Peter van Bueren schreef 6 mei 1971 in De Tijd

Herman van Veen, compleet wonder

Gigantisch Carré‚ lijkt te klein




DE AMBASSADEUR van Unicef voor Nederland, Herman van Veen uit Utrecht, had de eerste van een reeks voorstellingen in het gigantische Carré‚ bestemd voor dit Goede Doel. Het zal wel daaraan gelegen hebben (een andere reden mag niet gevonden worden) dat de zaal zeer schriel bezet was. Terwijl de stervende Toon Her mans nog altijd op een redelijke bezetting kan rekenen en het minkukelige talent van Seth Vlaamse Gaaikema zelfs volle zalen haalt, moet het grootste theaterwonder van Nederland (en waar ook ter wereld) neerzien op een handje vol genodigden en een paar andere dwazen. Onbeschrijfelijke ellende is over dit land uitgewaaid. Het is alsof bij Ajax-Feijenoord alleen staanvak P (voor diploma-houders) bezet is, terwijl het stadion van EDO in elkaar stort wegens de overweldigende belangstelling voor een vriendschappelijke wedstrijd tegen Fortuna Vlaardingen.

Het tweede wonder was ook wel, dat deze Herman van Veen (26) opnieuw, zoals iedere keer weer, een Ontdekking was. Men zou inmiddels een bloemlezing kunnen samenstellen uit alle waanzinnige omschrijvingen waarmee dit Godenkind in de loop der jaren besprenkeld is; de ware woorden zijn niet te vinden. Er zijn weinig mensen op dit eenvoudige aardbolletje op wie meer superlatieven passen dan op deze briljante Harlekijn. Zijn kwaliteiten liggen op zo'n hoog niveau, dat het helemaal niet nodig behoorde te zijn er zelfs maar een regel aandacht aan te besteden. Iedere beschrijving van wat er allemaal gebeurt tijdens een optreden van Ha Die Herreman kan slechts een zeer vage duiding zijn van wat er wezenlijk aan de hand is.

Tuinhuis
Een fabelachtig gedetailleerde show, die zelfs dit machtige Carré‚ tot een nietig tuinhuisje maakt, te klein in feite om alle vondsten volledig tot hun recht te laten komen. Het lijkt of Herman van Veen zich zelfs in dit paleis benauwd voelt. Iedere centimeter van het podium wordt bestreken en nog vele gebieden daarbuiten. Links en rechts gaat soms even een lichtje op, geen seconde mag de aandacht verslappen, iedere klap van Herman wordt gevolgd door een Volgende actie, die alle adem beneemt, behalve die van de Harlekijn.foto: chris janssen, 1998 Dit verschijnsel is niet alleen binnen tien jaar kaal op het hoofd, maar duizend keer dood gegaan aan een hartaanval. Zulke energiën kan een mens slechts in een korte periode van leven opbrengen.

Weergaloos
In een interview met de zeer onregelmatig verschijnende periodiek "Harlekijn Nieuws" komt Paul van Vliet met de grote boodschap dat hij zo graag iets zou willen doen met Herman van Veen. Logisch, dat zou iedereen wel willen wiens talent zo in de schaduw valt van deze Tovenaar. Behalve de ongelijkheid gaat ook iedere andere vergelijking mank. De strikte apartheid van Van Veen is, zo men toch wil, alleen te sorteren in de richting van Neerlands Hoop in Bange Dagen. Daar leeft een zelfde soort geraffineerd ernstige absurditeit, maar dan wel met het verschil dat Herman van Veen ook nog op ieder punt van presentatie geen weerga kent. Een van zijn grootste kwaliteiten is, dat hij een volledig soepele vorm weet te synchroniseren met een schrijnend hart, want onder die opgestuwde kolder zit een verschrikkelijk zwarte kijk op deze wereld. Ik geloof steeds meer dat die speelsigheden, verrukkelijke muziek en onbedaarlijke grollen in wezen een mom zijn voor uiterst hopeloze gedachten. Terwijl Herman met zijn publiek lijkt te spelen, slaat hij het alle kanten uit. Er wordt hard gelachen, maar de manier waarop hij het publiek bijvoorbeeld naar de koffie stuurt zou iedereen de moed moeten ontnemen nog terug te komen. Het doek gaat dicht,de sfeer is helemaal rijp gemaakt voor de pauze. Als de mensen Opstaan, staat hij daar plotseling weer te zingen met een quasi verongelijkt gezicht van "Wat doen jullie nou?" En als hij met open doek, toch weer weg loopt weet niemand of hij van Herman weg kan of niet. Gelukkig is Van Veen nog zo humaan om niet volledig te profiteren van de verwarring. Hij staat voortdurend op het punt de beslissende slag toe te dienen, maar hij spaart het volk nog net.
Veel liedjes in de show zijn bekend, veel nummers ook. De onvoorstelbare persoonlijkheid van Van Veen maakt ieder woord, ieder gebaar, ook steeds weer nieuw . Het blijft een voortdurende verrassing en het enige wat hij gisteravond vergat is een televisietoestel op het podium te zetten om te kijken hoe Ajax en Sparta zich door de tweede verlenging van de bekerfinale vochten. Dat was dan iets, schoot me achteraf te binnen, wat hij niet bedacht had. Verder was dit de meest complete uitputting van alle vormen van theater die ooit heeft plaats gevonden. Je hebt musici, je hebt dansers, je hebt talrijke verschijnselen van show en cabaret. En je hebt Herman van Veen. Misschien is hij toch te veel, zelfs voor Carré.


Peter van Bueren



terug naar de index