T.V.Ekspress

Na tien jaar Herman van Veen ...

Honoraria verdwijnen in produktiefonds

29 oktober 1976

Tien jaar geleden trad er in Antwerpen een blonde kabaretier uit Utrecht op. Herman van Veen was zijn naam. « Het is net als een Harlekijn » zei iedereen die de toen 20-jarige artiest na vijf minuten bokkesprongen drijfnat van het zweet had zien worden. Met één klap veroverde hij het hart van Vlaanderen, waarmee hij sindsdien een nauwe band heeft onderhouden.
Deze week brengt de BRT een selektie van de beste nummers uit z'n verschillende shows, waaronder ook z'n laatste «En nooit weerom», een titel die nergens op slaat, maar alles zegt. Typisch voor het duivelstalent van Herman van Veen.
«Van Veen ? Bijna onmogelijk om er een afspraak mee te maken» hoor je vertellen bij Harlekijn-België, de zustermaatschappij van Harlekijn-Nederland, van waaruit alle van Veen- en andere optredens worden georganizeerd. «Elke minuut is voor hem gepland, zegt men. En aan z'n vrije tijd kunnen we niet verder blijven knabbelen. Voor sommigen duurt het twee jaar eer ze er kunnen bijkomen.»

Op het podium zo dichtbij en in het leven zo veraf, denk je dan. Dat moet leuk zijn om steeds maar rond te hossen van de ene stad naar de andere, elk ogenblik vooraf tot in de details geprogrammeerd. Weliswaar mooie recenties in de bladen, tot zelfs in de Duitse kranten naar aanleiding van z'n uitzonderlijk suksesrijke toernee aldaar, einde vorig jaar. Maar toch voortdurend onderweg, steeds in vreemde steden, in vreemde hotelkamers, bij vreemde mensen.



En op de koop toe lees je in een Nederlands blad van enkele maanden terug dat hij wel treurt om z'n twee kinderen die niet meer in z'n direkte omgeving zijn. «Hij deelt nu z'n bestaan met Marlous Fluitsma, aktrice, vooral bekend als dochter Ellie in de televisiereeks « Pleister- kade 17 » lees je dan met ongelovige ogen tussen al die weemoedige uitspraken over het geluk en de eerlijkheid die (tot hier toe) nog steeds de rijkdom van het kind zijn. « Met m'n verstand kon ik wel aanvaarden dat kinderen bij de moeder horen en niet bij een rondzingende vader, maar ik zal nooit leren om het écht te begrijpen » zegt hij even later.
Voor de poen zal van Veen het echter niet doen, dat rondhotsen door 's lands schouwburgen. Waarom dan wel ? Het heilig vuur of de bezetenheid die menig artiest ertoe dwingt om met z'n eigen middelen de wereld een stukje beter te maken. Of althans, trachten beter te maken. Door ons te duiden op de vele onrechtvaardigheden waarop onze maatschappij draait en ons tegelijkertijd ook even te laten proeven van de kleine geneugten die echter stilaan maar zeker dreigen te verdwijnen in onze luxewereld.

De weemoed is nooit weg in de shows van Herman van Veen, net zoals de duivelse kracht waarmee hij het publiek telkens weer weet te bekoren. Soms door z'n lichamelijk geweld, dan weer door z'n intieme tekstflarden. Maar altijd is hij oprecht. Daarom bood hij zelfs in het teater Carré in Amsterdam midden in het slotlied z'n verontschuldigingen aan omdat de voorstelling niet naar z'n zin was verlopen. En dat terwijl de TROS-televisie die avond een opname had gemaakt voor uitzending in het najaar.
En zoals ook steeds in Antwerpen, zat de zaal weer eivol. Voor een reeks optredens in de Arenbergschouwburg was de zaal een maand voordien reeds volledig uitverkocht, terwijl wachtlijsten de laatkomers nog een greintje hoop moesten geven.

En na de optredens kreeg men het publiek niet meer de zaal uit. De «bis-optredens» van Herman van Veen waren ondertussen legendarisch geworden. Doch de jongste tijd heeft hij hiervan afgezien. Maar om de achterblijvers toch niet te sterk te ontgoochelen wordt hij soms verplicht om even in de zaal te komen zitten, terwijl dan de zaalwachters al hun diplomatie moeten aanwenden om de meest overtuigde fans nog vóór twaalven de straat op te krijgen.

• Doch er is nog méér veranderd aan van Veen. De drijfnat zwetende klown, waarmee hij tien jaar geleden bij z'n debuut Vlaanderen met verstomming sloeg, is niet meer. Hij is niet meer zo uitbundig en waarschuwt het publiek tegen het absolute einde. De bedreiging van een derde wereldoorlog is voor hem reeds een konkrete realiteit geworden. Hij verliest zich nooit in het hekelen van de wereldheersers en valt geen politici persoonlijk aan. Maar hij is des te strenger voor de mentaliteit waarachter het wereldgebeuren zich heeft verdoken.
De uitbundigheid van de klown van vroeger heeft nu plaats gemaakt voor de weemoed naar de kinderjaren. Meer dan ooit is van Veen nu begaan met het lot van het kind. Daarvan getuigt z'n bekende nummer «Kind aan huis». Soms spreekt hij het publiek toe met de ontwapenende eerlijkheid van een kind en de « kleine meid met de kinderfiets" hangt nog iedereen duidelijk in de oren. Maar van Veen beseft waarschijnlijk toch ook dat de strijd van de kunstenaar tegen het onrecht een meer dan onrechtvaardige strijd is. De machtsmiddelen zijn ongelijk verdeeld. Vandaar zijn behoefte om ook iets konkreets te kunnen doen aan bvb. de verbetering van de moeder-kind-relatie in de ontwikkelingslanden.
In een Nederlandse krant gaf hij negen jaar geleden uiting aan die onmacht om er daadwerkelijk wat te kunnen aan doen. Iemand van Unicef las dit en sedertdien is Herman lid van het dagelijks bestuur van deze wereldorganizatie.
Maar daarnaast is hij ook nog bedrijvig als lid van een andere organizatie, nl. z'n eigen produktie- en organizatiebureau «Harlekijn», waarin al z'n niet onaardige honoraria verdwijnen en waarmee allerlei nieuwe projekten worden mogelijk gemaakt

Hijzelf is in deze organizatie ingeschreven als artistiek direkteur en ontvangt uit hoofde hiervan doodgewoon een maandwedde. Net als een bediende. Overdreven luxe en Hollywood-achtige villa's met ingebouwd zwembad spreken hem niet aan.
«Er zijn andere idioten die evenzeer geld nodig hebben als ik » zegt van Veen en daarom wordt met zijn gages het produktiefonds van Harlekijn gespijsd, waarmee programma's van andere artiesten worden bekostigd, fonoplaten verdeeld, het Harlekijn-periodiek en het drukwerk « Dinges » uitgegeven. Dit laatste gevuld met teksten van hemzelf, alsook z'n tekstschrijver en fotograaf Rob Chrispijn. Het nieuwe programma van Herman van Veen zal daarom ook heten «Herman van Veen en Andermans in de Pijnshow ».
Voor de realizatie van deze verschillende projekten heeft « Harlekijn » alzo een groep mensen gebundeld die in dezelfde lijn willen werken en «kwaliteit» in Vlaanderen en Nederland willen stimuleren.
Op welk gebied ook. Want vooreerst zijn er de produkties van van Veen zelf, zoals z'n show en de toneelstukken « De Spinse» en « Jukebox 2008», waarvoor een aardig aantal akteurs moeten worden uitbetaald. « Dagboek van een Gek» van Gogol en «Verschaeve» van Bert Verhoye werden eveneens mogelijk gemaakt door Harlekijn.
Onder de Harlekijnvlag worden verder ook programma's voorgesteld zoals van Hauser Orkater, Luk Bral, Loeki Knol en diverse programma's barokmuziek.

En aangezien platenfirma's gewoonlijk enkel maar geïnteresseerd zijn in fonoplaten die min of meer vooraf reeds een grote winst kunnen verzekeren, heeft Harlekijn eveneens in eigen beheer platen uitgegeven van Satie, Reinbert de Leeuw, Joost Nuissl en de uitmuntende begeleidingsgitarist van Herman, Harry Sacksioni die echter (en daar worden nogal wat grapjes over gemaakt) nog z'n eerste jaar muziekconservatorium moet krijgen.