AD / UN
Arno Gelder

Toon Hermans
De favoriete 'Toon-fragmenten' van zeven top-cabaretiers

24 nov 2012

Telkens als hij in Sittard optreedt, bezoekt Bert Visscher het graf van Toon Hermans. „Dat is mijn eerbetoon aan Toon, die naast zijn vrouw Rietje begraven ligt. Ik droom dan weg op het bankje onder de bomen. Zelfs ik word daar rustig van."

Twaalf jaar na het overlijden van Antoine Gerard Theodore 'Toon' Hermans (1916-2000) waart de geest van de Nederlandse kleinkunstenaar nog altijd door de Nederlandse Theaters. Het vaderlandse cabaret is tot op de dag van vandaag schatplichtig aan Toon, de komiek die ook zonder achternaam een begrip is, Yonp van 't Hek, Freek de Jonge, Herman van Veen, maar evenzeer een 'jonkie' als Jochem Myjer noemen Toon hun idool, leermeester en inspirator.

Ook Ben Visscher (52), die als razende sprinter op het podium ogenschijnlijk weinig gemeen heeft met de bedaagde marathonloper Toon, heeft veel te danken aan de man die een halve eeuw gelcdcn het fenomeen one- manshow introduceerde.
„Ik zag Toon voor het eerst in 1975 in Carré. 16 was ik. Mijn ouders waren gek van hem, maar dat begrepen wij, jongeren, niet. Het waren de jaren '70 hè? De tijd van het geëngageerde cabaret. Wij, linkse rakkers, vonden dat Toon niks had te vertellen."

Maar nu die avond in Amsterdam zou kleinkunst voor Bert Visscher nooit meer hetzelfde zijn. „Ik was betoverd door die man met zijn kraaloogjes, die je helemaal opvrat. Zijn bruine smoel, dat loopje, die stralende blik. Met slechts een microfoon en een paar attributen speelde hij de zaal plat. Ik zag voor het eerst hoe er onophoudelijk in golven werd gelachen."

Visscher en zijn vakgenoten roemen vooral de timing van Toon Hermans. „Fabuleus. Het wachten, die struikeling, de onnozelheid. Het was, weten we nu, tot op de seconde uitgeschreven, maar oogde volkomen natuurlijk. Elke pauze en elke intonatie valt op zijn plek. Zó ambachtelijk."

Dat Toon contact zocht met Bert Visscher vervult hem nog steeds met oprecht kinderlijke trots. „De grote meester zelf aan de lijn. Eerst dacht ik aan een grap van een collega, maar toen ik was uitgelachen, was het toch echt Toon. Hij had mijn show op tv gezien en genoten. Maar er was ook kritiek. 'Je bent érg druk', zei hij. 'Durf meer rust te nemen.' En: 'Bespeel de zaal van linksonder tot rechtsboven. Ze hebben allemaal een kaartje gekocht. Anders kunnen ze evengoed voor de tv gaan zitten'."

Het telefoongesprek was het begin van een vakmatige vriendschap, al benadrukt Visscher dat hij 'niet tot diegenen behoort die dwepen met hun relatie met Toon'.
Visscher: „Ik herken in Toon dr perfectionist. Dan ben je niet altijd even prettig voor je omgeving. Ook bij hem kon echt de pleuris uitbreken als het misging. Dan was hij niet te genieten. Op zo'n moment dacht ik soms: 'misschien moet je je muze nooit ontmoeten'. Toons idool was Maurice Chevalier, die Franse zanger met het strooien hoedje. Dat was volgens hem verschrikkelijke chagrijn..."

De dag dat Toon Hermans overleed, 22 april 2000, speelde Bert Visscher uitgerekend in Sittard. „Toon betekende veel voor me. Toen we in 1995 met een aantal vakgenoten zijn voorstelling bijwoonden, wees hij naar mij: 'Die man met dat steil achterovergeslagen haar alsof hij tegen de wind in heeft gefietst... Dat wordt een hele grote.' Ik wist niet waar ik moest kijken."

Mijn dierbaarste Toon-moment? Poeh, moeilijk hoor. De duif die dood is, Snieklaas. Zijn vele prachtige versjes, waarbij hij de grijze lucht wegtrekt en je écht ook iemand ziet die lekker met zijn muil in het zonnetje op het gras ligt. Ik houd het op zijn tennisracket dat uit de auto wordt gehaald.
Weer-ga- loos!"


Nederlandse cabaretiers, jong en oud, zijn het over één ding roerend eens: Toon Hermans is de grootste kleinkunstenaar die ons land heeft gekend. Vandaag verschijnen bij het AD zijn mooiste versjes. Bovendien brengt het AD zijn One Man Shows op dvd uit, vergezeld van zijn levensverhaal met bijzondere privéfoto's. AD-verslaggever Arno Gelder zette de favoriete Toon-fragmenten van zeven Nederlandse cabaretiers op een rijtje.


Bert Visscher. Twaalf jaar na het overlijden van Toon' Hermans waart de geest van de Nederlandse kleinkunstenaar nog altijd door de Nederlandse theaters. Het vaderlandse cabaret is tot op de dag van vandaag schatplichtig aan Toon, de komiek die ook zonder achternaam een begrip is. Youp van 't Hek, Freek de Jonge, Herman van Veen, maar evenzeer een 'jonkie' als Jochem Myjer noemen Toon hun idool, leermeester en inspirator.

Bert Visscher

Ook Bert Visscher (52), die als razende sprinter op het podium ogenschijnlijk weinig gemeen lijkt te hebben met de bedaagde marathonloper Toon, heeft veel te danken aan de man die ruim een halve eeuw geleden het fenomeen One Man Show introduceerde. 'Toon betoverde zijn publiek. Hij vrat je helemaal op met zijn kraaloogjes'. Telkens als hij in Sittard optreedt bezoekt Bert Visscher het graf van Toon Hermans. 'Dat is mijn eerbetoon aan Toon, die naast zijn vrouw Rietje begraven ligt. Ik droom dan weg op het bankje onder de bomen. Zelfs ik word daar rustig van.' Visscher en zijn vakgenoten roemen vooral de timing van Toon Hermans. Mijn dierbaarste Toon-moment? Poeh, moeilijk hoor. De Duif die dood is, Sniklaas. Zijn vele prachtige versjes, waarbij hij de grijze lucht wegtrekt en je écht ook iemand ziet die lekker met zijn muil in het zonnetje op het gras ligt. Ik houd het op zijn tennisracket dat uit de auto wordt gehaald. Weer-ga-loos!'

Jochem Meyer.

'Ik heb twee favoriete Toon-momenten. Als zijn tennisracket wordt gehaald en hij minutenlang helemaal niks zegt. Hogeschoolamusement. En het liedje 'Lente me.' Gezongen in Carré, waar zijn traantjes zichtbaar zijn door het licht. Prachtig!'

Herman van Veen.

'Toon Hermans was voor velen van mijn generatie een voorbeeld. In mijn geval zelfs een van de aanleidingen voor wat ik nog steeds met veel plezier doe: zingen en mensen aan het lachen maken. Ik zou zonder Toon Hermans een ander zijn geweest. 'Het beste van Toon? De duif die dood is!'

Alex Klaasen.

'Het mooiste van Toon? De scène waarin zijn tennisracket wordt gehaald. De lach waarbij mensen niet meer weten waarom ze lachen. Toon is op dat moment een volleerd absurdist. In dat genre was hij zijn tijd ver vooruit.'

Erik van Muiswinkel.

'Toon: na twaalf en een half jaar na zijn dood hoeft de achternaam er nog steeds niet bij. Hij was de theatergigant van mijn jeugd. In Het Eerlijke Verhaal, de Oudejaarsconference 2012, krijgt hij een kleine hommage van mijn generatie. Hij is er gewoon nog. En ja, het wachten op zijn tennisracket uit zijn One Man Show uit 1980 is nog altijd onovertroffen.'

Youp van 't Hek.

'Toon, de man die Carré in één handomdraai en met één oogopslag kon omtoveren in een dorpskroegje. Koning van de simpele grap, de man die regelde dat mijn ouders na een bezoek aan hem weer een jaar verliefd waren. Hij gaf mensen de lol in hun leven terug. Vakman pur sang. Ik vind Toon groots als zijn toneelmeester Johnny zijn tennisracket uit de auto haalt en hij daar zijn publiek op wacht.'

Paul van Vliet.

'Het beste van Toon? Dat is de ornitholoog. Met de Kroet, Polifinario en met de tropenhelm!'