?? schreef 6 mei 19971 in Het Parool

HERMAN VAN VEEN - NIEUWE STIJL: STERK



Carré‚ is groot, Herman van Veen gaat dat worden en hoort er nu al duidelijk thuis op de brede planken. Dat bleek gisteravond toen hij daar de bevrijdingsdag vierde met de Amsterdamse première van zijn One Man Show nieuwe stijl, waarin hij er vooral op uit is de geijkte conventies van dit genre op te rollen en weg te kaarten. Het enige wat tegen viel was, misschien mede door de concurrentie van feestneuzen en toeters in de binnenstad, de opkomst van het publiek, maar dat mocht de originele pret niet drukken.

One Man Shows beginnen per traditie met een patsboem-effect opdat de ster het hooggeëerd publiek meteen op schoot kan nemen. Van Veen doet dat anders, zoals trouwens de hele rest. Nadat hij zijn organist Erik van der Wurff uit de nok van het toneel had laten zakken en vijfmans-orkest de basis had gelegd voor wat een voortreffelijke begeleiding zou blijken, kwam hij min of meer toevalligfoto: chris janssen, 1998 binnen, begon met een rondedansje met pianist Laurens van Rooyen en vergastte zijn publiek op een lichte microfoonstoring die gefingeerd bleek, maar waardoor hij rustig zijn eerste goede liedje zong. De hele avond door bleef hij zijn publiek pittig en goedmoedig jennen. Het pauze-doek dat mensen naar de koffie dreef ging een minuut later weer open en voor er afgebeld was stond Van Veen alweer zigeunerviool te spelen. Aan het slot zei hij een paar keer dat het afgelopen was, omdat hij ruimschoots aan zijn verplichtingen voldaan had - wat niemand kon ontkennen - maar ging nog een paar keer door, zodat het publiek, toen het echt zo ver was, onzeker aan zijn stoel bleef kleven. Een fraai programmablad zonder een let- ter informatie over wat er komen zou, was de eerste zet in dit spel met de toeschouwer dat extra zout in dit programma strooit.

Dat het bij Herman van V een niet irriteert maar goed past komt doordat het aansluit bij de volstrekt nieuwe toon van zijn optreden. Zijn kracht is dat hij zijn veelzijdig talent schijnbaar zorgeloos uitspeelt en van de ene kleine vondst naar de andere laat freewheelen, maar achter die soms bijna slordig schijnende uitbundigheid de puntjes heel precies op de i's zet. Zijn vakmanschap is groot, juist doordat hij het niet merkbaar polijst. Hoe goed hij alles afweegt blijkt ook uit zijn liedjes, waarvan de teksten zonder rooskleurigheid, gevat zijn in een gemakkelijk aansprekende melodie waardoor zij veel sfeer krijgen, maar die wordt door zij n vertolking weer gekoeld. Mimisch is hij erg sterk en dat leidt tot modern clownswerk waarvan zijn pianosolo het mooiste voorbeeld in dit programma is. Ook zijn bokspersiflage was aardig, maar is een van die weinige nummers die te lang duren.

Vooral met zijn liedjes kan Van Veen een breed publiek boeien. "Rozegeur" is misschien het beste voorbeeld, maar een uit vele waarmee hij volledig overtuigt. Hij wekt de indruk dat hij zijn programma vooral op de jeugd heeft afgestemd, maar doet dat erg slim waardoor hij ook met de ouderen contact weet te houden. Vooral door zijn persoonlijkheid die (voor een 26-jarige) zo opmerkelijk is dat hij in dit programma geen moment verslapt. Zijn grillige humor en onverdachte mentaliteit zijn de sterkste troeven maar wat vooral frappeert is de onbevangen nonchalance waar hij die nu al weet uit te spelen.






terug naar de index