Trouw
Rinske Wels

Sprankelend debuut vol liefde en verlangen

5 oktober 2010

Al bij haar geboorte werd ze beroemd. Vader Herman van Veen zong zijn pasgeboren dochter de boodschap toe: ’Anne, de wereld is niet mooi. Maar jij kunt haar een beetje mooier kleuren’. Die Anne is inmiddels 27 lentes jong en bereidt zich voor op haar tweede theaterprogramma ’Wilde Lucht’. Tegelijkertijd verschijnt haar eerste cd ’Bij mij’.


Die cd werd onlangs gepresenteerd in de foyer van Theater Carré, in aanwezigheid van vader Herman en moeder Marlous Fluitsma, haar geliefde, vrienden, familie en pers.

Op ’Bij mij’ zijn grotendeels de liedjes uit haar eerste voorstelling ’Anne’ verzameld. Ze geven het beeld van een jonge vrouw die enigszins verwonderd de wereld in kijkt. Er vallen schellen van haar ogen op weg naar volwassenheid, ze ziet steeds meer details, leert de vele facetten van de liefde kennen en blijft idealistisch. Toch zijn de veelal ’kleine’ liedjes opvallend volwassen van toon. Het titelnummer ’Bij mij’ is bijvoorbeeld prachtig. Praktisch en poëtisch tegelijk. Niet voor niets nam haar vader dit nummer ook op in zijn repertoire. Als hij het zingt, met zijn warmfluwelen stem die door de jaren is gekleurd, klinkt ’Ik wil je hier bij mij’ bijna dwingend. Als Anne van Veen het zingt met haar frêle, heldere stem klinkt het aarzelender, een beetje meer smekend. Maar de wens ’Ik wil je kruimels en je jas en je koffer/En je haren op mijn kussen’ komt harder binnen.

In een interview in Trouw over haar debuutprogramma ’Anne’ zei Van Veen dat ze de liefde hoog had zitten. „Die heeft een schaduwkant die ik niet zo graag wil zien, maar die ik wel onder ogen moet komen.” En: „Het is een zoektocht naar de liefde. Ik ben uit het paradijs gevallen, dus ik zoek naar: waar ligt de oorsprong van mijn scepsis, angst of verlangen? Maar ik ben altijd weer bereid om te vallen.”

Ze vertelde ook dat ze het gevoel had nu pas haar vleugels uit te slaan. Op school en op de Kleinkunstacademie had ze altijd braaf gedaan wat iedereen zei, nu was het tijd om haar eigen vorm te vinden. „Ik moet mijn eigen weg kiezen en vertrouwen op mijn talent.” Die zoektocht blijkt ook uit het liedje ’Ouders’. Waar haar ouders in het begin helden waren zonder ’smetje of vlekje, niks van dat’, blijkt na ’het opdrogen’, dat het ook maar mensen zijn. De ontworsteling uit het veilige nest is niet zonder slag of stoot gegaan en kwetsbaar vraagt Van Veen of haar vader ook van haar zal houden als zij hem tegenspreekt. Tegelijkertijd eist ze haar eigen plek op: ’Niet meer in jouw koor/Maar net als jij midvoor’.

De meeste van de elf liedjes op ’Bij mij’ gaan (dus) over de liefde en het verlangen. Ze zijn zonder uitzondering mooi van taal. Soms zeer rechtstreeks – ’Ik wil een poes en een kind en een huis met jou / Met een naambordje op de deur met jou’ – en soms heel abstract en poëtisch. Het bitterzoete ’Vrae’ – geschreven door de Zuid-Afrikaanse zangeres en liedjesschrijfster Karin Hougaard – is bijzonder fraai. Van Veens stem klinkt in dit nummer zwaarder en beslister dan in de andere liedjes en toch weet ze ook de twijfel en onzekerheid van een bedrogen vrouw erin te leggen.

’Bij mij’ geeft een mooi beeld van een jonge vrouw die gelooft in de liefde, ondanks de twijfels, de angsten en het hartzeer dat haar soms ten deel valt. Af en toe klinkt Van Veens stem misschien nog wat te breekbaar en sommige nummers zijn nog wat ’onaf’, maar al met al is het een sprankelend debuut van een eigenzinnige liedjesschrijfster.