Gerard Klaasen schreef in Studio van 2 december 2000

Herman van Veen
"Ik ben een eenvoudige vader die zingt"



Hij werpt mij wijsheden toe waarvan hij inschat of ze wel als wijsheden overkomen. Zijn toon is kalm-overwogen, serieus met een heimelijke glimlach. De " heb-je-me-wel-begrepen?-stijl. Herman van Veen is weer terug met een theatershow van hoog niveau die vrijdag op tv te zien is


Vier jaar is hij weggeweest. Toen hij terugkwam, stond hij zes weken in Carré, Wederom een theathershow met een uitzonderlijke balans tussen muziek, gesproken woord, visie en absurdie. Opvallend blijft de quasi-achteloosheid waarmee Herman van Veen de voorstelling draagt. Voor iemand die al 32jaar op de planken staat is dat eigenlijk wel bijzonder. Met gemak schakelt hij over van een Boliviaanse panfluitspeler naar een Zuid-Afrikaan en gaat nog binnen de minuut voor in de polonaise van tante JO.

'Dit is wie ik ben. Ik ben een heel licht mens, die wel grimmig over van 'alles na-denkt, maar wiens benadering van het leven een lichte is. Ik ben een passant, een zanger die van stad naar stad trekt en vanavond in Amsterdam vertelt wat hij op zijn reizen ziet. Vluchtige, subjectieve waarnemingen. En dan gaat die man weer verder met zijn strijkinstrurnent, in mijn geval de viool. Ik trek weer naar Parijs en daarna naar Londen.'

Reisleider

U blijft wel de reisleider?
'Ja, maar wij moeten niet vergeten dat ú gekozen heeft om dat te gaan zien. Wie de baas is van het spel? Ik denk, onafgesproken, wij met zijn allen. De code is: u komt, blijkbaar ik doe dat, blijkbaar. Wij vinden dat samen mooi, vertrekken, en gaan naar huis met een verhaal. En als ik dan weer terugkom, is dat verhaal blijkbaar zo interessant dat u bent teruggekomen, en ik dus ook. Het was dus ook voor mij erg leuk om hier te zijn.' Het probleem met u zou zijn dat u te veel talenten hebt..
'Nee, dat is absoluut niet zo. Het is de tijd, een zorgelijk fenomeen. De tijd wil herkenbaarheid, de tijd wil zich kunnen identificeren en wil vooral duidelijkheid. En duidelijkheid is misschien wel het grootste misverstand van onze tijd.'

Oja?
'Ik bedoel het banale van de duidelijkheid. De benadering van veel aspecten in onze maatschappij naar mensen toe is vaak zô arrogant en banaal omdat de mens zo onderschat wordt. De mens zou tot veel meer schoons in staat zijn wanneer juist zijn identiteit en zijn afwijkende gedrag gewaardeerd zouden worden.'

Interessant. Maar ik heb u, met permissie, over uw voorstellingen ook wel eens horen spreken als over georganiseerde flauwekul.
Dat is het in zekere zin ook. Ik leg tijdens een voorstelling in overdrachtelijke zin een banaan neer op het toneel, en vervolgens "bewijs" ik dat ik begrijp dat ik daar niet over ga vallen. Dan gaat het doek dicht en dan pas val ik over die banaan. Klinkt misschien buitengewoon abstract, maar voor mij is dat buitengewoon helder.'

U beweegt zich op het toneel anders nog als een jonge, springende kieviet.
'Alles doet het nog, en zolang het 't allemaal nog doet, gebruik ik het. Ik voel me fysiek nog niet ouder dan dertig jaar maar ik merk wel dat ik er langer over nadenk. Want wat ik doe, is niet zonder gevaar. Het gaat soms heel hevig hoor. Zo'n voorstelling kan soms twee uur duren maar ook drie uur. En dan ben ik daarna toch wel heel erg moe hoor.'

Fietsbanden

God greep hartelijk in - zo luidt het verhaal - op 14 maart 1945 toen Herman van Veen geboren werd. Naar verluidt achterop de fiets. 'Een wonderlijke bevalling', maar de kleinkunstenaar spreekt van een rijke verbeelding van de kant van zijn moeder. 'Het zal wel in een bed gebeurd zijn maar wel bijna achterop de fiets. Mijn geboorte werd bespoedigd door een fiets met harde banden. Dus: zonder banden eigenlijk. Op velgen hobbelden mijn vader en moeder naar het Stads en Academisch Ziekenhuis in Utrecht, eind Tweede Wereldoorlog, en daar ben ik geboren met nogal wat lawaai.' Van Veen werd lyricus, 'demasqeur', harlekijn, montessorikind, bezetene, groot artiest Op verzoek doet hij zijn vliegende start met 'Het Harlekijnlied' - nu meer dan dertig jaar geleden - tijdens ons gesprek en in de uitzending nog eens voor Van Veen: 'Dat ging als volgt: Kefloedeft loederfioemfoem stingedinge stikkestikkejloem - stikkestikkeSNÉÈ'. Herkenning. Alsook de vertolking van onvergetelijke chansons als 'Suzanne', 'Te hooi en te gras' en 'Anne'. '...Zij is overal voor te vinden...' Hij zingt zulke teksten al heel lang. Wéét hij eigenlijk nog wat hij zingt en kent hij inmiddels ook antwoorden op door hem gestelde vragen?
'Grappig. Ik heb dit liedje geloof ik dertig jaar lang niet gezongen en door een wonderlijk toeval ben ik het weer gaan zingen. Iemand schreef erover op zo'n manier dat ik dacht "Ik moet er nog eens naar luisteren. Goh,ja, dat is eigenlijk wel heel erg mooi:' Het gaat eigenlijk over een ontmoeting met een heel mooie vrouw op Curaçao. Onbereikbaar Dat beeld zie ik dan, als ik dan zing "ze boog zover voorover dat ik bang was dat ze brak". We hebben allemaal dit soort ervaringen en beelden, we zijn allemaal voortdurend geweldig verliefd op mensen die onbereikbaar voor ons zijn.' Zijn leven zit vol van verhalen. Hij is 'slechts 55 jaar', de verwarring is aanstaande maar hij is nog bij de les, zoals hij zegt. 'De ouderdom komt met gebreken, daar houden wij rekening mee.'

Heeft u zich de afgelopen jaren vernieuwd?
'Mijn cellen wel, en met de cellen ik dus ook.' Vilein lacht Van Veen in de artiestenfoyer van Carré. 'Kijk, het woord "vernieuwen" zou misschien niet moeten bestaan. "Verandering" wel. Ik ben veranderd omdat ik geweldig veel ervaring heb opgedaan en vorm heb gegeven. Vernieuwing, daar geloof ik niet in.'

Maar van andere collega's' hoor je vaak dat ze zich moeten vernieuwen. U niet?
'Ja, dat is echt flauwekul! Het is als met een kus. Een eerste kus is een belofte, een tweede kus is een bevestiging en een derde kus is een afscheid. Maar dat is geen nieuwe kus. Dat is een kus met weten.'

Als u zegt dat u zich in feite niet hoeft te vernieuwen, wat is dan de constante in één trefwoord?
'De constante is sterven. Datje weet dat dit afloopt.'

Mij lijkt dat het bij u vooral angst is. Bent u bang voor de dood?
'Niet meer, maar die angst heb ik wel gehad. Nu, na een heleboel verdriet, inzicht, ellende en geluk ben ik gaan inzien dat de dood niet bestaat. Angst voor de dood is een begrijpelijke maar onnodige angst omdat niemand de dood kan definiëren. De dood is begonnen toen je vader en moeder elkaar voor het eerst zagen.'

Ik dacht dat u wilde zeggen dat het leven de dood overwint.
'Nee, want er is geen winnaar of verliezer, er is sprake van een proces. Je bent onderdeel van dat proces, dat weliswaar op deze stoffelijke manier eindigt, maar er is geen zinnig mens op deze aarde die jou of mij kan vertellen hoe zich dat ontwikkelt. Er zijn slechts vermoedens.'

Tijdscharnieren
Een volle bezettingsgraad in Carré: 32 voorstellingen. Maar ooit trad Herman van Veen in Chicago wel eens op voor een publiek van vijf man, drie Duitsers en twee Nederlanders. In St. Petersburg, lang geleden, zat er zelfs niemand in de zaal.
Van Veen: 'Je begint altijd met de verkering van de caissière. Dat is geweldig. En na de eerste avond komt die verkering weer terug met "de straat". En zo gaat dat door. Als het niet meer zo gaat, dan stop ik bij wijze van spreken, want echt stoppen doe ik niet. We zingen het âltijd vol, dat is ontzettend leuk. Ook wel eens om wanhopig te worden, datje denkt: "Verdomme!" Ik was vier jaar niet in Nederland. Vroeger ging je bij Mies Bouwman op de bank zitten en had je een halfuur een gesprekje en dan wist héél Nederland dat je er was. Nu moet je tachtig keer zoveel doen om uit te leggen datje er bent. Ik bedoel: het is altijd weer opnieuw beginnen.'

Maar u bent toch ook weer zo dat u een serie voorstellingen in China afzegt vanwege de vervolging van de Falung Gong-sekte?
'Ja, dat zijn tijdscharnieren. Je kunt gewoon vast komen te zitten tussen de deur. Je leest zoiets aan de keukentafel en je denkt "Fuck! Hou nou toch helemaal op." Dus effe niet daar, totdat het misschien een keer wel weer kan.'

Ook in Oostenrijk heeft u zich een tijd niet willen vertonen. Daar heet het 'Haider'?
'Ja. Ik vond dat dat niet kon. Zelfs als niet-gesubsidieerde kunstenaar vond ik dat je solidair moest zijn met het Europese standpunt. Ik vind het trouwens nog steeds niet koosher in Oostenrijk.'

Ouders

Kort geleden zijn zijn ouders overleden, vlak na elkaar. Ze zijn zestig jaar samen geweest. Zijn vader had plannen om 12O jaar te worden maar in het ziekenhuis vernam Van Veen van de situatie rond de kransslagader van zijn vader 'Die chirurg zei: "Meneer Van Veen, u moet dat vergelijken met een pakje margarine: daar stroomt niets meer. Dat is gewoon aan elkaar gekleefd, daar komt geen vat meer door." Papa had wel gewild. We hadden het ook allemaal wel gehoopt. Ik mis hen gigantisch.'

U noemt uw ouders tijdens uw voorstelling en laat het publiek daardoor deelgenoot worden van uw emotie.
'Ja, terecht. Als je bij mij komt kijken, heb je met mij te maken. Als mensen bij mij komen kijken, zullen ze weten dat ik mijn ouders mis. Ik ben kapot van hun dood Ik sprak ze dagelijks, vroeg om advies en raad. We konden niet zonder elkaar. Net zoals ik niet kan zonder mijn kinderen, of zonder mijn vrouwen en mijn vrienden. Ik heb geleerd dat het niet fout is te vragen: "help mij, ik weet dit niet".'

U gaat door; heeft u zoeven gezegd. Wat is er nog te wensen?
'Ik heb geleerd zonder verwachtingen te leven. Verwachtingen staan je in de weg. Verwachtingen genereren teleurstellingen. Ik leef gewoon met wat wij nu met elkaar bespreken. Dat is mijn informatie en daarmee ga ik iets kunnen. Ik ga nadenken over de dingen die u gevraagd heeft. Dan denk ik waarom vroeg hij dat en waarom zei ik dat? Omdat-dat-zo-was?" Begrijp je? Zo ga ik vanavond met die beelden ook het toneel weer op. Ik heb langzamerhand geleerd datje niet een plan kunt maken want als je een plan maakt, ben je bezig met het invullen van het plan dat je hebt gemaakt.'

Er is in u een groot filosoof op gestaan?
'Nou, zolang anderen dat zeggen, vind ik het goed.'

Maar u neemt vrolijk afstand van de geboden gedachte?
'Ik ben eenvoudig een vader die zingt. Dat is de orde.'


Gerard Klaasen





terug naar de index