Peter Vantyghem schreef 9 maart 2003 in De Standaard

TEN HUIZE VAN HERMAN VAN VEEN

Een wonderlijk man



SOEST
Hij voelt zich elke dag gelukkiger, beter, rustiger. Maar nog blijft er zo ongelooflijk veel te doen. Het is dan ook een wonder dat Herman Van Veen de tijd vindt om voor het eerst in vele jaren naar Vlaanderen te komen voor een lange tournee, die loopt tot einde mei.


IN het stadje Soest, ten noorden van Utrecht, wonen twee wonderlijke mannen. De ene fietst fluitend rond en geeft de dingen andere namen. Hij ziet bijvoorbeeld in elke dwarrelende sneeuwvlok God. De andere volgt hem met zijn ogen en vangt hem in een lied. ,,Hij is een kind, een heel oud kind/ Alfred Judocus Kwak, een Don Quichot'', zingt Herman Van Veen.
,,Natuurlijk gaat dat liedje ook over mij'', geeft hij toe. ,,Maar die man in dit dorp bestaat, en ik heb vroeger een andere man gekend die óók in dit liedje geslopen is. Hij wilde strips van Guust Flater ruilen voor bijbels. Die man was daar heel ernstig in, maar de mensen noemden hem zwakzinnig.''

Daarom heet zijn jongste cd Andere namen: ,,Omdat ik bezig ben de dingen anders uit te drukken dan met jargon. Dat is al heel lang een bewuste route. Wat is bijvoorbeeld een verkeersongeluk? Het kan zijn: een ruzie met een vrouw, een hond die dartel was, een boom die er al altijd stond. Maar we zeggen verkeersongeluk. We zijn bezig met het opvoeren van de druk op Irak tot een niet?controleerbare situatie en dat zullen we dan een ongeluk noemen. Dat is apathisch.''

Zoals altijd praat Herman Van Veen gedreven en zorgvuldig. Er is geen zanger die beter articuleert dan Herman Van Veen. Zijn ideeën haalt hij niet uit moeilijke theorieën van grote denkers, maar uit zijn dagelijkse leven. Bij hem geen twijfels over een zinsnede of een betekenis. Hij heeft net een afmattende vergadering achter de rug, verwacht nog een avondlijke gast, maar zoekt onvermoeibaar naar het juiste woord. Apathie is hem vreemd.
Zijn leven is een lang gevecht tegen windmolens. Dat heeft hij gemeen met Don Quichot?achtige figuren, maar met dat verschil dat hij niet wil winnen, hij wil enkel een alternatief bieden. ,,Het is ongelooflijk hoe apathisch we reageren op alle ellende in de wereld. Alles draait om de economie. De prijs voor onze welvaart is hoog en de ontwikkelingslanden betalen die. Je kunt misschien denken dat er niets tegen te doen is, maar ik weet dat elk project een verschil maakt. Dáárom zing ik dat je elk oorlogskind een naam moet geven.''

Vanuit Soest stuurt Van Veen zijn projecten. Hij maakt cd's en boeken, en leidt zijn stichtingen Colombine, AJ Kwak en Herman Van Veen. Allemaal zijn ze gericht op kinderen: hun gezondheid, hun onderwijs en hun verhalen. De jongste spruit in de familie is de stichting Roos. Het doel? Ruimte creëren om verlies te vieren. Van Veen is een monument aan het oprichten in Drente, met 24 metershoge stenen die uit de hele wereld aangevoerd worden. Elke steen vertelt een verhaal over dood.
Het project heeft te maken met zijn onlangs overleden ouders, een verdriet dat doorgroeit als een boom. ,,Daar moet je mee leren omgaan. Ik heb een boek gemaakt, Troost, en die stichting opgericht, omdat ik in de Universele rechten van het kind het recht op verhalen mis. Elke dood is een verhaal en die verhalen willen we vertellen.''
De wonderlijke Herman Van Veen. Wat er ook gebeurt in de grote wereld, hij vertelt er een ander verhaal bij. De wereldleiders gaan hun gang, maar vanuit zijn ervaringen vertaalt Van Veen alles naar een kleinschalig niveau. Grote structuren als Unicef werken traag, maar zijn stichtingen kunnen alert reageren op plotselinge nood. Met als voornaamste motto dat hulp die afhankelijk maakt, geen hulp is. Van Veen wil écht helpen.
Dat is typisch voor zijn generatie, mijmert hij. ,,Wij zijn opgegroeid na de Apocalyps. Voor ons speelt dankbaarheid een grote rol. Ik leef dankzij de voedseldroppings van de Canadezen. Daarom is mijn leven een permanent dankjewel.''

U hebt vorig jaar een boek geschreven, ,,In vogelvlucht'', over uw leven. Het is opvallend hoe haarscherp u zich die anekdotes nog herinnert.
Dat zijn de jaren, dat zult u nog wel merken. De herinneringen komen steeds sterker terug. En ik verheug me erop, ik wil ze bewaren. Zo is dat boek tot stand gekomen. Ik schreef het voor mijn kinderen. Maar toen het klaar was, ben ik vergeten het hen te geven.

Wanneer u een boek schrijft of een cd maakt, denkt u dan ook aan de mensen die uw werk zullen lezen of beluisteren?
Daar ben ik totaal niet mee bezig. Dat kan ook niet. Duizend mensen in een zaal, dat betekent duizend voorstellingen. Als je boos of erg verdrietig, zeg je soms wel dingen waardoor veel mensen hetzelfde ervaren. Maar dan word je een pedagoog of een politicus, en dat wil ik niet zijn. Een voorstelling is in essentie een ervaring onder vier ogen. Wie denkt dat je verder kunt reiken, is gek. Een cd maken of een boek schrijven, is niets meer dan het bewaren van de sfeer die er op een bepaald moment is. In een cd stolt de tijd. Het is een dagboek: als je het weer leest, denk je aan die autoritten, die situatie, die mens... Meer bereiken, is ondenkbaar.

,,Vlamingen zijn groot in het doen alsof ze niet zo goed zijn''

Op uw nieuwe cd staat een liedje van Willem Vermandere, ,,Voor Marie?Louise'', en op een recente live?dvd zingt u ook zijn ,,Kyrie Eleison''. Wat boeit u in hem?
Ik ken hem al vijfendertig jaar. In onze begindagen kenden we elkaars reputatie. We waren mannen onderweg. Maar hij heeft me met 'Voor Marie?Louise' echt bij de ballen gepakt. Daarin trof hij het wezen van de dingen zoals ik ze ervaar. Het leven is de moeite waard. 'Kom dan bij me om je te warmen. Ik maak een kamer voor je klaar'. Dat was zo helder, ik wilde dat zingen. En uit de herinneringen aan de dagen met Wannes Van de Velde en Brel is alweer een nieuw lied gegroeid dat ik nu zing: 'Broederland'.

Vermandere lijkt steeds meer te willen schrijven naarmate hij ouder wordt. Hebt u ook die scheppingsdrang?

Hij heeft destijds een andere keuze gemaakt. Hij heeft zichzelf beperkt, gekozen voor sereniteit. Hij heeft heel lang geluisterd zonder te geven. Wat beeldhouwen voor hem was, was theater voor mij. Maar ik kon het uiten. Bij hem moét het er nu uit. Dat haastgevoel ken ik niet. Ik ben rustig. Ik krijg alleen problemen als er ongewenste controle over mijn werk komt.

Is dat niet onvermijdelijk? U bent een harlekijnfiguur, een vrije mens. Maar is vrijheid geen illusie?
Vrijheid betekent: niet bang zijn. Dat heb ik al heel vroeg geleerd. Toen ik conservatorium liep, was ik bang omdat ik voelde dat ik in staat was om me aan te passen. Dus toen ik afstudeerde, heb ik alles van me afgeschud. Voor mijn eerste optreden kwam ik op het podium zonder programma, zonder enige afspraak, zonder repetitie. In de zaal zaten mijn medestudenten, mijn leraars. Dat was spannend, en het was een statement. Zo is het gebleven. Kom twee avonden na elkaar naar een voorstelling en je zal iets anders zien. Misschien heb ik tussenin een gedicht gelezen dat ik wil voorlezen, of is er iets in de wereld gebeurd.''

U speelt geen concerten in de klassieke zin van het woord? Nee.
Noem het liever een 'ontmoeting' met Herman Van Veen.

Het was lang geleden dat u Vlaanderen nog eens aandeed met zo'n lange tournee. Hoe ervaart u Vlaanderen nu? Is er iets veranderd?
We moeten inderdaad ons gesprek terugvinden. Voor mij is het belangrijkste dat de Van Veen die nu naar Vlaanderen komt, intussen getrouwd is met een Waalse vrouw. Dat heeft België voor mij veranderd. Ik heb de Franse taal leren beleven en daardoor begrijp ik het Vlaams beter. Ik loop ook anders door het land. Vroeger zag ik Vlaanderen vanuit Holland, nu veeleer vanuit de Franse cultuur. Op dezelfde manier is het Nederlands voor mij veranderd door naar Zuid-Afrika te gaan. Ik heb daar alle varianten van de taal gehoord, verschillen van een ongekende schoonheid. Het was alsof de muren van het Rijksmuseum begonnen te praten.

Waarin verschillen Vlamingen van Nederlanders?
In Nederland hoor je hoe de handelsgeest ervoor zorgt dat de woorden probleemloos ingewisseld worden voor hun Engelse tegenhangers. Terwijl Vlamingen... dat zijn architecten. Maar met een bescheiden veldoverzicht. Vlamingen zijn groot in het doen alsof ze niet zo goed zijn. Ze plaatsen zich elke keer weer voor het WK voetbal en dat verrast iedereen steeds weer, inclusief henzelf. Ik vind dat een kwaliteit.

U toert ook veel door Duitsland. Wat is er daar veranderd?
Na de val van de Muur ervoer ik in Oost?Duitsland een volledige verbijstering. De mensen konden alleen maar verticaal denken. Het was ofwel beter, ofwel slechter. Ik had niet de indruk dat ze luisterden. Daarna volgde een fase waarin het allemaal entertainment moest zijn. En nu zijn ze terug, en dat is omdat ik Herman ben gebleven. Ik zing wat ik nu wil zingen en dat hebben de mensen begrepen. Dat is heerlijk.

SOEST in de namiddagzon is een idyllische plek. Even buiten de stadskern heeft Herman Van Veen zijn Harlekijn Holland Kloosterhof gebouwd. Een complex dat uit verschillende gebouwen bestaat, met rieten daken, harmonieus opgenomen in een omgeving van beukenhagen en grote weiden met schapen en paarden. Hier woont en werkt de Hollandse harlekijn. Links de stallen, rechts het woonhuis, voor je de bureaus. Het is een heerlijke biotoop. Het is thuis.
,,Er is geen boom die ik niet zelf heb geplant'', zegt hij, rondblikkend. ,,Ik speel jaarlijks honderd voorstellingen, wereldwijd, maar dat is nog niet de helft van de tijd die ik hier besteed. Hier heerst rust. Hier kan ik een lang gesprek aangaan met de dieren en de bomen. Ik hou van wandelen, en ik wil hier meer en meer zijn. Ik ben een liefhebberende boer, in die zin dat ik er niet moet van leven. Maar de zanger heeft dit nodig. Het laat me toe de dingen te benoemen. Het legt verbanden. Je voelt iets en door hier te zijn, noem je het 'herfst'.''

,,Elke dood is een verhaal en die verhalen willen we vertellen''

Wanneer hij op reis is, zoekt hij troost in de dierentuinen van de steden waar hij optreedt. Zo stond hij vijf dagen in Zürich, wat vijf bezoeken aan de lokale dierentuin opleverde. ,,Ik vond dat de tijgers altijd zo alert naar me keken. Tot ik me realiseerde dat ze niet naar mij keken, maar naar iets achter mij. Dus ik draai me om en wat zie ik? Antilopen. Dat was met opzet, weet je. Tijgers mogen geen slaperige indruk maken op het publiek.''
Is hij nooit moedeloos geweest? ,,Natuurlijk wel'', reageert hij. ,,Als je een township ziet waar geen eind aan komt. Als je weer eens een mensonterende route moet afleggen om te komen waar je wil komen. Kijk, je ziet iets, en je weet dat je de muur niet kunt afbreken. Maar je kunt er één steen uit lospeuteren. Dat heb ik gedaan en ik heb het bewijs gekregen dat het werkte. Ik heb jarenlang 'Wenn Hitler seinen Krieg gewonnen hätte' gezongen in de voormalige DDR, een lied waarvan men niet wilde dat ik het zong. Maar toen de Muur viel, is een jongen uit Leipzig met de fiets helemaal naar hier gereden, met een steen uit die muur.''
Ooit vroeg Hugo Claus hem om de rol van Pallieter te spelen in zijn film. ,,Kan ik niet'', antwoordde Van Veen, ,,want ik ben Pallieter.'' ,Mijn leven is een permanent dankjewel''