de Volkskrant
an Blokker

In het dorp

30 okt 1990

VAN OUDSHER is de notaris iemand geweest die van schrijven wist, en omdat de meeste overige inwoners van het achterlijke dorp geen alfa van een omega konden onderscheiden, vonden de mensen hem een hele piet, en van lieverlee begon hij zich ook als een notabel te gedragen.


Zo had je vroeger, vertel ik wel eens aan mijn kleinkinderen, monniken en minstrelen en prelaten en edelmannen waar de bewoners van het achterlijke dorp ook een ontzettend hoge dunk van hadden. Tot, zeg maar, de democratie toesloeg, want die heeft zo het een en ander aangericht. Een paar eeuwen democratische beweging, en weg clerus, weg adel, en als je tegenwoordig christendemocraat en jarig bent, huur je voor een paar centen een koor van minstrelen in om jezelf te laten toezingen. En niemand mag meer tegen iemand anders opkijken, want samen moeten we ons omgorden en aan het werk gaan, omdat de toekomst wenkt.

Historisch gezien is het, ironisch genoeg, geloof ik zo gegaan dat ongeveer de allerlaatste monnik per ongeluk het buskruit uitvond waartegen het harnas van de ridder niet langer bestand bleek, en dat omstreeks dezelfde tijd de boekdrukkunst werd uitgevonden als gevolg waarvan de bewoners van het achterlijke dorp niet alleen de weg vrij zagen om te schieten, maar ook nog om te lezen. Ik vat het nu misschien wat al te globaal samen, maar ik denk niet dat ik er ver naast zit.

Het feit dat onder de allengs gedemocratiseerde burgerij allerlei domvolk leerde schrijven moet, zou je zo zeggen, de doodklap voor het notariaat betekend hebben. Maar nee. De adel verdween, monniken en prelaten lieten steeds minder van zich horen, de minstrelen vestigden zich onder namen als Herman van Veen, Paul van Vliet of Seth Gaaikema beleefd aanbevelend als bv-tjes voor bruiloften en politieke partijen - maar wonderbaarlijkerwijs bleven de notarissen nog een paar honderd jaar doen alsof ze nog altijd de enigen in het achterlijke dorp waren die konden schrijven.


Een taai ras.


Als je acht horizontaal in een kruis-woordpuzzel 'openbaar ambtenaar' ziet staan moet je notaris invullen, en krachtens een wet uit ik meen 1842 is hij zelfs een staatsambtenaar, zij het dat hij uit de openbare middelen geen wedde ontvangt, want ze zijn er toen van uitgegaan dat hij mans genoeg zou zijn om in het achterlijke dorp betalende klanten te ronselen. Let wel: bijna iedereen kon intussen wat hij zich nog steeds verbeeldde als enige te kunnen (namelijk schrijven), en toch toucheerde hij een honorarium voor het verrichten van diensten die elke boer aan de overkant met de tong uit zijn mond ook zelf kon opknappen. Je kunt niet ontkennen dat het dorp dus nog altijd achterlijk was. Samen vormen de notarissen ook niet een club, een naamloze vennootschap of een syndicaat -ze vormen een broederschap.

Maar aan elke idylle komt onherroepelijk een eind, en afgelopen zaterdag hebben 720 notariskantoren in het koninkrijk een open dag gehouden - alle bewoners van alle achterlijke dorpen mochten gratis naar binnen, zoals alle bewoners van alle dorpen op andere zaterdagen gratis naar een meubelshow gaan.


Een teken aan de wand.


Ik las in een krant wat een woordvoerder van de broeders over het initiatief had gezegd. "Het notariaat streeft naar grotere bekendheid bij het publiek, naar een verlaagde drempel en naar afnemende angst voor hoge kosten", had hij verzekerd. En verder: "Het is niet zo dat wij het als een gat in de markt zien dat er contracten nodig zijn voor andere samenlevingsvormen dan het huwelijk. Daar worden we heus niet rijk van. Het opstellen van zo'n contract kost driehonderd gulden, en dat kun je moeilijk een astronomisch bedrag noemen."

Maar volgens mij nadert onvermijdelijk de open dag waarop het in het achterlijke dorp pro deo kan worden geregeld.



JAN BLOKKER