C.B.Doolaard schreef vrijdag 2 maart 1973 in Het Parool

Herman van Veen in nieuwe, eerlijke, stijl



Programma in Carré wijkt af van begrip kleinkunst en zoekt zo openhartig mogelijke confrontatie met publiek

Het nieuwe programma van Herman van Veen dat gisteravond in Carré zijn Amsterdamse premičre beleefde zal hij zijn publiek wellicht gemengde gevoelens oproepen. De nieuwe liedjes die hij erin zingt lijken minder geschikt om met zijn bekende successen op de grammofoon laat te concurreren en hij wijkt bovendien nog verder af van het begrip kleinkunst, een noemer waaronder zijn vorige programma trouwens al niet zo best meer paste.

Naar mijn smaak is hij ditmaal eerlijker bezig met wat hij in wezen op de planken zoekt. Dat laat zich omschrijven als een zo openhartig mogelijke confrontatie met zijn publiek. Wat hij voor alles wil uitwisselen en herkenbaar maken is zijn protest tegen de verstarring, en dat geldt ook voor zijn tot nu toe opgebouwde reputatie en zijn met groot talent bedreven vakmanschap. Het programma houdt van het begin tot het eind de dubbele vraag in: moet ik hier eigenlijk wel staan en moeten jullie éigenlijk wel naar mij komen kijken? Het staat iedereen vrij om daar niet meer dan handige pose achter te vermoeden, maar ik denk er anders over.

Jeugdherinneringen

Herman van Veen op de planken werkt ook ditmaal erg bevrijdend. De voornaamste oorzaak is m.i. dat hij geen gevestigd kleinkunstenaar is, zich in ieder geval niet zo wil of kan gedragen. Geijkte kleinkunstenaars rennen patsboem de planken op met hun opgepoetst talent, hun uitgekookte nummers en de sterkste kant van hun persoonlijkheid. Zij bieden vertier dat veraangenaamt en winnen daarmee het applaus dat hen hevrijdt van de angst dat zij niet echt op het toneel zouden thuis horen. Van Veens aanpak is volkomen anders. Hoe subtiel gepolijst ook met humor en ironie, hij speelt in de eerste plaats zijn twijfel, wanhoop en onlust uit. En dat zit bij hem niet in de eerste plaats in de teksten of liedjes, maar komt rechtstreeks voort uit zijn gedrag, op de planken. Hij geeft zichzelf prijs, durft volkomen zichzelf te zijn. Dat levert een veel intensere heikenning op dan men van de geijkte kleinkunst gewend is.

Bevrijdend

Met zijn beste liedjes van weleer waarvan hij er in dit programma maar twee herhaalde, was hij nog vrij dicht in de buurt van die kleinkunst oude stijl. Maar in dit nieuwe programma waarin hij dieper in zijn jeugd en twijfel duikt zijn de aanleidingen meestal veel kleiner. De teksten en liedjes die vaak op sprookjes en erg vroege jeugdherinneringen zijn geënt, vragen ditmaal minder om speciale vermelding al hoort men de bekende Herman van Veen wel terug in liedjes als "Marianne" en "In de flat". Maar het experiment van dit optreden zit vooral in de moed om zich kwetsbaar op te stellen en daardoor soortgelijke gevoelens bij zijn publiek los 'te weken; De scheidkanonade die hij tegen Herman van Veen als 'narcist afsteekt ging er bij het premięrepubliek nog niet zo best in. Maar ook dat past in dit programma waarvan moet worden afgewacht hoe het publiek erop zal reageren, al scheen het slotapplaus wel een positieve belofte in te houden. Muzzikaal is het dankzij de medewerking van vijf voortreffelijke solisten puntgaaf.


C.B. Doolaard


terug naar de index