Alkmaarse Courant
PETER PAUL SCHMAAL

Herman van Veen: volop herkenbaar



31 augustus 1982
Het bestaat nog: zo'n avond, waarop Sinterklaas, Kerst, je eerste verliefdheid, een mooi hoek en je beste platen samenvallen. Herman van Veen schept zulke avonden momen teel in Carré. Wie Herman van Veen bezoekt, ondergaat vakmanschap, gekoppeld aan een grote betrokkenheid met wat er buiten het theater gebeurt en het vermogen dat prachtig dichtend te zingen. En dat residteert in een avond lang geboeid, verbijsterd en - bij vlagen zielsgelukkig - genieten.

Van Veen bestormde 15 jaar geleden als Harlekijn de Nederlandse podia en zorgde voor verwarring. Met een dergelijke uitgelaten vorm van t heater kon het publiek moeilijk uit de voeten. Er was nimmer iets vergelijkbaars geweest en voor de Utrechtenaar had dat de consequentie dat hij zijn eigen weg moest banen. Dat deed hij dus en dat hij af en toe op die weg uitgleed kon hem nauwelijks kwalijk genomen worden.



En net toen het publiek zich enigszins vertrouwd had gemaakt met die springerige, zich van een totaaleigen theateridioom bedienende, elownsfiguur achtte Van Veen het tijdstip gekomen een zijweg in te slaan. De filosoferende, in zichzelf gekeerde theaterman stond op. Strooide zijn gedachten/gedichten uit over de hooiden van zijn toeschouwers en zaaide op die manier opnieuw verwarring.


Optelsom


De Van Veen, die op het ogenblik in Carré staat, geeft een jubileumshow en als zodanig min of meer de optelsom van 15 jaar thcatermakcn.
Voor alle duidelijkheid: géén synopsis van het voorafgaande, al zijn er zeker momenten, waarop de trouwe volger van Van Veen opveert met iets van herkenning in zijn blik. De zanger-cabaretier reproduceert geen successen van vroeger, men kan hooguit zeggen, dat hij ze opnieuw ter hand heeft genomen en ze gepolijst heeft. En nu 'zanger-caba- retier' als soortnaam genoemd is, wordt meteen duidelijk, dat ook die omschrijving niet klopt.

Zeker, Van Veen zingt onwaarschijnlijk mooi en met onschrijfbaar plezier en natuurlijk verloochent hij zijn cabaretachtergrond geen moment (met als duidelijkste voorbeeld het Guus Vleugel-nummer 'De man die zelfmoord wilde plegen').


Méér


Maar hij is méér. Hij is ook de mens, die zijn (on)geloof en onmacht toont om ze vervolgens weg te (doen) lachen. Door zichzelf, maar vooral door het publiek, nadat het zich verrast, geïdentificeerd heeft met zijn angsten en machteloosheid. Van Veen geeft een stem aan de gevoelens van de 2.000 mensen, die per avond Carré bevolken. Wie van hem antwoord verwacht op de vraag waar we mee bezig zijn, met links en rechts kruisraketten, komt bedrogen uit. Herman van Veen zingt voor degenen, die er vrede mee kunnen hebben dat hij de handen ten hemel heft en een ontroerend 'Donna nobis pacem' ('Geef ons vrede') laat klinken.

Als een 15 jarig jubileum al het tijdstip is voor een terugblik, kan vastgesteld worden, dat hij niet meer - zoals vroeger - met zijn vakmanschap koketteert, maar dat ten dienste heeft gesteld van wat hij met zijn publiek wil delen:
zijn menszijn.



PETER PAUL SCHMAAL