zo. Lange speelperiodes in één theater zijn altijd risicovol geweest. Wij maken telkens een wereldreis van ongeveer vier jaar. Met zo'n cyclus voorkom je dat het publiek verzadigd raakt en "o ja" zucht. Het wordt na vier jaar weer een hernieuwde kennismaking, als met een oude vriend. Als je vraagt of Herman van Veen last heeft van de crisis omdat mensen minder naar het theater gaan, dan is het woord "crisis" in dit verband misplaatst. De crisis treft vooral mensen met een kleine beurs, de ouderen en de kwetsbaren. Dat vind ik bitter. Het is ook een ijzige werkelijkheid als je je realiseert hoe en door wie die crisis tot stand gekomen is. Maar crisis of niet, ik vind de de kunsten, en met name het onderwijs daarin, met hart en ziel gesteund moeten worden. Kinderen hebben altijd recht op grenzeloze creativiteit. We moeten ze niet alleen opleiden voor een maatschappij die zo sterk verandert dat ze met hun diploma's achter de feiten aanlopen. Als goodwillambassadeur van Unicef en uit eigen ervaring weet ik hoe goed het is voor de ziel en zaligheid van kinderen als ze hun talenten kunnen ontdekken en ontwikkelen. Daar moeten we ons als samenleving sterk voor blijven maken.'


Moeiteloos


Het lijf wordt strammer; dat voelt hij de laatste jaren wel na weer zo'n fijn, lang optreden. Hoewel hij altijd even laat zien dat een tapdansje nog moeiteloos uit de benen lijkt te komen, om vervolgens amechtig naar zijn rug te grijpen. Hij spot graag met het klimmen der jaren en wat daar aan ongemak aan vast hangt. Na . zo'n voorstelling met talrijke toegiften is het achter de coulissen steevast een komen en gaan van vrienden, bekenden en bewonderaars, die soms oud en verrassend vaak jong zijn. Van Veen blijft entertainer, tot hij in zijn auto stapt om naar huis (Soest) of hotel te gaan.

Er is de laatste jaren altijd wel iemand die vraagt: 'Meneer Van Veen, hoelang gaat u nog door?'
'Ja. Maar ik kan me geen leven zonder voorstellingen indenken. Musiceren is geen werk, ook al speel ik een nummer als 'Suzanne' misschien wel voor de vijfduizendste keer. Muziek maken is een belevenis, nooit een sleur. Ik wil zo oud worden dat geen dood meer in mij is geïnteresseerd. Als die te zijner tijd om het hoekje komt kijken, zou het mooi zijn als ie mompelt: "Nou vooruit dan, laat die Van Veen maar lekker zingen".'

Wat is er nodig om avond aan avond fit op het toneel te staan?
'Discipline en twee vaste fysiotherapeuten bijvoorbeeld. Ik laat me goed verzorgen, eet bescheiden en drink met mate. Anders houd je het niet vol. Maar hoe je ook je best doet, je voelt de beperkingen toenemen. Ik was laatst voor een check-up in het ziekenhuis toen er een foto werd gemaakt van mijn rug. De radioloog zei: "Haken en ogen, meneer Van Veen!" Ja, 58 jaar vioolspelen maakt de rug kwetsbaar. Ik heb ook nog heel lang gevoetbald en daar zijn ook de knieën van gaan slijten. Als ik 's ochtends wakker word, duurt het even voor ik mijn rechterhand weer soepel kan bewegen. Ik zei laatst tegen mijn vrouw Gaëtane tijdens het ontbijt: "Mijn geest lijkt niet ouder te worden, het lichaam begint te slijten." Maar tot zover het medisch bulletin.'


In 'Voor een kus' zeg je: 'Als je zo oud bent als ik, heb je meer doden dan vrienden'.
'Omdat je altijd ook met het verdriet van verlies om moet gaan. En met ziekte. Ik werk al sinds het begin met Erik van der Wurff, mijn pianist, componist en grootste vriend. Bij hem is chronische leukemie geconstateerd. Hij heeft in de zomer grote stappen voorwaarts gezet, het gaat nu weer beter, maar het is confronterend. Je bereikt een levensfase waarin mensen met wie je in het verleden veel deelde, er niet meer zijn. Ik ben veel vrienden kwijt en mensen met wie ik tientallen jaren heb samengewerkt. En mijn ouders natuurlijk. Ik ben op mijn 55ste wees geworden. Mijn ouders stierven kort na elkaar en hen mis ik het meest, elke dag weer. Ik zoek in gedachten contact met ze, vertel ze hoe het met me gaat en stel me hun reacties voor.'


Hier en nu


Van Veen is geen man die in verwondering terugblikt op een glanzende carrière en dan zegt: "Niet gek voor een arbeidersjochie uit de Utrechtse Kievitdwarsstraat".
Vooruitzien is evenmin een hobby. "Nee. Ik leef in het hier en nu. Als het door mag gaan zoals het nu is, hoor je mij niet mopperen. Het verleden is een "ander land". Dat is niet meer. Dat kan aan je gaan trekken en dat wil ik niet. Ik wil de dingen zien en begrijpen zoals ze zijn. Ik heb ook geen hang naar vroeger. Bij "vroeger" moet ik altijd denken aan dat zinnetje van die Rotterdamse cabaretier, kom, hoe heet ie nou, ik kom er niet op, maar die zei dus:
"Zo goed als het vroeger was, is het vroeger nooit geweest".'


Hoogtepunten


Dus is het nog lang geen tijd om absolute hoogtepunten te benoemen. Maar toch, wat waren bepalende gebeurtenissen voor de Herman van Veen die hij nu is? 'Dat zijn fracties. Een ontmoeting, een gezongen zin, een bepaald licht dat ik me herinner. Mijn eerste aanblik van de zee, voor het eerst impala's zien springen in Zuid-Afrika. Een concert van Cecilia Bartoli en Nina Simone, een wandeling met Wim Kan, de eerste avond Carré, het voor het eerst zien van het publiek in L'Olympia in Parijs. Maar hoog boven alles de geboorte van mijn kinderen en kleinkinderen. Daar kan ik sprakeloos van zijn. En van het kwispelen van de honden als ik thuiskom.' «