"Mijn bedoeling is de oorverdovende stilte"
Praten met Herman van Veen is luisteren naar een man
die niet bang is om te werken aan zijn ideaal:
de oorverdovende stilte. Ook al betekent dat, dat hij
zichzelf volkomen moet ontdoen van plot of list,
van verwachting of verdediging. Totdat hij leeft vanuit
volkomen weerloosheid.
Dat is wat hij wil.
'Ik houd mijn leven vol omdat ik van huis uit een gezond gestel heb. Ik eet niet vreemd
of drink niet raar. Ook al heb ik helemaal geen regelmatig leven, ik slaap consequent acht
uur. Ik kan ook heel goed in de pauzes van voorstellingen slapen, staande en zittend. Ik
kan met m'n ogen open slapen, dat heb ik op school geleerd. Elk half jaar ga ik trouw
naar de dokter. Dan zegt hij elke keer weer: 'meisje van zestien'.
Ik kan me heel goed ontspannen. Dat kon ik niet altijd hoor; maar dat heb ik geleerd.
Door een keer vast te lopen. Ik zat toen helemaal vast, met vuisten echt. Ik zag dat
ik niets zei, maar mijn vuist balde. Op een dag kreeg ik die vuist bijna niet meer
los, zò boos was ik. Daar schrok ik ontzettend van. Daar ga je dan op letten. Als ik
nu in gespannen situaties ben, let ik erop wat mijn lichaam doet. Ik heb klassieke
zangles gehad en daar een ademhalingstechniek geleerd die fantastisch is om bij te
zingen, maar fataal om te ontspannen. Tot voor tien jaar had ik bijvoorbeeld geen
goede buikademhaling.
Bij het zingen trek je die buik in als basis voor de borst, die moet je dan wel weer
ontspannen, maar die borst moet uitblijven. Dat is natuurlijk niet ontspannen. Nu moet
ik gewoon die buik bol durven laten worden. Dat heb ik allemaal zelf zo'n beetje lopen
ontdekken. Dat kwam door een scène die ik speelde, dat het niet eerlijk is dat alleen
vrouwen zwanger mogen worden. Ik moest mijn buik dus rond maken en dat beviel ontzettend.
Ik werd er heel rustig van.
'Ik kan goed luisteren en kijken naar wat me overkomt en wat ik zie en naar wat ik vermoed
en wat ik hoor. Niet zozeer door actie te ondernemen, maar puur door te ervaren. Daar haal
ik onvoorstelbaar veel energie uit. Kijk, als je voortdurend somber denkt en je gaat erbij
zitten, dat doet enorm veel met je. Ik zou niet willen zeggen dat je er ziek van kunt
worden, maar je zou wel kunnen zeggen dat het niet positief inwerkt op die ontsteking
die je had of hebt.
Die fysieke situatie is niet alleen jij, maar ook je omgeving. Dat wordt
onderschat. Je kunt nu heel duidelijk zeggen: het milieu heeft een groot
effect op je gezondheid, maar dat bedoel ik ook met fysieke omgeving. Dat
hoort bij elkaar; wat je ademt, ben je. Wat je denkt, ben je ook. Maar als
je bui-ten die fysieke situatie van rode- en witte bloedlichaampjes die niet
in evenwicht zijn, slecht delende cellen enz, ook nog, als jus over die materie,
een verschrikkelijk cynisme of een naar, ironische hypochondrie giet, dat werkt
niet lekken. Dat gaat gisten en soppen en treurig worden. De wereld waarin wij
leven, is het gevolg van ons denken. We zijn nu op een
punt aangekomen waarop
we kunnen waarnemen dat we onze longen uit het lijf aan het zagen zijn, dat we
ons vocht aan het verstoren zijn -mondiaal- dat we de adem, de lucht aan het
verknallen zijn. Moet je voorstellen, We kunnen dus zien dat we collectief de
poten onder onze eigen stoelen aan het uitzagen zijn. We kunnen dus ook zien,
met z'n allen dat daar op de snelle termijn iets aan moet gebeuren, willen we
niet naar slechts een elite toe die overleeft. Want daar gaat het dus op uit
draaien.
Als hij zich collectief inspant,is de mens tot mirakels in staat.
Het is onvoorstelbaar als je ziet hoe snel zich iets kan herstellen.'
POSITIEVE COLLECTIEVE ENERGIE
'Ik las eens dat iemand zei dat beschaving 'positieve collectieve energie'
is. Als je daarover gaat nadenken... Dat is ongelooflijk wijd, ruim, mooi
diep begrijpen. Want je zegt dus: iets is beschaafd, als het positief, collectief is.
Dus met z'n allen. De energie ten gunste van het leven, zeg maar. Dat kan niet
alleen, maar met z'n allen. Als er één ziek is, is het niet compleet. Kun je niet
in die andere versnelling. We kunnen niet met z'n allen in die andere versnelling,
als het bewustzijn niet collectief positief een energieniveau bereikt, waarop je
in de tweede versnelling kunt gaan.
Als ik iets ontdek en denk 'ai man, dat is dus twintig jaar te laat', dan zie ik
dat dat onmiddellijk in alle lagen doordringt. Dat ik even dat conflict, of die
frictie op een heel niveau heb. Niet op één, maar op een heel niveau. Ik zie het
dan en dan pak ik het ineens bij een heleboel mensen. Dan denk ik: weer een punaise
eruit.
Muren moeten vallen, omdat het materieel, economisch noodzakelijk is,
omdat het emotioneel noodzakelijk is. Die twee dingen gebeuren op het
ogenblik parallel, maar tegelijkertijd worden er ook weer nieuwe angsten
opgebouwd. Er moet een nieuwe vijand zijn, want de handel moet worden gedaan.
Het zal nog wel enige tijd duren voordat we met z'n allen durven accepteren dat
we ook zonder angstprognose of het oproepen van een denkbeeldige vijand of
mogelijke vijand ons geluk zouden kunnen bereiken. Ik bedoel daarmee: de
ontwapening nu is een theoretische ontwapening. We ontwapenen wel, maar het
wordt meteen doorverkocht aan ontwikkelingslanden. Het verspreidt zich nu
alleen maar.
BEGREPEN TOEVAL
'Ik heb ongelooflijk veel zorg. Een hele oude mevrouw waar
ik regelmatig bij op bezoek ging zei 'maar Herman, waarom leer je dan de
heilige onverschilligheid niet aan?' Ik zei, dat kunt u nu wel zeggen mevrouw,
maar ik ben niet heilig en onverschillig kan ik niet zijn. Ja, ik kan het
soms wel zijn. Ik begrijp ook wel dat de mensen dat zelf kiezen, maar begrijp ook dat de
meeste mensen niet weten dat ze dat zelf kiezen. Dat ze überhaupt de mogelijkheid
hebben het zelf te kiezen. Je kunt niet meer van persoonlijke schuld spreken. Het
is een collectieve verantwoordelijkheid, die mondiaal is. Alleen realiseren mensen
het zich niet. De aarde is voor mij een levend ding dat deel uitmaakt van een groter lichaam. Alleen ik kan niet zover uitzoemen met mijn camera om het totaal te zien. Maar het is mij volkomen duidelijk dat ik in een groot systeem zit. Een mevrouw zei laatst:
'als er iemand in Europa hoest, dan wordt er iemand in Afrika verkouden.' En dat is
volgens mij ook zo.
Hoe je het ook wendt of keert, zichtbaar of onzichtbaar, meetbaar zijn we één
ademhalend wezen. Helaas wil niet iedereen dat inzien.
Ik kan daar in mijn vak alleen maar de paradox, het lied en de clownerie tegenover
zetten en trachten voorbeelden te geven of verhalen te vertellen. Dat doe ik al heel
lang. Ik ben altijd met het, laten we zeggen, georganiseerde toeval bezig.
Mijn verhaal is een mozaïek van langzaam op z'n plaats komende chaos die ontaardt in
een buitengewoon prachtig landschap van begrepen toeval. Dat is wat uiteindelijk het
spel is. Er loopt daar een weg doorheen en die weg die bewandel ik. Soms met iemand,
soms met z'n vijven, soms moederziel alleen met z'n twee miljoenen. En in die paradox
voel ik me buitengewoon op m'n gemak.
Ik geloof heel erg in denkkracht. Dat dat lichaam waar alles zich afspeelt, een zwaar
overschat fenomeen is en dat het dus
eigenlijk uiteindelijk om iets anders gaat. Wat nu nog een vermoeden is. Ik praat over
een ander niveau van communicatie. Dat is ook op de een of andere manier wat me troost.
Ik ben niet zozeer religieus, maar ik kan, op een ander niveau relaties hebben dan
iemand een hand geven of met iemand slapen of eten.'
WAARHEID ALS WERKELIJKHEID
'Ik sta in zekere zin dus een wat andere samenleving voor. Ik probeer dat
ook te leven, maar dat is heel ingewikkeld en moeilijk. Maar wel prachtig.
Zwaar, maar licht en noodzakelijk. Het is zeer de moeite waard. Sex, religie
en dood zijn de drie wapens waarmee wij elkaar nu kunnen bedreigen. We léven
niet, omdat we zeker weten dat we doodgaan, dus beginnen we er maar niet aan.
Sexualiteit is een volkomen geïsoleerd fenomeen. Mensen bedrijven, in mijn ogen,
sex als een exterieure activiteit. Zonder zelfs ook maar om iemand te geven. Want
in liefde speelt sex eigenlijk geen rol. Echte liefde is vrij zijn. Is geen angst
hebben bij je partner. En dat is om de donder niet eenvoudig.
Ik vind: het leven moet je vieren. En naar alsmaar groter bewustzijn. En als
hoogte-punt van dat bewustzijn, zal op een buitengewoon mooi, door jou gekozen
moment, de overgang moeten plaatsvinden. Het zou je niet moeten overvallen. Dat
is niet harmonieus. Daar moet je bewust voor leven. Je moet met een breed scala
niet proberen de dood te slim af te zijn. Maar hem verwelkomen op het door jou
te bepalen moment. Dat is op het moment dat je klaar bent met je handel, wandel
en je gedoe. Dat betekent dus dat het gedaan is. Religie poneert vaak iets als
waarheid dat maar een deel van de waarheid is. Want waarheid 'an sich' kunnen
wij niet waarnemen. Wij kunnen hem vermoeden, maar kunnen absoluut niet overzien
in welke werkelijkheid wij leven. En omdat we dat niet doen en niet kunnen, zouden
we toch op z n minst dat wat we niet begrijpen, moeten respecteren. Maar nee hoor,
de mens hakt een boom om zonder dat hij weet dat hij daarmee de wortels onmogelijk
maakt. Hij hakt de helft om van een heelheid, omdat hij dat bewustzijn niet heeft.
Hij weet niet wat hij doet, hij weet niet wat hij ziet. Hij hakt...'
BEMINNEN VANUIT WEERLOOSHEID
'Waarheid is iets waarmee we heel slecht hebben leren omgaan. Ik probeer op alle niveaus
de werkelijkheid te leven en niet de 'plot of list'. Ik heb dus heel veel afscheid genomen.
Maar vooral van mezelf. Dan dacht ik 'joh, wat is dat voor flauwekul, dat is helemaal
niet eens van jou. Zelfs dat denken is niet van jou, dat heb jij ook helemaal niet
eens bedacht. Dat is er ingestjankt, dat is een chip. Dat ben jij niet, want zo zit
jij niet in elkaar.' Maar ik dacht dat dat zo hoorde... ik ben gewoon gechipt! Je
moet terug en steeds kijken van 'ja maar, wacht even, als ik daar ga staan, is het
volstrekt anders'.
De mens is veel interessanter dan hij zelf wil aannemen dat hij is. De mens
is een formidabel idee, fantastisch. We zijn een prachtuitvinding, alleen
we gaan er buitengewoon vreemd mee om. Ik bedoel er is een beeld van de man,
dat de man zelf geadopteerd heeft en waar hij zich buitengewoon ongelukkig
bij voelt. Maar hij accepteert het, zijnde als historische waarheid. En hij
denkt: dat is mannelijk, schijnbaar. Dat hebben ze, of we, want ik ben ook
een man, gewoon geaccepteerd als de werkelijkheid. Maar het is geklets. Dat
zelfde geldt voor de vrouw. Die heeft ook een rol geaccepteerd die echt volkomen
onzin is. Uiteindelijk lopen de meeste relaties toch uit op een reeks verwijten
die er allemaal op neerkomen, te laat begonnen te zijn met communiceren over je
onzekerheden. Ik zie dat harmonie ontbreekt, of het begrip van harmonie ontbreekt.
Ik weet hoe moeilijk het is uit eigen ervaring.
Eèn van de eerste liederen die ik zong, was 'ik heb dat
tedere gevoel voor elke man, voor elke vrouw, die in volkomen
weer-loosheid een ander mens beminnen kan'. Wat is er mooier
dan dat? Dat je vanuit volkomen weerloosheid iedereen kan
beminnen, zonder allerlei consequenties. De weerloosheid
is voor mij de grootste macht.'
SPRAKELOZE IMPLOSIE
'Het gaat erom dat je leert accepteren. Het is niet erg om zo te denken,
het is niet erg om zo te zijn. Het is toch niet erg dat ik besta, bij
wijze van spreken. Het is toch o.k.? Ik heb zo'n stem, zo'n uiterlijk,
zulke handen. Ik ben niet zus, ik ben niet zo. Ik ben ik, enig in mijn
soort. Ik ga niet probe-ren een image te creëren of dat doen waarvan
ik denk dat mensen dat vast wel mooi zullen vinden. Ik probeer te doen
wat ik zelf mooi vind. Daar moet je dus vreselijk voor dematerialiseren,
ongelooflijk afstand nemen. Dan kan je dus geen vanzelfsprekendheid meer
accepteren. En dan kom je tot iets.
Ik ben 25 jaar bezig te accepteren dat het niet erg is dat ik een clown
wilde worden, dat het niet een schande is dat je stilte wilt maken op
toneel. Dat is mijn absolute ideaal: stilte, een oorverdovende stilte,
een verpletterende stilte. Daarvoor moet je geluid maken. Mijn bedoeling
is de sprakeloze implosie. De fenomenale weerloosheid. Dat daar dus elk
wapen doorheen gaat, zonder iets te raken. Dat is wat ik wil. Of ik het
bereik, I don't know. Maar ik zit op de weg en daarvoor moet je heel lang
wandelen en heel hard huilen en heel hard schreeuwen. En elke keer als er
iemand te na komt, die weer bezit wil nemen van een gebied, die weer een
angst of projectie of een verwachting in je spijkert; gewoon eruit raggen.
En gewoon zeggen: 'luister, u spijkert, maar ik wil geen muur zijn waaraan
u iets op kunt hangen'.
Telkens weer donder je verticaal met een klere klap naar beneden,
op het moment dat je je verdedigt of cynisch wordt, wat natuurlijk
een fenomenale truc is. Maar ik probeer het echt, maar ik moet eerlijk
toe-geven dat ik er soms flink intuin. Ik probeer dus wel alle
verdedigingsvormen op te geven, maar dat is niet eenvoudig. Er zijn
momenten dat ik inderdaad, in mijn dromen, vreselijk mooi vlieg.
Ik kan fantastisch vliegen. Ik maak reizen en weet ook precies op
welke wind. En het gebeurt me, naarmate ik ouder word, dat ik die
wind voel maar niet in de droom. Ik droom en dan ben ik op het strand
en dan pak ik die wind, die waait in een bepaalde hoek onder mijn lichaam en ik
glij gewoon naar boven. Volkomen o.k., niks bijzonders, kijkt geen mens van op,
ik ook niet. Maar soms overkomt het mij nu, in mijn bestaan, dat ik die wind voel
en dat ik denk 'hé man, daar gaan we'. Dan kijk ik toch schichtig links en rechts.
Dat is eigenlijk uniek. Ik heb wel eens gezongen 'die het water zo vertrouwde dat
hij zomaar over zee liep'. Maar ik heb nog steeds in m'n koffer een zwemvest,
begrijp je.'
Jacqueline Berg