Leef!
Magazine van de Service Apotheek

Violist en zanger Herman van Veen

Ga bij je huisarts weg als z'n planten dood zijn

aug-sep-okt 2011

Voor veel artiesten is een keer optreden in Koninklijk Theater Carré het hoogst haalbare. Violist en zanger Herman van Veen heeft met zijn karakteristieke stem maar liefst vierhonderd keer in dit legendarische theater gespeeld; het record voor een soloartiest. Dit najaar is Herman van Veen vijf weken lang te zien én te horen in deze prachtige zaal. Als lezer van leef! krijgt u €5,00 korting. 'Veel mensen kennen mij alleen van mijn bekende liedjes als "Opzij", "Anne" en "Hilversum drie". Al die liedjes horen bij vertellingen in theatervoorstellingen. Hoe vaak ik niet hoor: 'Goh, ik had eigenlijk geen idee van wat u doet. Wat bijzonder!'


Herman van Veen is een indrukwekkende persoonlijkheid die het publiek enorm aanspreekt. Ook al zit u op de achterste rij van een grote theaterzaal: u hebt het idee dat Herman u recht aankijkt. Z'n stem heeft een volume van heb ik jou daar. Zelfs in theater Carré met 1.750 stoelen zingt hij enkele nummers zonder microfoon. Mensen komen vaak bijna zwevend de zaal uit: wat was het prachtig! We hebben genoten en gelachen! De één vindt de slapstickachtige stukjes heel grappig. De ander wordt ontroerd door gevoelige liedjes, bijvoorbeeld het liedje over een meisje dat onzeker wordt om voor de klas te staan, omdat ze dan jongens ziet gluren 'of het al wat wordt'. Soms wordt u in uw hart geraakt door een heel serieus verhaal. In de laatste zin maakt Herman dan een kwinkslag, zodat u heel hard moet lachen. Een gesprek met deze theaterpersoonlijkheid.


Rechten van het kind

Ik vind het belangrijk om me in te zetten voor wat ze de zwakkeren in de wereld noemen. De Herman van Veen Foundation steunt soms door publiciteit, soms door geld en soms door mensen met elkaar in contact te brengen. Er zijn mooie dingen uit voortgekomen. Zo hebben we de oprichting gestimuleerd van een kliniek in Elandsdoorn in Zuid-Afrika die vrouwen met hiv begeleidt, zodat zij gezonde baby's zonder hiv krijgen.


De eerste nacht overleden

Jaren geleden kreeg ik een briefje van een meisje, Patricia: Mijnheer Van Veen, wilt u niet eens bij mij op bezoek komen? Ik heb leukemie en ik ben heel erg ziek. Ik vind u zo lief en ik vind dat u zo mooi kunt zingen. Om een lang verhaal kort te maken: dat briefje heeft uiteindelijk geleid tot de oprichting van het Colombinehuis; een vakantieverblijf in Flevoland voor gezinnen met kinderen die nauwelijks op vakantie kunnen, bijvoorbeeld omdat ze chronisch ziek zijn, in een rolstoel zitten of onder zware emotionele druk leven. Een aantal Service Apotheken en andere apotheken hebben de oprichting van dat huis gesponsord en daar ben ik ze nog steeds zeer erkentelijk voor. Toen het huis klaar was, waren Patricia en haar gezin de eerste gasten. Die eerste nacht in het huis is Patricia overleden. Dat was heel erg verdrietig, maar haar overlijden had ook een grote schoonheid. Ze was veel ouder geworden dan men voor mogelijk had gehouden.


Vroeger een tobbergezondheid

Ik ben geboren in het jaar dat de Tweede Wereldoorlog is afgelopen. Door ondervoeding ben ik als kind ernstig ziek geweest. Daardoor heb ik de tweede klas van de lagere school overgeslagen. Ik had een tobbergezondheid. Ze noemden ons bleekneusjes.


Theater is topsport

Nu gaat het goed met mijn gezondheid. Dat koester ik. Mijn vak is toch een vorm van topsport. Ik ben geweldig matig in alles; ik zal niet snel verschrikkelijk dronken worden. Ik at jarenlang vaak alleen een snelle hap in de kleedkamer voor een voorstelling. Nu ik ouder word, leef ik zorgvuldiger.


Ga bij je huisarts weg als z'n planten dood zijn

Een typerende uitspraak van mijn moeder is: 'Herman, ga bij je huisarts weg als z'n planten dood zijn'. Mijn ouders zijn jaren geleden overleden, maar ik denk elke dag aan ze. Of het nou is van: zeg ma, hoeveel zout deed je daar nou op? of: zeg pa, wat zou jij nou gedaan hebben? Mijn moeder had haar hele leven een wankele gezondheid. Ik kan me haar bijna alleen in een ochtendjas herinneren.

Toch bekommerden mijn ouders zich veel om het welzijn van anderen. Daar komt mijn betrokkenheid bij zwakkeren vandaan. Mijn moeder was de EHBO van de straat. Iedereen wist haar te vinden als er iets aan de hand was, of het nou ruzie was, door prostitutie kwam of dat iemand voor het eerst ongesteld werd. Mensen durfden haar alles te vragen.


Doe je mond open!

Mijn vader wist van aanpakken. Hij toonde zijn betrokkenheid bij de samenleving door zich in te zetten voor maatschappelijke en politieke zaken. Hij was een hele enthousiaste, pure man die goed kon spreken in het openbaar. Hij was echt betrokken en bewogen; hij ging demonstreren en protesteren. Als hij boos was schreef-ie soms een brief. Hij zei altijd 'Doe je mond open!' Hij bedoelde: je hebt het recht om je te laten horen.


Reis langs mensen die me lief zijn

Voor het slapengaan maak ik een reisje in gedachten langs mensen die me lief zijn. Dan denk ik ook aan mensen die zijn overleden. Heel vaak vraag ik hen dan: hoe gaat het met mij? Ik denk dan ook vaak aan mevrouw De Vries. Zij was een van de meest wijze mensen in mijn leven, ik heb haar leren kennen toen ze al in de tachtig was en in een park op me af kwam. Ze vertelde me dat het mijn taak was om me in te zetten voor de heilige onverschil- ligheid. Ik vond dat een heel verwarrende boodschap. Ik ging regelmatig bij haar op bezoek. Ze gaf me veel levensraad. Kort voor ze stierf kreeg ik van haar een Maria-afbeelding met in het Frans de tekst:
'Ik bescherm u'. Die afbeelding zit in mijn vioolkoffer. Voor ik het toneel op ga, kus ik altijd eerst die afbeelding.


Mensen die ik volg

Er zijn behoorlijk wat mensen die mij volgen en zeker veertig voorstellingen per jaar bezoeken. Dat is fantastisch. Ik heb ook mensen die ik volg opTwitter en zo. De violiste Janine Jansen bijvoorbeeld. En de Ajax-trainer Frank de Boer. Ik zie ambachtelijke rust en zekerheid in hem. Hij heeft voor ogen waar hij met het team naartoe wil. Hij laat zich niet meeslepen door de waan van de dag. En ik volg bijvoorbeeld de levenswandel van Remco Campert; of het nu gaat om zijn liefde voor poezen of voor taal. Ik vind het een mooie man. Laatst zag ik hem en ik zei: 'Meneer Campert, ik heb grote bewondering voor u'. Hij zei terug: 'Meneer van Veen, dat is wederzijds.'


Koninklijke onderscheiding

Ik heb twee keer een koninklijke onderscheiding gekregen. De laatste keer in Carré: ik ben door de koningin benoemd tot Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw. Ik vind het een mooie erkenning van de samenleving voor de dingen die ik doe en die me na aan het hart liggen.


Meer dan vierhonderd keer in Carré

Het gaat nooit vervelen om mijn ambacht uit te oefenen, ook al heb ik meer dan vierhonderd keer in Carré opgetreden. Als ik 's avonds een voorstelling heb, begin ik om vier uur met de voorbereidingen.
Ik kijk dan eerst op het toneel naar allerlei details: gaat het doek niet te langzaam open? Staat de airco goed? De kracht van de voorstelling zit in de beleving van het moment.
Voor een chirurg of een autocoureur is het levensgevaarlijk om op routine te werken. Dat geldt voor theater ook. Er spelen zoveel aspecten mee: een kuch of de woede van iemand in de zaal; het enthousiasme van het publiek; de akoestiek van de zaal;
de maatschappelijke werkelijkheid. Geloof me, de voorstelling op dinsdag is heel anders dan op vrijdag.


Bijzondere chemie

Ik speel al zo'n vijftien jaar met violiste en zangeres Jannemien Cnossen en meer dan twintig jaar met gitariste en zangeres Edith Leerkes. Edith en ik komen uit een vergelijkbaar nest. Onze instrumenten, gitaar en viool, en onze stemmen vullen elkaar goed aan. Ze is echt een vriend.
We steunen elkaar onvoorwaardelijk. Het is geweldig om zo iemand in je leven te hebben. We schrijven veel muziek samen. Edith is een goed klankbord voor mij. Als zij inademt, is dat mijn signaal om in te zetten. We zijn als twee roeiers in één boot. Zo'n bijzondere chemie heb ik ook met pianist Erik van derWurff, met wie ik al 48 jaar speel. Hij kan aan mijn-oren zien wat ik ga doen. Het is een voorrecht om met hen te spelen.


Velen kennen alleen de bekende liedjes

Veel mensen kennen ons alleen van bekende liedjes als 'Opzij', 'Anne' en 'Hilversum drie'. Die liedjes zijn natuurlijk heel toegankelijk, maar het zijn zeker niet mijn beste liedjes. Er zijn mensen die na een voorstelling hoogst verbaasd zijn omdat ze dachten dat ik alleen maar liedjes zong. Maar ik heb al die liedjes gemaakt voor een vertelling in een theatervoorstelling.

Als je alleen het liedje hoort, valt de vertelling weg. Die liedjes vertegenwoordigen de lichtste kant van mijn werk. Het interessante van theater is juist dat ik ons publiek een authentieke wereld kan tonen.


Die man van dat lullige liedje 'Toveren'

Mijn bekende liedjes drukken een stempel op me. Toen Edith Leerkes werd benaderd om met me te spelen, zei ze: 'Herman van Veen is toch die man van dat lullige liedje "Toveren"'? Zij wist niet dat dat liedje komt uit een vertelling over een joodse goochelaar die niet in staat was om zichzelf uit een concentratiekamp te toveren. Het liedje 'Opzij' komt uit een verhaal waarin ik op de vlucht ga voor bankiers en projectontwikkelaars die verschrikkelijke gebouwen gingen neerzetten in natuurgebieden. Als je het verhaal kent, krijgt zo'n liedje ineens heel andere lading. Hoe vaak ik niet hoor: 'Goh, ik had eigenlijk geen idee van wat u doet. Wat bijzonder!'