Henk Langenhuijsen schreef 9 februari voor de Brabant Pers (Eindhovens Dagblad en Brabants Dagblad)
Herman van Veen toont liefde voor het vak
"Zouden ze ons nog wel kennen?", vraagt Herman van Veen zich af bij de
eerste van een nieuwe serie voorstellingen in Nederland. Een kleine vijf jaar
zijn verstreken sinds zijn laatste tournee op eigen bodem. Toen ging ik niet
voor hem door de knieën, omdat de show een gemakzuchtige indruk maakte en glans
miste door een gebrek aan verrassingen en een routineus teruggrijpen op bekende
hoogtepunten. In het buitenland had de clown met dat tedere gevoel wel succes
in onder meer Berlijn, Wenen, Parijs, Londen en New York. Nederland is geen
gemakkelijk land voor hem, maar met deze show zal hij ontegenzeggelijk
bewondering en respect oogsten.
De afgelopen 25 jaar heeft Van Veen (geboren in '45) een indrukwekkend
arsenaal aan mooie teksten, liedjes en versjes bijeen gebracht. Het siert hem
dat hij niet naar willekeur graait in deze schatkist om zijn publiek te paaien.
Pas in de toegift laat hij de teugels vieren en zingt flarden van hits als
Hilversum III, Opzij, opzij en Spetter pieter pater, het lijflied van Alfred
Jodocus Kwak.
Ook in de show zitten wel bekende nummers, zoals 'Liedje' van Judith
Herzberg, maar voor mooie herinneringen is Van Veen kennelijk niet gekomen. Het
onsterfelijke 'Liefde voor later' wordt halverwege al afgebouwd en een ander
lied, 'Kusje', krijgt niet meer dan één minuut. Van zijn laatste
Nederlandstalige cd 'Voor wie anders' ('93) zingt hij slechts het navrante
'Grand Hotel Deutschland'.
Opvallend nieuw materiaal dus, waarvan de bijdragen van tekstdichter Willem
Wilmink in het oog springen, evenals een welgemeende ode van eigen hand aan
'meneer Jacques Brel' ("Ik zong u goed een kwart eeuw lang"), gevolgd door een
vertolking van Brels 'Marieke'.
Vondsten
De show, zoals altijd groots begeleid door Erik van der Wurff en Nard
Reijnders, kent een hoog muzikaal gehalte. Voor de pauze vormen Van Veens
grappen dikwijls niet meer dan korte intermezzi of een relativerende knipoog,
terwijl er na de pauze meer ruimte is voor de bevrijdende lach in onder meer
een komisch duet met saxofonist Reijnders en een speelse interpretatie van 'My
way'.
Het is een gevarieerd en goed verzorgd programma, wat nog eens versterkt
wordt door een aantal beeldrijke vondsten. Humor, ernst en ontroering weet Van
Veen soepel in balans te houden. Hem beschuldigen van sentimentaliteit,
zweverigheid of quasi-diepzinnigheid klinkt achterhaald. Van Veen blijft dicht
bij zichzelf en komt oprecht en helder over. Het gemak waarmee hij overschakelt
van de ene naar de andere sfeer tekent zijn vakmanschap en zijn enorme
podiumbeheersing.
Volgens Van Veen kunnen we de wereld, die niet altijd mooi is, een beetje
mooier kleuren wanneer we ondanks cynisme, het geweld en de kou, een liefdevol
gevoel bewaren. Daar valt weinig aan af te dingen. Met deze nieuwe show toont
de harlekijn ons alvast zijn grote liefde voor het vak.
Henk Langenhuijsen
terug naar de index