Leidsch Dagblad
Dick van Teylingen

Herman van Veen zet de tijd stil

12 mei 2011

In een wip heeft hij z'n publiek geleerd hoe het moet regenen en donderen, en hoe het daarna de zon kan laten doorbreken. Het klinkt gevarieerd en beeldend, en de oude meester heeft meteen een band met de toeschouwers. Een klein gebaar en de zaal verzorgt het weer. Herman van Veen heeft zijn fans nog steeds aan een touwtje.


Als er uiteindelijk geen einde lijkt te komen aan het applaus, besluit Van Veen dat het genoeg is. Hij daalt van zijn podium af, loopt door de zaal, buigt, knikt, geeft hier en daar een hand en wijst de mensen de weg naar de uitgang. Er zijn landen waar hij president had kunnen zijn, maar dit is Nederland.

Je hoort wel dat Hollanders hun oude helden niet eren, maar tussen Franse en Duitse optredens door krijgt Herman van Veen de Stadsgehoorzaal met gemak twee keer vol. Hij is van 1945 ('even oud als de vrede'), maar je denkt niet; kijk, een pensioengerechtigde man, dicht bij zijn vijftigjarig artiestenjubileum. inmiddels heeft hij het minder druk met Filmscenario's, jeugdtelevisie en een theatraal attractiepark, maar sinds een jaar of wat schildert hij en is hij opa met verve. En in de laatste toegift ('Opzij, opzij') houdt hij, kruising tussen voetballer en balletdanser, het tempo soepel bij.

Het is mooi om zo'n vakman aan het werk te zien. Hij laat zich vergezellen door gitariste Edith Leerkes en violiste Jannemien Cnossen. Subtiel en oerdegelijk muzikaal fundament is nog altijd de pluizige pianognoom Erik van der Wurff, kompaan van het eerste uur.

De bewondering stroomt van de zaal naar het poditim. Op zijn beurt bewondert Van Veen terug. Kunstbroeders als Ramses Shafďy komen voorbij, en Jacques Brel. Die werd voorlaatste op het Eurovisie Songfestival van 1954, wat meteen de roemloze ondergang van de 3JS relativeert.

Dichters als Judith Herzberg en Willem Wilmink krijgen hun eerbetoon; van de laatste is de geestige observatie dat jongetjes van voren meteen klaar zijn en dat je dat bij meisjes nog maar moet afwachten.

De ingrediënten verschillen niet van decennia terug: liefdesliedjes, korte conférences, soms in het Uteregs, golvende armen, een komische goochelact, rake verwijzingen naar de wereld van nu, muziek č la Flairck. Een jongen op de step vervangt de kleine meid op de kinderfiets. Een rozenblaadje wordt een clownsneus. Soms dempen het bad van sfeer en de behoefte te behagen de zeggingskracht, maar Van Veen blaast nog steeds zijn unieke wind door de woorden.



DICK VAN TEYLINGEN