Gazet van Antwerpen
Peter Briers

"Antwerpen is mijn moederstad"

Herman Van Veen treedt op met Mata Hari

22 april 2008

Schrik niet als je in het Antwerpse stadscentrum Herman Van Veen tegen het lijf loopt. De cabaretier kuiert vaak door de stad. Soms incognito, vaak erg herkenbaar: verwarde haardos, neuriënd, blik op oneindig. “Ik heb Antwerpen in al zijn facetten leren kennen. Noem me een locatie en ik vertel je een verhaal.”


Eind jaren zestig smeedde Van Veen een kameraadschappelijk pact met wijlen Johan Anthierens, Jan Geysen en Frans Verleyen. “We wilden Nederlands- Vlaams theater maken. Door onze gezamenlijke interesse werden we gezworen vrienden. Met Verleyen had ik een hechte band. Hij miste geen enkel optreden van me. Na de voorstellingen gingen we soms té lang en té veel drinken. Jammer dat die mensen er niet meer zijn.”
De Utrechtenaar boekte zijn eerste triomf in de stad aan de stroom. “Dat was in 1968 in het Nederlands Kamertoneel. Je kan dus stellen dat ik eerst succes had in Vlaanderen vooraleer ik in eigen land bekendheid verwierf. Toen al vond ik Antwerpen heel anders dan Nederland. De hartelijkheid waarmee ik hier ontvangen werd, was destijds fenomenaal. In feite is dat nog altijd zo.”
“In datzelfde jaar logeerde ik ook logeerde ik ook wekenlang in de stad in het kader van een film die ik maakte met Herman Wuyts. Dat was een bijna James Bond-achtige prent. Een allesbehalve geslaagd project, helaas, maar qua filmlocaties had ik echt wel mazzel: Venetië en Antwerpen. Beide steden vertonen zelfs parallellen. Ze hebben allebei een geweldig historisch hart. Kortom, de mooiste steden van Europa.”

Veertig jaar en een waslijst aan uitverkochte zalen later, heeft de stad haar geheimen een voor een prijsuitverkoch denk dat ik zowat gegeven. “Ik denk dat ik zowat alles weet wat ik moet weten over Antwerpen. Mijn dochter heeft hier zelfs gewoond toen ze nog school liep aan Studio Herman Teirlinck. Als ik iets te diep in het glas heb gekeken, noem ik Antwerpen wel eens mijn moederstad.”
Van Veen kan zich vinden in de architectonische schoonmaakoperatie die de stad ondergaat, al kunnen niet alle gebouwen op zijn gratie rekenen.
“Ik beschouw deze stad als een patchwork, een samenstelling van verschillende karakters. Je vindt hier een paar verschrikkelijk lelijke panden, maar zelfs dat hoort bij het kloppende hart van Antwerpen. Dat moet dus ook kunnen.”

De zelfverklaarde anarchist roept de lokale notabelen op tot een coherent cultuurbeleid. “Antwerpen heeft een tiental theaters op loopafstand van elkaar. Dat is een uniek gegeven. Ik zou alle theaters aan elkaar linken en die internationaal sterker in kaart brengen.”
De stadsmix van diverse culturen is volgens Van Veen een pluspunt. “Hier vind je Marokkanen, Turken, Joden en zoveel andere nationaliteiten. Ik ken weinig plekken die zo’n mooie regenboogbevolking hebben als Antwerpen.”

Ook de dames van lichte zeden horen volgens de Nederlander tot die regenboogcultuur. Ooit ging hij onwetend met een prostituee op stap. “Ik kwam de vrouw tegen in de Jodenstraat en ze vroeg me de weg. Ik begreep niet wat haar bedoeling was en wees haar de weg. Nadien zijn we wat gaan drinken. Toen ik de rekening moest betalen, begon het me plots te dagen. Ik was al de hele tijd op pad met een prostituee. Ik heb er dan maar een liedje over geschreven, De Jodenstraat.”



Peter Briers Muziektheatervoorstelling Mata Hari, op 19 april en 10, 16 en 17 mei, Boerentoren. Tickets: 078-155.151, www.hermanvanveen.com.

Herman Van Veen en zijn vrouw houden van Antwerpen. “Ik beschouw deze stad als een patchwork, een samenstelling van verschillende karakters.”


Koekenstad in vogelvlucht

Hotel
“Ik ben een frequent bezoeker van De Witte Lelie in de Keizerstraat. Als ik in België of in het zuiden van Nederland optreed, is dat mijn vaste plek om te overnachten. Het is er gezellig, klein en rustig. Zo heb ik een hotel graag.”


Restaurant
“Door de enorme diversiteit aan mosselmenu’s gaat er geen bezoek aan de stad voorbij zonder langs te gaan in de Rooden Hoed. Ik durf beweren dat de bereiding van de mosselen daar typisch Antwerps is. Fantastisch lekker, met andere woorden.”

Gebouw
“Ik ben toch altijd weer onder de indruk van de kathedraal. Dat barokke fallussymbool noem ik een verpletterende werkelijkheid. Dat bouwwerk is zowel binnenin als aan de buitenkant ontzettend mooi. ‘Geloof gestold in steen’, zo noem ik het.”

Café
“Geen betere plek om incognito van een drankje te genieten dan in De Duifkens, achter de Bourlaschouwburg. Het is niet altijd even makkelijk, maar meestal zorg ik ervoor dat de mensen me niet herkennen.”

Shoppen
“Als ik met een van mijn dames in Antwerpen ben, heb ik het zitten. Dan ontsnap ik niet aan een tocht langs de winkelstraten. Meestal zit ik braaf te wachten tot alle kleurtjes en stofjes gecontroleerd zijn. Op de Meir vind ik vooral de winkels met de wereldmerken de moeite waard.”

Wandeling
“Ik verkies de stille en historische buurten van de stad. Van de Keyserlei richting Jodenstraat, om te eindigen in de kleinere straten waar het soms zo opvallend stil kan zijn. Op dat vlak is Antwerpen schatrijk.”

Kerk
“De Carolus Borromeuskerk. Daar heb ik vaak gespeeld met Kerstmis. Het is er ideaal om te zingen en ik heb er de grootste kleedkamer van het land.”

Plein
“Ik zie een belangrijke functie weggelegd voor het Theaterplein aan de Stadsschouwburg. Dat zou het epicentrum kunnen worden van het culturele uitgaansleven. Nu ziet het er nog uit als een ongeluk, maar je kan er een mooi ongeluk van maken.”