Uitkrant
Dick Zijp

"Ik kan volstrekt onbegrijpelijk zijn. Ook voor mezelf".

nov 2008

Zijn wereldtournee bracht hem in Duitsland, Frankrijk en de Verenigde Staten. Nu is Herman van Veen weer thuis. In Carré speelt hij zes weken lang de sterren van de hemel.


U leidt een nomadenbestaan. Heeft al dat reizen ook een schaduwkant?
'Het is niet altijd leuk. Ik was laatst in Pretoria. Wat denk je? Duizend kakkerlakken in mijn kleedkamer! Ze kropen over m'n viool. Dan mag iemand het wel even van mij overnemen.'

Vreet dat niet aan uw concentratie?
'Als ik het toneel oploop, valt alles van me af. Een voorstelling is als een operatie: de chirurg is alleen maar met de patiënt bezig.'

U bent er berucht om dat u acht è tien toegiften speelt.
'Je kunt dat niet voorspellen. Soms gaan we door tot één uur. In Nederland gebeurt dat niet zo vaak. Ik ben hier één van ons. Maar in Berlijn of Parijs kan ik opkomen en drie minuten lang niets doen. Zoveel applaus. Het is een heel andere inspanning. Ik heb die hele reis gemaakt. En ik spreek hun taal. Dat geeft een andere waardering.'

Dat is bijzonder. De meeste artiesten spreken Engels, ook als ze in Duitsland of Frankrijk optreden.
'Het is ook een handicap. Er zijn allerlei kleine dingen. In Duitsland maakte ik de cd Signalen. Over de Berlijnse muur die kapot moest. Ik kreeg een brief. Iemand schreef: "Hoe kun je dit nu doen?" Wat blijkt nu? Adolf Hitler had een tijdschrift dat Signalen heette. Nog een voorbeeld: in mijn eerste New Yorkse voorstellingen stak ik een paraplu op, om aan te tonen waar ik vandaan kwam. Maar een paraplu opsteken in huis is bad luck. Ik zette die mensen volstrekt op het verkeerde been.'

U heeft ook in Scandinavië gespeeld.
'Ja, daar sprak ik Engels. Dat was niet mijn taal en ook niet hun taal. Zo'n voorstelling heeft nauwelijks betekenis. Je raakt elkaar niet.'

Uw beeldtaal is poëtisch, maar ook ongrijpbaar. Waarom strooit u in deze voorstelling pingpongballen over het toneel?
'Ik ga ermee om alsof het geen betekenis heeft, maar het heeft wel een betekenis. Voor mij is elke pingpongbal een gedachte die ik ooit gehad heb. Als die balletjes op het toneel liggen, wordt lopen veel moeilijker. Ik word een oude man. En als je op het balkon zit, zie je iets heel anders dan vanuit de zaal. Van boven zien die drieduizend balletjes eruit als een kosmos.'

Dat zijn erg ingewikkelde verklaringen.
'Niets is zonder betekenis, maar je hoeft niets te duiden. Wat bedoelt Mozart met zijn symfonie? Toch kan die symfonie een betekenis krijgen, als je hem hoort in een kerk of op een begrafenis. Ik ben entertainer. Ik zoek naar de lach, de opluchting.'

Wilt u alleen entertainen? U zingt toch ook maatschappelijk geëngageerde teksten?
'Ik vind dat kunst niet geëngageerd moet zijn. Tsjechov schrijft over romances met hun mogelijkheden en onmogelijkheden. Maar zijn personages betekenen óók iets in de maatschappij. Wij kunnen naar huis gaan en denken: ik zou nooit bankdirecteur willen zijn. Al is dat niet zijn bedoeling.'

Maar u maakt zich toch kwaad over de wereld?
'Die verontwaardiging is er wel. Ik uit mijn woede. Maar je kunt daar niet om acht uur mee beginnen. Georges Moustaki heeft treffend gezegd: "Herman doet alsof hij ons slechts wil vermaken."

Kunst kan dus geen bergen verzetten.
'Nee. Dat maakt kunst zo verschrikkelijk mooi. Het is een abstract spel. Ik schilder ook abstract. Want al het andere is er al. Poëzie, dat is de hoogste taal. Ik heb een boekje van Thé Lau. Prachtig! Ik las dit zinnetje: "Een vent die op zijn schoenen leek." Dat vind ik mooi. Zo logisch. Natuurlijk lijk je op je schoenen. Anders doe je ze niet aan.'

U bent nu veertig jaar onderweg. Is elke voorstelling een succes?
'Je hebt ervaring, je weet waar je kansen liggen. Maarje weet niet of je ze krijgt. Spelen is een kunst. Zoals een tennisser speelt. Wéér wint hij de wedstrijd? Als hij op de bank zit en zelfvertrouwen uitstraalt? Als de scheidsrechter zegt dat de bal in is? Je weet het niet. Ik werk zonder regisseur. Het publiek is mijn regisseur. En de critici.'

Toch wordt u niet altijd op handen gedragen. Sommige critici noemden u een zweverige poëet.
'Ik kan volstrekt onbegrijpelijk zijn, ook voor mijzelf. Ach, soms denk ik: ik zou hen wel eens willen horen zingen...'