in maart 1984 verscheen in het Arnhems Dagblad

"Herman, je bent een man naar ons hart"




's-HEERENBERG - In tegenwoordigheid van een groot aantal autoriteiten, afgevaardigden van organisaties op het gebied van sociale hulpverlening, familieleden, vrienden en andere relaties is gisteren in het Creativiteitscentrum Gouden Handen te 's-Heerenberg de jaarlijkse prijs van deze instelling, nu al in zijn tiende seizoen, uitgereikt aan onze nationale clown en cabarétier Herman van Veen.

De heer Leo Uittenbogaard, voorzitter van het stichtingsbestaur, heeft in een uitvoerige en door warme bewondering gedragen toe-spraak deze toekenning gemotiveerd. Met de viool die de meester op de Montessori-school je in handen gaf, zo zei hij, kreeg je de gouden sleutel tot het paradijs der Muzen. Een paradijs dat je hierna -onafscheidelijk van je viool - tot in alle flonkerende hoeken zou gaan verkennen en vullen. Een clown, die zoals Chaplin het eens uitdrukte, geen andere stimulans nodig heeft om in vervoering te komen en te vlammen dan het leven zelf. Een vuur dat zichzelf vernieuwt, onver-zadigbaar nieuwsgierig, emotioneel, explosief en gedreven. Je bent een gevoelig woordkunstenaar, die met groteske ernst en serieuze dwaasheid - zoals iedere goede clown -voor een goed deel zijn eigen teksten schrijft".

Wim Kan en de fijnproevers onder het publiek hebben je onmiddellijk als clown herkend. Een genus dat in ons zwaartillende land uitermate zeldzaam is. Je maakte theatertour-nees in Europa en de Verenigde Staten. Meer dan 60 LP's in het Nederlands, Engels en Duits staan er op je naam. Je schreef verscheidene toneelstukken en acht boeken, waaronder twee voor. kinderen, en componeerde muziek voor film, ballet en liedjes. Diverse Edisons, de Louis Davidsring, de Stem des Jahres, de Zilveren en de Gouden Harp en nog een reeks andere prijzen vielen je ten deel. In je korte, maar hevige carrière word je bewonderd, maar - met dezelfde vurigheid als iedere andere kunstenaar die wat te zeggen heeft - ook verguisd. Maar het deert je niet. Je gaat je eigen weg, wars van de maffe, laffe lol en het goedkope, triviale succes daarvan",

En dan gaat Uittenbogaard uit-voerig in op de hartbrekende wijze waarop Herman vertelt van zijn ver-schrikkelijke ervaringen in de Derde Wereld. Zijn contacten met radeloze mannen en vrouwen, die het laatste gras van de bodem hebben weggegeten en nu hun handen uitstrekken in één roep om voedsel. ,,Je denkt aan je eigen kinderen, die thuis in hun veilige bedjes liggen, letterlijk van alles voorzien. Je ontzetting is te groot voor tranen. Je werd ambassadeur van Unicef, zoals Danny Kay en Liv Ullmann. Je schenkt een belangrijk deel van wat je verdient aan Derde Wereld-projecten; je adopteerde een volledige Vietnamese familie, en je werkt ieder jaar concerten af voor Terre des Hommes en de mede door jou opgerichte stichting Colombine met projecten op de Phillippijnen, waardoor 'vrou-wen en meisjes uit de zelfkant van Manilla geholpen en begeleid worden". ,,Het is ook vanuit die betrokkenheid dat je in welhaast elke voorstelling probeert de hallucinerende werkelijkheid van een totale kernoorlog over te dragen. Want hoe zou jij, Herman, dan kunnen en willen zwijgen, nu het letterlijk gaat om het voortbestaan of de vernietiging van onze soort? Zo ben je met je begenadigd talent en je grote gevoel. Altoos onderweg met je onafscheidelijke viool en je valies aan dromen. Je bent een man naar ons hart, Herman. En het doet ons als stichting deugd, dat we je hier vanmorgen mogen eren met onze onderscheiding 1984. Bedankt voor alles watje deed en doet!"

Nadat hem de prijs - een door de bijna negentigjarige kunstenaar/exposant Jan Raapis uit klei geboetseerd portret van hem, vioolspelend - was aangeboden, en Van Veen hiervoor dank had gezegd in de eenvoudige woorden: ,,Ik ben verschrikkelijk blij en ontzettend trots op deze prachtige onderscheiding", vertolkte hij in een drietal liedjes wat hem innerlijk het meest beweegt. ,,Later gaan we naast elkaar", zouden het goede en schone nog bestaan als het in de Tweede Wereldoorlog even anders was gegaan, en: het tedere gevoel van elk mens die zich in volkomen weerloosheid voor anderen inzet. Ten slotte werd hem het eerste exemplaar van zijn zojuist van de pers gekomen boek: ,,Zolang de voorraad strekt" aangeboden.




terug naar de index