ALGEMEEN DAGBLAD
Helga Warmels

Op wereldreis in de Flevo

31 july 1999

Alle gasten van het Colombinehuis hebben hun eigen verhaal. En als ze willen, mogen ze dat verhaal vertellen "Maar", zegt Colombine-directeur Willem Flantua, "onze gasten komen hierom vakantie te houden, en niet om therapeutisch te worden benaderd."


DE ZON SCHIJNT. Een jonge vrouw zit in korte broek op een terrasje. Een paar meter bij haar vandaan ligt een jongetje op de grond, zijn benen opgetrokken. De familie Fransen is met vakantie. Het jongetje op de grond heet Vikram. Hij is drie jaar oud. Vikram heeft epilepsie en is behalve verstandelijk gehandicapt licht spastisch en zeer slechtziend. En waarschijnlijk heeft hij ook nog een vorm van autisme. De vrouw in de korte broek is zijn pleegmoeder, Clementine.

Normaal gaat de familie Fransen, die verder bestaat uit vader Bob en zoon Tristan, nooit met vakantie. Maar dit jaar was ze er hard aan toe. Iemand raadde het Colombinehuis aan in Biddinghuizen. En de familie Fransen ging. Het Colombinehuis is een vakantiebestemming voor kinderen die gehandicapt of ziek zijn. Of die om een andere reden een uitje wel kunnen gebruiken, bijvoorbeeld omdat ze thuis onder grote druk staan. Ouders, broertjes, zusjes en het beste vriendje of vriendinnetje zijn welkom. Verpleegkundigen, maatschappelijk werkers en de vaste begeleiders zo nodig ook. Het Colombinehuis is geen ziekenhuis; het biedt geen verpleging of verzorging. Voor nierpatiënten is er wel een dialyseruimte. Het vakantiehuis is een project van de Stichting Colombine, in 1977 opgericht door zanger en cabaretier Herman van Veen. De stichting zet kleinschalige projecten op, met name in de Derde Wereld. Maar ook binnen Nederland is zij actief. Het project in de Flevopolder draait nu ruim twee jaar. De leiding is in handen van het echtpaar Flantua. De exploitatie van het Colombinehuis wordt grotendeels gedekt door de Nederlandse apothekers. Een ander deel van de exploitatie wordt bekostigd door de verkoop van kleding met het cartoon-figuurtje Alfred Jodocus Kwak. Op deze manier kunnen de kosten voor de gasten beperkt blijven (30 gulden per persoon .per dag). Bovendien heeft iedere apotheker nog de mogelijkheid een gezin uit zijn rayon een Colombinevakantie te geven. Gewoon gratis dus. Willem Flantua: "Wat me het meest is bijgebleven? Dat is het overlijden van Patricia Matthezing. Patricia was 17 of 18 jaar en nierpatiënte. Herman had tegen haar gezegd: "We bouwen een vakantiehuis voor jou en je lotgenootjes en dan ben jij onze eerste gast." Twee weken voor de opening kregen we een telefoontje. Of ze alvast kon komen, want haar vlammetje was aan het doven. We hebben de officiële opening verschoven en toen is ze met haar hele familie hier geweest. Ze was al gestopt met dialyseren. Na drie dagen stierf ze in bijzijn van ons allemaal. Dat was onze opening. Zij is toen vanuit het Colombinehuis begraven.

Heel mooi, want ze had er bewust voor gekozen te sterven in het huis dat haar was beloofd. We hebben onze nierdialyseruimte naar haar vernoemd."

Achter de inrichting van het Colombinehuis steekt een ontroerende filosofie. De inrichting van het restaurant is geïnspireerd op Japan, die van het theater op Griekenland. De serre is Zuid-Afrikaans, de binnentuin Chinees. De acht appartementen om het moederhuis heen vertegenwoordigen elk een ander land: India, Thailand, de Filipijnen, Indonesië, Australië, Kenia, Brazilië en Duitsland. Zo maken de kinderen die te gast zijn in het Colombinehuis, een wereldreis. Kinderen die in het echt zelfs manneke Pis in Brussel nooit met eigen ogen zullen aanschouwen. Twee van de huisjes zijn aangepast voor rolstoelgebruik. "We hebben in de huisjes geen televisies neergezet", vertelt Willem Flantua. "Daarmee willen we voor komen dat mensen zich terugtrekken. Die neiging hebben de meeste gasten. Ze zijn dat zo gewend. Ze hebben kinderen die er soms wat vreemd uitzien, kinderen die rare geluiden uitstoten. Maar we eten gezamenlijk, dus dan moeten ze wel uit hun veilige burcht komen. En gelukkig is de tolerantie hier erg groot. Niemand zal gek opkijken van een glas dat wordt omgeslagen. Of van een kind dat met stoel en al achterover kiepert. Of van kreten, of van slijm. Dat hoort er hier allemaal bij." Vrijblijvendheid is het sleutelwoord. Willem Flantua: "Willen onze gasten praten, dan kan dat. Dan zijn wij een luisterend oor. Maar ze komen hier om vakantie te houden, en niet om therapeutisch benaderd te worden. We gaan niks ontlokken." Er wordt van alles georganiseerd, maar niemand hoeft zich verplicht te voelen mee te gaan naar bijvoorbeeld het vliegveld of met de boottocht.

"We krijgen soms leuke aanbiedingen voor excursies. Van een huifkartocht tot een vlieg- tochtje. Maar als niet iedereen mee kan, sla ik zo'n aanbieding af. Al zit er maar één kind in een rolstoel in de groep. Dat kind wordt tenslotte al dagelijks geconfronteerd met dingen die het niet kan. Dat hoeven we hier niet nog eens dunnetjes over te doen." Moeder Clementine zit in de zon en geniet. Ze doet weinig, zegt ze. Ja, gisteren is ze wel wezen varen op het Veluwemeer met de hele groep. En ze gaat nog een dagje met het gezin naar het pretpark Walibi Flevo, dat pal naast de deur ligt. Ze vertelt wat ze in het gastenboek heeft geschreven. Dat het lijkt of iemand met een toverstafje heeft gezwaaid in het Colombinehuis. Ze heeft het gevoel rechtstreeks in het paradijs te zijn beland. Ze steekt haar duim in de lucht. "En zó'n kok. [e eet je helemaal klem." Maar belangrijker nog dan het lekkere eten: ze kan hier zichzelf zijn. "Mary en Willem geven je het gevoel dat je lekker bij mag komen. Je hoeft hier niks. Dat zeggen ze niet met woorden, maar dat strooien ze wel over je uit. Ze willen best een babbeltje met je maken, maar ze dringen zich niet aan je op. En iedereen hier heeft zijn eigen verhaal. Dus niemand zit je aan te gapen. Ik kan eigenlijk nog steeds niet geloven dat ik hier zit. We gaan hier zeker nog een keer heen, dat weet ik nu al." Alleen met het gezamenlijke eten is ze minder gelukkig. "Vikram kan niet goed tegen al die geluiden. Bij ons thuis is het eigenlijk altijd stil, zeker tijdens het eten. Hij gilt dan ook erg veel deze week. En dat kan ik er moeilijk bij hebben. Maar dat eten is wel leuk voor mijn man en mij. We hoeven toch ook niet alles voor Vikram te laten? Voor mij is het hier geweldig, maar ik vraag me wel af of we er goed aan hebben gedaan om Vikram tien dagen in een totaal andere omgeving te plaatsen." Bijtanken, dat is het enige wat Clementine Fransen wil. De afgelopen tijd heeft veel van haar krachten gevergd.

Niet vanwege Vikram zelf. "Nee, voor de verzorging draai ik mijn hand niet om. Ik ben jong, ik ben sterk. Ik kan wel wat verstouwen. Ik slaap een nacht goed en ik kan er weer even tegen. Wij zijn niet zielig. We vinden het een voorrecht dat we voor Vikram mogen zorgen. En Vikram zelf is ook niet zielig. Maar je hebt er gewoon van die dagen tussen zitten dat je helemaal instort."
Het was vooral het regelwerk dat haar uitputte. Er moest een aangepaste kinderstoel aangeschaft worden. En een aangepaste kinderwagen. De trap moest worden voorzien van een lift. En de douche verbouwd. Clementine Fransen: "Wij wonen in een gemeente die niet soepel meewerkt. Dat vreet energie. Onderhandelingen die niet lopen, afwijzingen. En van geestelijke moeheid herstel je niet zo snel. Misschien zeg ik het nu wel heel naar, maar die gemeenteambtenaren doen net of ik vraag om hun eigen centen. Terwijl het gewoon gaat om overheidspotjes. In fe bruari is onze douche verbouwd. Daar zou een stretcher in komen. Het is nu juli en we hebben nog steeds geen stretcher. Terwijl die op papier wel is toegekend. Ik wil mijn kind gewoon fatsoenlijk kunnen douchen. Is dat te veel gevraagd?" Clementine Fransen valt stil. Ze knijpt haar ogen dicht tegen de felle zon. Ze wil even niet meer denken aan de douchestretcher en aan de ambtenaren thuis. Ze is nu met vakantie.



Helga Warmels