Yarden Magazine | november 2001 (2001/4) |

In gesprek met Herman van Veen: ‘De dood van een kind is nooit te rechtvaardigen’



'Stel je voor: een Afghaans jongetje van amper drie jaar oud, op de vlucht voor bombardementen. Hij heeft niets te eten, nauwelijks te drinken. Díe kinderen dienen een stem te krijgen, een eigen plek. En als het aan mij ligt zal zo'n plek er spoedig komen.'

Aan het woord is Herman van Veen, begenadigd zanger, dichter, schrijver, cabaretier. Maar ook een bevlogen man die zich sterk maakt voor projecten in ontwikkelingslanden en die zich al vele jaren inzet voor de belangen van het kind. Als ambassadeur van Unicef, via zijn Stichting Colombine of door het planten van 'Bomen voor het Leven' voor kinderen.

Met zijn nieuwste initiatief, een Nationaal Monument van het Graf voor het Onbekende Kind, hoopt Van Veen het kinderleed nog krachtiger onder de aandacht te brengen. Een grootschalig, wereldomvattend monument ter herinnering aan de vele kinderen die door verkeersongelukken, oorlogen, honger, ziekte of andere oorzaken geen lang leven gegund was. Het monument zal gerealiseerd worden met steun van Yarden, maar daarnaast hoopt Van Veen nog meer financiers aan te trekken om zijn ambitieuze plan te kunnen verwezenlijken.

Stille slachtoffers

Bij een 'Graf voor het Onbekende Kind' denkt iedereen meteen aan dat andere graf, dat van de Onbekende Soldaat. Van Veen heeft doelbewust voor deze analogie gekozen: 'Ik heb mij er altijd over verwonderd dat regeringsleiders zich verzamelen rond graven van onbekende soldaten. Dat is uiteraard zeer terecht, maar in oorlogen en conflicten zijn niet alleen soldaten te betreuren. Ook anderen, onder wie kinderen, lijden daaronder, terwijl zij vaak part noch deel hebben aan dat conflict. Juist voor die onschuldigen is er te weinig aandacht. Het gaat ons om deze stille slachtoffers, waar regeringen niet bij stilstaan en waar geen plek voor is. Het Monument voor het Onbekende Kind moet zo'n plek worden. Een plek waar wij eens per jaar kunnen stilstaan bij het leed dat kinderen wereldwijd wordt aangedaan. Een plek waar als het ware koningen en regeringsleiders kransen leggen. Niet als tegenhanger of alternatief, maar naast het Graf van de Onbekende Soldaat.'

In uitvaartondernemer Monica Zeegers vond Van Veen iemand die de kern van zijn streven begreep en met haar werden de plannen verder uitgewerkt. 'Monica en ik besloten het graf op kleine schaal te initiëren. We hebben de Stichting Roos opgericht die zich ten doel stelde het Graf van het Onbekende Kind te realiseren. Voor het miniatuurgraf kregen wij een plekje op een heel klein, prachtig begraafplaatsje in het Drentse Barger Compascuum. Daar hebben wij tijdens een hele mooie bijeenkomst de maquette van het Graf neergelegd. Later die dag, toen wij bij het graf terugkwamen om ballonnen op te laten, zagen we daar tientallen knuffels, poppen en bloemen liggen. Dat heeft me ongelóóflijk aangegrepen. Het was iets onvoorstelbaar ontroerends, die platgeknuffelde teddyberen van kinderen die niet meer bij ons zijn. Meteen werd bevestigd dat mensen behoefte hebben aan zo'n plek waar ze troost vinden en waar ze kunnen stilstaan bij hun verdriet, of dat nou veroorzaakt is door oorlog, ziekte of verkeer. En zo werden wij nog meer gesterkt in onze ideeën.'

Troost

Bij een miniatuurgraf zal het echter niet blijven. Ergens in Nederland moet een levensgrote kopie van de maquette komen, een cirkel met 36 stenen, groot als hunebedden, waarop kinderen kunnen klauteren en spelen. Daar is natuurlijk geld voor nodig. Tijdens een zoektocht naar sponsors of andere geldschieters werd Van Veen overdonderd door de dood van zijn ouders.

'Dat was verleden jaar zomer. Zij stierven vlak achter elkaar. Opeens kreeg ik van dichtbij met die hele stervensproblematiek te maken en ben ik heel anders gaan nadenken over het begrip 'troost'. Ik begon te schrijven, vanuit m'n hart. Gedichten voor mezelf, eigenlijk om herinneringen aan mijn ouders te bewaren. Er kwamen prachtige herinneringen op waarvan ik niet eens wist dat ik die nog had. Het idee ontstond om deze gedichten te bundelen tot een boek dat je dagelijks kunt openslaan, dat je een glimlach geeft en dat je troost. Met de opbrengst van dat boek willen we dat levensgrote graf verwezenlijken. We hebben contact gehad met Yarden, zij begrepen precies wat ik bedoelde en bevestigden dat er behoefte is aan zo'n plek. Zij waren heel enthousiast en wilden graag het boek sponsoren. Zo is 'Troost' geboren. En ik moet zeggen: het is een prachtig boek geworden. Het geeft zowel op literair als op visueel gebied allerlei uitdrukkingen van troost.'

Met de verkoopopbrengsten wil Van Veen de Nederlandse steen voor het levensgrote graf financieren. 'Die 36 stenen moeten uit alle delen van de wereld komen. Elke keer als er een steen wordt gebracht is dat weer een moment van bezinning. Dat we ons bewust worden dat er te veel onschuldigen sterven en er te veel onnodig en onterecht verdriet is. Zo hopen we een plek te creëren die mooi is, die troost biedt. Een stille, vrolijke plek waar je mag stilstaan bij iets wat we eigenlijk niet mogen accepteren. Er is immers geen enkele rechtvaardigheid te vinden voor de dood van een onschuldig kind.'

Spannend verhaal

'Dit graf moet een onvergetelijke plek worden. Het zal indrukwekkend zijn, met die grote stenen waar je op kunt klimmen, dat is avontuurlijk. Maar het is ook een plek waar veel uitleg mogelijk is. Neem nou alleen al zo'n reis van een steen uit China: dat spreekt tot de verbeelding, dat is een spannend verhaal.'

'Eigenlijk willen we een wondertje, een plek die nergens in de wereld is, maar die van de wereld is… dat is toch een mooi plan? Iedereen zal een steen kunnen sponsoren, te beginnen met onze eigen Stichting Roos. We zien wel wat voor avontuur het daarna gaat worden. We worden een soort mier, die stenen gaat versjouwen. Dat moet de wereld weten, zodat iedereen ons kan helpen dit wonder te realiseren.'

Dood

Het monument geeft uitdrukking aan zowel lijden, sterven, rouwen als troost: het maakt de politiek bewust van haar beleid, dat onnodig lijden en sterven van kinderen tot gevolg kan hebben. Daarnaast biedt het monument gelegenheid tot rouw en troost. Het zijn aspecten die Van Veen zeer aanspreken, getuige ook zijn liedjes, gedichten, verhalen en films. Wat betekenen aspecten als dood, rouw en troost eigenlijk voor hem?

'Ik weet niet wat mij te wachten staat, ik kan me er geen voorstelling van maken. Ik vind vaak de verhalen van levenden over hun ervaringen met de dood uitermate fascinerend, maar ik weet niet wat waar is. Wat ik wel weet is dat je veel troost uit de herinnering kunt halen. Dat was voor mij een geweldige ontdekking: dat wat afschuwelijk is, wordt milder door de schoonheid van herinneringen. Ik heb wel eens gehad nadat mijn moeder gestorven was dat ik vroeg: "Mamma, waar ben je nou?" En ik hoorde niets. Maar later is het wel eens voorgekomen dat ik hoorde: "Hier". Ik weet niet of ik moe, gestresst, dronken of wat ook was, maar het leed voor mij geen twijfel dat er aanwezigheid was. Dat gaf mij enorme rust.'

Bliksem

'Ik zie de dood niet als vijand, maar als iets onvermijdelijks, waar je maar mee te dealen hebt. Ik hoop wel dat de dood nog lang wegblijft, want ik heb nog veel plannen en geniet zeer van dit bestaan. En ik hoop dat ik na een vol leven in goede gezondheid onder een beukenboom zit waar de bliksem inslaat. Of zoals mijn vader, die in zijn stoel met een glimlach om zijn mond een hikje krijgt en het leven laat, zoiets.'

'Ik heb geen ideeën over mijn eigen uitvaart. Dat is ook niet aan mij, maar aan mijn nabestaanden. Ik ben er zelf immers niet meer. Wél weet ik dat ik begraven wil worden. Ik vind begraven voor mij ook veel logischer dan verbranden; ik ben een aardse man, ik leef van zingen en schrijven en mijn grootste passie is de tuin. Ik zet de zuurstof om in klank en hoor in de aarde, niet in de oven. Ik wil de zachtheid van de aarde om mij heen, ook als ik er niet meer ben. En laten die maden en mieren dan maar genieten van die dikke billen.'