Ton Ouwehand schreef 2 februari 2000 in PZC

Herman van Veen doet een toertje



In de boekhandel ligt sinds kort zijn bundel Het Badhuis en andere verhalen. Met een vrolijke cd getiteld Je zoenen zijn zoeter met het Rosenberg Trio is zijn platenoeuvre tot 116 gestegen. Hij heeft er net een tournee door Europa met de mannen van Rosenberg opzitten. Er is een serie speciale kerstconcerten geweest. En dan is er nog die alom neergesabelde speelfilm Nachtvlinder. Maar eens even rustig aan een nieuw millennium beginnen is er voor Herman van Veen niet bij. Bruisend staat hij aan de vooravond van zo`n honderd voorstellingen in de Nederlandse theaters.

,,Druk? Dat valt best mee. Rosenberg was gewoon een soort mazzel. Een paar jaar geleden kwam dat idee ineens op. We fiedelden met elkaar en het klikte zo goed dat we de agenda`s hebben getrokken. Zo van: zullen we een toertje doen als we vrij hebben?`` Elke voorstelling van Herman van Veen is anders. Dat geldt ook voor de komende serie. ,,Als ik in Enschede speel of in Bergen op Zoom is dat een andere voorstelling. Dat is altijd zo geweest. Ik zing de dagprijs. Een voorstelling is een soort dagboek. Ik zing en vertel waar ik op dat moment mee bezig ben. Als ik honderd keer hetzelfde zou moeten doen zou ik gek worden. Zou ik me dood vervelen. Ik ben een muzikant en ik hou van spontaniteit. Wanneer er in de actualiteit iets gebeurt waar je niet omheen kunt, dan wil ik daar met een lied of een verhaal op reageren.`` Stem Herman van Veen doet van alles. Schrijft, produceert, speelt viool, maakt films. Maar in de eerste plaats voelt hij zich zanger. ,,Van alles wat ik doe zing ik het liefst. Dan ben ik het dichtst bij. Zingen is een manier van leven. Een keer ben ik mijn stem kwijt geweest. Dat was in Berlijn. Ik deed de soundcheck en er kwam geen geluid. Een combinatie van verdriet, verkoudheid, vermoeidheid, stress en woede. Dat had bij mijn de zaak ontregeld. Ik dacht dat nu de eerste keer in mijn leven was aangebroken dat ik een voorstelling moest annuleren. Maar `s avonds om acht uur bleek het wel gewoon te gaan.`` Er zijn 116 cd`s van hem in omloop. ,,Ja, ik heb ze allemaal. Ben waarschijnlijk de enige. En mijn moeder natuurlijk. Als ik mezelf hoor zingen over mijn eigen gevoelens dan denk ik: hou op, dat gaat niemand wat aan. En dan snap ik niet hoe ik het in mijn kop kan halen om over mijn eigen verdriet en gevoelens te zingen. Maar aan de andere kant, blijf ik dat maar doen. Het is mijn passie.`` ,,In een voorstelling is het soms moeilijk om bij de les te blijven. Door wat ik privé meemaak. Waarom heeft ze dát nou gedaan, schiet er door mijn hoofd. Of hoe kan ze nu zoiets zeggen op een dag dat ik een voorstelling heb. Hoe kunnen de kranten dat nou schrijven? En soms word ik afgeleid door iets in de zaal. Ontzettend lastig als ik de concentratie niet kan opbrengen. Dan loop ik achter mezelf aan. Zo`n man bijvoorbeeld op de eerste rij die veertig minuten naar z`n schoenen zit te kijken. Mijn fout is dat ik het zie. Want dan wil ik de voorstelling wel stilzetten en een opmerking maken in de trant van: zit u naar een speelfilm van Spielberg te kijken? Of: ruik ik vies? Maar aan de andere kant kan zo`n man ook blind zijn. Dan zit hij geconcentreerd te luisteren. Dan heb je een enorm probleem.`` ,,Of je ziet het bordje nooduitgang, waar een scherf af is. Groen bordje met zo`n stukje wit. Dan denk je ondertussen: waarom hebben jullie dat glaasje niet vervangen? En dan schiet dat verhaal van Toon Hermans door je kop: net of het vlekkie groter wordt...``

Terloops Werk buiten het theater? Herman van Veen heeft het nooit hoeven doen. Zijn carričre ontstond terloops, toen hij nog op het conservatorium zat. ,,Samen met Laurens van Rooijen hadden Erik van der Wurff en ik het eindfeest van het conservatorium gedaan. Een voorstelling zo van: gisteren bedacht, vanavond gespeeld. Een avond met parodieën op klassieke muziek, nonsens en abracadabrateksten. Ik verzorgde voornamelijk de overgangen met wonderlijke dansjes en vreemde sprongen. ,,Het was een enorm succes, maar mijn zangdocente was furieus. Daarvoor was ik niet opgeleid. Maar in de zaal zat een dochter van de heer Bakkenist, voorzitter van de werkgeversbond. Zij had die voorstelling gezien en vroeg ons om veertig minuten op een feestje bij haar thuis te komen doen. En daar was weer iemand die de catering deed voor een kasteel. Of we misschien de week erop tussen de gangen door op een party wilden optreden. En dat bleek weer een party te zijn van schouwburgdirecteuren. Daar zat Peter Lohr tussen van de Haarlemse Schouwburg. Of we niet.... En zo ging dat door. We begonnen met drie voorstellingen per maand, het werden er al snel vijf tien. Op de meest wonderlijke plekken. Kerkdiensten, bruiloften, bij mensen thuis, schouwburgen. Het was een droom van mijn dochter Babette dat ik op haar verjaardag zou zingen. Hebben we een kwartier opgetreden bij haar thuis voor haar vriendinnen. Zat ze vooraan. Ik was werkelijk op van de zenuwen, het zweet stond in mijn schoenen.`` ,,Maar zo gaat dat bij ons. Het ene moment staan we voor vijf, zesduizend mensen en het volgende moment in een duinpannetje voor een goed doel.``


terug naar de index