Peter Vantyghem schreef op 12 maart 2005 in De Standaard (B)



Herman Van Veen veertig jaar op de planken



HOE HERMAN VAN VEEN EEN NIEUWE RUST GEVONDEN HEEFT



HIJ begrijpt het zelf niet. Normaliter voorziet hij twee avonden om in Rotterdam te spelen. Nu staat hij er twee weken, en elke avond zit de zaal vol. Herman Van Veen kijkt me doordringend aan, alsof het antwoord van Belgische kant moet komen. Ingrid Verbraeken, zijn Vlaamse persattaché, brengt redding: ,,Misschien, Herman, ben je er altijd te vlug vanuit gegaan dat de belangstelling in Rotterdam niet groter was.''



Veertig jaar Herman Van Veen, en hij lijkt groter dan ooit. Ik citeer hem een gedachte van Johan Verminnen. ,,Wie vijftig wordt, is een ouwe zak en heel erg uit. Maar haal je als artiest de zestig, dan ben je plots een legende.'' Hij knikt. ,,Iedereen wil me spreken. Ik heb veertig aanvragen voor interviews geweigerd. Ik ben zeer vereerd, maar ik kan niet meer dan wat ik nu doe. Zestig maakt blijkbaar iets los en ik sta daarvan te kijken.'' Het maakt hem niet onrustig. Sterker, hij spreekt over een nieuw gevoel van rust. Hij zegt, nogal mysterieus, dat hij nu veel minder keuzes heeft, maar dat het aanbod veel groter lijkt. Hij zegt dat hij minder weet, maar tegelijk beter. Hij tast de taal af om zijn nieuwe levensgevoel uit te leggen, en wanneer hij voelt dat dat niet lukt, schakelt hij over op voorbeelden. Daarin is Herman Van Veen goed: het onzegbare vatten in verhalen en, steeds meer, herinneringen.

,,De toneelschool Amsterdam heeft me gevraagd om een paar maanden les te komen geven. Dat leek me fantastisch. En logisch. Dat is wat ik wilde doen toen ik jong was. Ik geniet ervan om met jonge mensen te werken. En als ik dan iets zing dat ik hen uitgelegd heb, denk ik: 'Zie je nu, dat bedoel ik'. Toen ik veertig was, had ik geen les kunnen geven. Op die leeftijd zit je in een stroom en weet je niet of je water of wrakhout bent. Maar nu is alles anders. Een heel andere rust.''

Het gesprek komt op Benny, een jongen waarover Herman Van Veen al veertig jaar vertelt. ,,Hij is het jongetje dat door een autobus doodgereden werd toen ik jong was. Ik heb hem altijd met me meegedragen. Altijd denkend: 'Herman, stop ermee, hij is dood, hij komt niet terug'. Maar onlangs schreef ik mijn maandelijkse stukje in het Utrechts Nieuwsblad , over Benny. En ik kreeg een brief van zijn zus. Na al die jaren. Toen besefte ik de kracht van repeterende herinneringen.''

Plots besef je waarom Alfred Jodocus Kwak, een van die beroemde figuurtjes die Van Veen zo vrolijk heeft geschapen, zijn ouders verliest als ze door een vrachtwagen worden overreden. ,,Ik besef dat ik die herinneringen onbewust tot een houvast heb gemaakt. Dat zijn ankers en ik heb ze overal. Ze geven me begrip, verbondenheid.''

Herman en de Nekka-Nacht

Volgende woensdag en vrijdag is Herman Van Veen de centrale gast op Nekka. Het evenement is hem bekend, hij stond er al in een van de eerste edities. Hij heeft er lang over nagedacht om opnieuw in dat grote Sportpaleis te gaan spelen. Zoals hij pas naar Zuid-Afrika wilde toen hij echt zeker was dat hij niet voor een verkeerde politieke kar zou gespannen worden. Hij wilde weten waar Nekka dezer dagen voor staat. ,,Ik heb eerst nagegaan of er geen enkele binding is met stromingen waarbij ik me niet goed voel. Ik wil met een juist geweten kunnen zingen.''
Dat Willem Vermandere, Bram Vermeulen, Stef Bos en anderen hem al voorgingen, zal hem wel gerustgesteld hebben. Van hen kon hij ook leren hoe hij zo'n grote zaal moet aanpakken. ,,Het is een rockterritorium'', weet hij. ,,Natuurlijk twijfelde ik: kan wat ik doe wel tot zijn recht komen? Maar het moet kunnen, als de geluidskwaliteit goed is. Ik wil een stille vertoning met een groot hoofd. De stilte moet wezenlijk aanwezig zijn. De focus ligt op de taal, meer dan op het volume. Ik zie die avonden als een incident, een eenmalige grote ontmoeting. Ik vind het erg spannend.''
Dat de avonden plaatsvinden in Antwerpen, geeft ze een speciale betekenis. Van Veen stond vorig jaar wekenlang elke avond in de Arenbergschouwburg. Het was voor hem een afspraak met de geschiedenis, want in die schouwburg had hij als jongeman naar Toon Hermans staan kijken, verscholen in een hoekje.

,,Daar moest ik aan denken toen ik dat podium weer betrad. Maar weet je wat me ook blij maakte? Dat zo'n zaal een eigen publiek heeft. Toen ik in de Elisabethzaal optrad, moest de ticketverkoop gepusht worden. Maar al die avonden in de Arenberg liepen gewoon vol. We hebben een publiek gelokt dat verbonden is met de zaal.''

Van Veen volgt wel zo'n beetje wat er in Antwerpen gebeurt. Hij heeft gehoord over de discussie rond het Museum aan de Stroom, en al snapt hij er het fijne niet van, hij wil wel kwijt dat kunst en journalistiek nodig zijn om de mensen respect bij te brengen voor de verschillen.

,,Angst heeft altijd een economische ondergrond. De val van het IJzeren Gordijn heeft een nieuwe vijand noodzakelijk gemaakt, en dat is de islam. Voor de internationale economie is dat een heldere, vertrouwde situatie. Als in Antwerpen oude mechanismen nieuw leven worden ingeblazen, zitten daar economische machtsstructuren achter.''

De geschiedenis is een slinger, denkt Herman Van Veen, en als artiest die rondreist, herkent hij het spel. Hij valt even uit zijn rol wanneer hij me vertelt dat er, in zijn visie, over een tiental jaar een groot conflict zal zijn tussen Koerden en Turken. ,,Europa en de VS zullen de kant van de Turken kiezen, en de Russen zullen de Koerden steunen''. Maar wat vooral belangrijk is, is dit: ,,Alles wat ik begrijp, wil ik gezongen hebben. Ik kan me niet permitteren het niet te doen. Ik heb al die jaren over Benny gezongen en zo zijn zus, zoveel jaren later, iets gelukkigs kunnen toezingen.''

Herman en de dood

Zijn nieuwe album, dat volgende week verschijnt, heet Vaders . Het is een geladen titel, want verloor hij een paar jaar terug niet zijn beide ouders? ,,Nee, daar ben ik nooit klaar mee'', reageert hij direct. ,,Ik zou er heel veel voor over hebben om mijn kleinkinderen aan mijn moeder te kunnen laten zien. En ik zou mijn vader de grote bomen willen tonen die we samen geplant hebben. Ja, natuurlijk gaat 'Ik mis je' over hem. ,,Ik zou wel kunnen zeggen, zoals de dood het leven mist, maar ik weet niet of de dood dat doet''.

Over de dood heeft Herman Van Veen altijd geschreven, omdat ze hem, oorlogskind, altijd nabij is geweest. Hij is nu een stuk aan het schrijven over een verdwenen manuscript van Chopin. ,,Ik vernam dat Chopin op de begrafenis van Bonaparte voor het eerst het Requiem van Mozart hoorde. Chopin had melancholie nodig, geluk was voor hem niet productief. Dus stelde ik me voor dat hij op die begrafenis, bij het horen van die muziek, dacht dat het de moeite waard was om te sterven. Als de dood je zo laat componeren, moet je er niet bang voor zijn.''

Is Herman Van Veen bang van de dood? ,,Niet langer,'' zegt hij. ,,Ik heb wezenlijke mensen met mijn ogen zien verdwijnen uit die doos, die schil. Dat is een troost geweest. Het leven is niet te bevatten. Ik ben niet als Chopin. Ik put veel meer uit het leven dan uit de dood. Zelfs als ik over de dood schrijf, is het om licht te werpen op het leven. De dood is een grote hangar die blijft staan wanneer de jumbojet opstijgt. En die dan geen jumbo blijkt te zijn.'' (lacht)

Herman en God

Is hij bang van God? ,,Laat God op niemand lijken die ik ken'', zingt hij op zijn nieuwe plaat, waarvan enkele teksten ook opgenomen zijn in een nieuw herinneringsboek ( Zonder jas ). Ook daarover is zijn idee helemaal gevormd. ,,Ik ben ervan overtuigd, en ik zeg dit met alle respect, dat God een menselijke uitvinding is, en niet eens zo'n slechte. Maar God heeft de gedaante van zes miljard personen. De mens heeft God geschapen naar zijn evenbeeld en die God hoop ik nooit te ontmoeten.''

Maar daartegenover staat zijn spiritueel besef dat er een magistraal mirakel is waarvan we deel uitmaken. ,,Iets dat verpletterend onbevattelijk is.'' Hij wikt de gedachte. ,,Het zou wel eens kunnen dat wat we beseffen, gewoon leidt tot een volgende fase van onbegrip. Het enige wat voor mij vaststaat, is dat er niets vaststaat. Dat is mijn enige zekerheid. Daarom is zo'n museum in Antwerpen of in Gent of in Ieper ook zo belangrijk: daar worden dingen getoond die we moeten begrijpen, die ons bewegen. Als je niet meer beweegt, ben je er slecht aan toe.''

De cd ,,Vaders'' verschijnt volgende week bij Universal. Het boek ,,Zonder jas'' verschijnt bij De Standaard Uitgeverij.