de Telegraaf

’Doeken van Herman van Veen dansen ook’

8 april 2012

Even moet Bianca Landgraaf nadenken over de vraag wanneer zij voor het eerst is gaan deelnemen aan de beurs in Den Bosch. „Dat was in 2004 of ’05”, overweegt de Larense galeriehouder, „In de Brabanthallen. Er was toen pas recent hedendaagse kunst, en mij intrigeerde dat, de combinatie met klassiek.”


Nog steeds is dat een van de beweegredenen voor Landgraaf om ’op Den Bosch’ te staan. „Maar je moet je voorstellen, het was toen nog wel oud en stoffig voor mijn gevoel. Ondanks dat heb ik de gok gewaagd. Want er zou een nieuw vloerplan komen, met pleinen. Dat gebeurde ook, echt een doorbraak in beurzenland. Ik heb me er vanaf het begin zeer prettig gevoeld. Dat er nu reuring is, met Utrecht, komt niemand ten goede”, verzucht ze.

Een opmerkelijke aanwezige in de stand van Bianca Landgraaf is Herman van Veen. „Ik zag zijn werk op televisie vorig jaar en dacht meteen ’hier wil ik meer van zien’. Dus heb ik hem benaderd, ondanks dat ik nooit zo af ga op bekende namen – er zijn zoveel BN’ers die wat doen. Maar Herman van Veen, die schildert zoals hij zich ook in zijn andere werk manifesteert: ’t beweegt, ’t danst, ’t zingt. Hij wil helemaal geen toestanden als signeersessies of zo. Maar hij was erg blij dat hij als schilder mee kon naar de beurs.” Van Veen heeft nu een abstracte schildertaal, legt Landgraaf uit. „Er zal een groot kobaltblauw werk te zien zijn, ruim twee bij twee meter. Ik moet nog wel even bedenken welke plek dat krijgen moet, want je moet wel afstand kunnen nemen.”
Ze voegt er onmiddellijk aan toe dat Van Veen een van de vele kunstenaars is die zij naar de beurs brengt. „Van ieder laat ik een of twee werken zien. Maar gelukkig heb ik er ook een grote berging.” Het weerspiegelt de interesses van Landgraaf: „Ik ben een generalist, beweeg me van links naar rechts in de beeldende kunst. Abstract, maar ook figuratief. Iemand als Nicolaas Wijnberg, daar word ik erg blij van bijvoorbeeld, of Christiaan Kuitwaard.

Behalve schilderkunst heeft Landgraaf ook beeldhouwkunst, driedimensionaal werk. „Er is een tijd geweest, toen ik nog in Blaricum zat, dat ik om het huis een beeldentuin had. Vanaf ’91 was dat. Daar ben ik toen zeven jaar zeer op gericht geweest. Maar de beeldhouwkunst is veranderd. In brons kan ik moeilijk iets vinden waar ik enthousiast over word. Maar toch: van Eric Claus neem ik wat beelden mee. Die gaat altijd maar door, blijft nieuwe wegen zoeken.”



Bron: De Telegraaf