een correspondent schreef 8 juli 2002 in het Utrechts Nieuwsblad

Alfred J.Kwak ere-eend van IJsselstein



Alfred Jodocus Kwak is sinds dit weekend ere-eend van IJsselstein. De creatie van Herman van Veen kreeg zondagochtend in het Fulcotheater als eerste én enige deze bijzondere onderscheiding uit handen van burgemeester Wijte voor het vele werk dat hij doet voor kinderen in de hele wereld.

De onderscheiding was een hoogtepunt op de thuiskomsttournee van Alfred J.Kwak, die hem na aankomst op Schiphol via IJsselstein, Utrecht en Apeldoorn naar de Wereld van Veen in het Drentse Barger Compascuum voerde. In IJsselstein wachtte Alfred een warm onthaal. Leerlingen van de basisscholen de Opstap en de Trelvogel, harmonie Amicitia, burgemeester Wijte en Fulco-bestuursvoorzitter Caris, stonden in alle vroegte op de Overtoom op de bus te wachten en hielden er met het zingen van Alfred J.Kwak-hits "spetter pieter pater" en "zo vrolijk" de stemming er goed in. Na aankomst was er voor de massaal opgekomen ouders met kinderen de gelegenheid met Alfred of met zijn stiefvader Henk de Mol op de foto te gaan. Hoezeer vader en moeder ook hun best deden, voor menig klein IJsselsteinertje was dit nog heel eng.

Waarom nu juist in IJsselstein? Op deze vraag kregen de aanwezigen in de zaal een antwoord. De geestelijk vader van Alfred, Herman van Veen, bleek in zijn jeugd vaak vanuit zijn geboorteplaats naar IJsselstein te gaan en had daar een hartelijke band opgebouwd met de vader van Alfred J.Kwak, Johan Kwak. Nadat Alfreds ouders, zoals bekend, door het razende verkeer waren vermoord, ontfermde Henk de Mol zich over het arme weeseendje, dat sindsdien jaarlijks een bezoek brengt aan de ouderlijke sloot, waar hij zijn eerste jaren doorbracht.
Volgens Letja Verstijnen, project manager van Herman van Veen, was er nog een tweede reden om juist naar IJsselstein te komen. De Utrechtse artiest had er enkele weken gerepeteerd voor een try-out met Lori Spee en was bij die gelegenheid onder de indruk geraakt van de ambiance.

De hele tournee was volgens Verstijnen georganiseerd om na enkele jaren in de luwte, waarbij Alfred werd ingezet ten bate van enkele door Herman van Veen geďnitieerde goede doelen, de eend weer in de spotlights te brengen van het publiek.
Dat publiek kwam zondag in IJsselstein aanvankelijk maar moeilijk los, maar nadat een band met opzwepende Afrikaanse muziek de kinderen had gevraagd om de instrumenten die ze vanaf hun geboorte hadden meegekregen te gebruiken, veranderde het Fulcotheater alsnog in een swingende disco.