MARTIN HERMENS schreef 2 oktober 2003 in De Gelderlander

Zacht voor de ogen en goed voor de oren


Van persoonlijk verdriet tot een muzikaal sprookje vol humor. Herman van Veen zet de boel op stelten bij Het Gelders Orkest. "Je ziet ze grijnzen en knipogen." Für Elise gaat vanavond in première.

foto: Harmen de Jong
Herman van Veen. Foto: Harmen de Jong

Net 22 voorstellingen in Parijs en een cd-presentatie in Amsterdam (zie de rubriek Kunststof elders op deze pagina) achter de rug. En dan hup naar Arnhem! Het houdt maar niet op voor de inmiddels 58-jarige Herman van Veen. Want na de zes uitvoeringen van Für Elise met Het Gelders Orkest (HGO) gaat de reis verder. Naar New York en Berlijn.
"Ik heb dit keer een indrukwekkend seizoen", zegt Van Veen na de tweede repetitie in Arnhem. Hij noemt de samenwerking met HGO 'aangenaam'. "Ik heb vroeger veel geschnabbeld in symfonieorkesten. Het is ontroerend om de aantekeningen op de partituren van de musici te zien; dat is voor mij al weer dertig jaar geleden."
De voorstelling Für Elise maakte Van Veen een paar jaar geleden voor het Bruckner Haus in het Oostenrijkse Linz.

"Ik was daar artist in residence. Je krijgt dan een klein budgetje waarmee je leuke dingen mag doen."
Für Elise is in hoofdlijnen een educatief sprookje, legt hij uit. "Ik laat ermee zien hoe een orkest gestructureerd is. Daarnaast zegt het iets over de maatschappij en over alle dissonanten die daarin voorkomen. Het verhaal is niet zo maar verzonnen. Een voorstelling als deze kun je niet bedenken; fantasie is niet meer dan een wonderlijke combinatie van herinneringen. Een verhaal ontstaat doordat je iets meemaakt in je eigen bestaantje. Bijvoorbeeld dat een vriend van mijn zoon kanker krijgt. Ik wil wat betekenen in zo'n situatie. In de zoektocht naar hoe je troost kunt bieden, kom je uit bij muziek. Kunst is altijd een vorm van troost: zacht voor de ogen en goed voor de oren."
In Für Elise draait het om een koning die niet meer wil slapen omdat dan allerlei nare beelden terugkomen. Juist deze koning hield veel van klassieke muziek omdat hij daarop zo heerlijk kon wegdromen. Uiteindelijk wordt hij verlost van het trauma en kan de koning weer genieten van klassieke muziek. "Er valt veel te beleven", zo vat Van Veen het verhaal met een glimlach samen.

De versie in Arnhem verschilt van die in Linz. "Een voorstelling ontwikkelt zich, net als een boom. Arnhem voegt zijn eigen aspecten aan het verhaal toe. De brug hier is een heel andere brug dan die in Linz. Dat soort verschillen kruiden de voorstelling."
Ook het orkest waarmee hij werkt heeft invloed. "HGO heeft een andere klank en een ander wezen dan het orkest in Linz. Ik hoor dat HGO het leuk vindt om dit soort dingen te doen, maar ze zijn het niet gewend. Bij de eerste repetitie was er meteen een hoop gegiechel. We stappen door allerlei disciplinaire ordes van zo'n orkest heen. Dat vinden ze niet erg, maar het is wel wennen. En als ik er voor sta, zie je ze grijnzen en knipogen."

Menig concertbezoeker zal eveneens raar opkijken. "De musici lopen en spelen mee. Dat zorgt voor stress. Je ziet dat sommigen toch op zoek gaan naar hun lessenaar om de bladmuziek te zien. Maar ze vinden het leuk."
HGO en Herman van Veen met Für Elise. Te zien: vandaag en morgen in Musis Sacrum ARNHEM en op 10/11 in De Vereeniging NIJMEGEN.