Jaak Dreesen schreef 10 december 2004 in De Bond (B)

HERMAN VAN VEEN

ALFRED JODOCUS KWAK

Rare man toch, die Van Veen. Speelt even glorievol in Wenen, Parijs en Berlijn, als in de Antwerpse Arenbergschouwburg. Juichende recensies blijven zijn deel, al valt af en toe nog wel een term als "soft" of "wazig", maar daar trekt Herman zich terecht niets van aan. Hij is te nemen of te laten, en daarmee basta. Voor zeer velen blijft hij levenslang te nemen. In de Arenberg speelde hij recent nog eens zijn muzikaal sprookje "Alfred Jodocus Kwak". Het is niet echt een meesterlijk verhaal, er schemeren iets te veel educatieve bedoelingen doorheen, maar Herman maakt er evengoed een vrolijk, swingend en kleurrijk spektakel van. De schouwburg zit nokvol (groot)ouders en jonge kinderen, een echt familiepubliek dus, en elke theaterman weet dat dit moeilijk te bespelen valt. Maar Van Veen doet het meesterlijk.
Ik moet aan de kracht van Jozef van den Berg denken, die wonderlijke poppenman van ettelijke jaren geleden. Net als Herman wist Jozef ontroering aan humor te koppelen, en vrolijkheid aan een raar soort van verdriet. Het sloeg aan; jong en oud werden er, net als bij Herman van Veen, afwisselend stil en vrolijk van.

Voor Jonge kinderen is zo een Jodocus Kwak een geweldige theaterervaring, vele malen rijker dan, bijvoorbeeld, het eendimensionale amusement van Kabouter Plop en co.
Verstandige ouders bieden hun kinderen de kans kennis te maken met niet voorgeprogrammeerd, oorspronkelijk, en emanciperend theater.
Wat zeg ik?
Ze hebben daar recht op!


JAAK DREESEN