In het Parool van zaterdag 11 November 2000 schreef Anne-Rose Bantzinger

VRUCHTBARE BAND



HERMAN VAN VEEN en Carré zijn een ijzeren combinatie.

De verbintenis tussen de Utrechtse harlekijn en het circustheater lijkt op een huwelijk waarbij de ene partner telkens huis en haard voor langere tijd verlaat, maar altijd terugkomt.
Op 5 mei 1971 stond de destijds 26-jarige Van Veen er voor het eerst. Het werd een historisch debuut, dat de stoot gaf tot zijn internationale carrière. De hoogste tijd om iets terug te doen, moet Van Veen hebben gedacht. Eergisteren, de dag dat hij in Carré zijn 366ste voorstelling speelde, werd in de foyer van Carré de geboorte aangekondigd van een kind uit dit huwelijk: het Herman van Veen Vrienden Stipendium. - Deze nieuwe aanmoedigingsprijs is een gezamenlijk initiatief van de stichting Vrienden van Carré en de Herman van Veen Foundation. Er is een bedrag van een halve ton aan verbonden. Dit geld is bedoeld voor een productie in Klein Carré, gemaakt door jonge theatermakers in de laatste fase van hun opleiding of oud-studenten die nog niet zo lang klaar zijn. Zij kunnen tot 1 maart 2001 bij de Vrienden van Carré plannen indienen voor een project in de intieme theaterzaal op de derde verdieping van het gebouw. Die plannen moeten passen in het genre dat gewoonlijk in Carré te zien is: variété, musical, kleinkunst of iets anders joligs. Het stipendium wordt toegegekend door een jury, bestaande uit voorzitter Hans van Willigenburg, Hanneke Rüdelsheim (voormalig directrice van Bellevue/Nieuwe de la Mar), producent Wim Visser (binnenkort adjunct-directeur van Carré) en Erik van der Wurff, de componist, arrangeur en toetsenist die Van Veen al sinds begin jaren zeventig begeleidt. Het is de bedoeling dat de productie in het seizoen 2001/02 te zien zal zijn. Merkwaardig was wel dat het stipendium werd aangekondigd in de foyer van Carré en niet in Klein Carré zelf. Zoiets wekt, ten onrechte, de indruk dat dit zaaltje eigenlijk niet de moeite waard is. En hoe, vindt Herrnan van Veen zelf het eigenlijk dat straks tien-duizenden guldens, mede uit zijn naam, worden uitgegeven aan een productie waarover hij artistiek niets te zeggen heeft? De troubadour zet grote ogen op, wat hij kan als geen ander: "Er is volstrekte vrijheid. En dat is alleen maar goed."


Anne-Rose Bantzinger





terug naar de index