Ingmar Heytze schreef 7 nov in hte AD/UN


Herman




Wie zin heeft om me hartelijk uit te lachen, moet morgen naar Tivoli komen.
Daar zal ik, met 35 herfsten op de teller, mijn debuut maken als diskjockey.
Ik heb weliswaar niet de indruk dat het draaien van platen erg ingewikkeld is -anders was er wel een LOI-cursus voor ontwikkeld - maar ik raak al in paniek als ik de mobiele telefoon van iemand anders moet bedienen. Hoe het me zal vergaan als ik achter een paar draaitafels met een mengpaneel wordt gezet, laat zich raden.

De avond waarop ik mag draaien staat in het teken van Herman van Veen. Omdat hij dit jaar zestig is geworden en al veertig jaar in het vak zit, hebben zestien Utrechtse bands covers van hem opgenomen.
De aldus ontstane CD wordt morgen gepresenteerd.
We horen Herman geknipt, gesampeld, gerapt en gegrunt. Snelle beats, loeiende gitaren, vreemde bliepjes - als liefde zoveel herrie maakt, dan moet het echt wel liefde zijn. Een mooier eerbetoon bestaat niet. Na afloop van de presentatie wilde ik platen draaien uit de anderhalve meter cabaretvinyl van mijn ouders.
Gelukkig ben ik eerst gaan luisteren in welke staat die platen verkeren. 'Wat heb ik nou aan algebra?' knettert Loeki Knol door een muur van statische ruis heen.'T is weer voor- voor- voor-voor- bij die mooie zo- zo- zo-zo' scratcht Gerard Cox. 'Als-ie maar geen voetballer wordt, ze schoppen 'm misschien half-dood' sombert Boudewijn de Groot opmerkelijk helder, maar de legendarische gitaarsolo wordt voornamelijk begeleid door de onderkant van de plaat.

Ik weet niet of het me voor morgen nog gaat lukken om viool te leren spelen.