Philips Koerier
Albert van Dijken

HARLEKIJN EN CLOWN IN DE KLEINKUNSTWERELD

HERMAN VAN VEEN IS VEELZIJDIG

29 oktober 1971

Herman van Veen (26), die vijf jaar geleden als een onstuimige harlekijn de vaderlandse kleinkunstwereld binnenstapte, heeft een stevige wind pal in de zeilen. Met spel en zang, muziek en lichteffecten, dolle toeren en komische voordrachten, microfoons en geluidsversterkers weet hij zijn publiek een hele avondlang te boeien en te verrassen. Hij heeft zo zijn eigen stijl waar je niet onderuit komt. Nu eens loopt hij over de stoelleuningen de zaal in, dan weer lijkt het of hij staat te denken: wat kan ik nu eens uithalen. Dat komt dan in negen van de tien keren neer op het zingen van een liedje, doorgaans een gevoelig liedje met een dichterlijke tekst en een romantisch melodietje. Misschien niet altijd even sterk, maar wel steeds goed gezongen met een prettige, wat hese stem.


Een van de hoogtepunten van het jaar is voor hem het optreden in het Amsterdamse Carré geweest, een show waarvan door Polydor voor het eerst een live-plaat is gemaakt. Het is een dubbel-elpee (opnamen in de Phonogram-Stu- dio) in suggestieve hoes, met vier pagina's foto's, platen met sfeer, met speelse romantiek.
Herman van Veen kan het ene moment stil en weemoedig zijn, het andere ogenblik als een orkaan over het toneel razen. Soms vertelt hij met zachte stem, jammer genoeg moeilijk te verstaan. Hij heeft heel mooie liedjes als Jacob Olle, Rozegeur, Suzanne, Voor een verre prinses,. Helden, Cirkels. Dan eens zingt hij dat er geen medicijn bestaat voor oud en eenzaam zijn, een andere keer gaat het over de sleur van het alledaagse leven.

Talentvolle Lenny Kuhr, onlangs evenals Herman bekroond met een Edison, is in de beginperiode een van zijn regelmatige medewerksters geweest. Beiden komen uit de „Werkwinkel" van Janine en Nico Knapper.

Wat Herman van Veen overigens wil is een stap verder gaan dan de kleinkunst. Door zijn klassieke opleiding aan het conservatorium heeft hij gewoon meer expressie mogelijkheden. Hierdoor weten de mensen snel wat in een liedje belangrijk is. Zoals op de plaat „Als een schaduw valt de avond" om dan verder te borduren op het thema van een slapende idylle, een veel te dure flat, op rozegeur en maneschijn. Soms fluisterende zang, alsof hij zijn emoties niet wil prijs- geven, maar nimmer saai. Daarvoor staat ook de sterke begeleiding borg: met Eric van der Wurff die geweldig is op het elektronisch orgel, met Tonnie Koning die uitstekend drumt, met Jan van der Voort die niet alleen mooi meezingt maar ook krachtig basgitaar speelt, met een Laurens van Rooyen, al vele jaren vaste begeleider aan de piano, met trombonist Hans Koppes, met Gerard Jongerius, die aan het licht werkt, en anderen. Stelt Herman van Veen meer dan eens: „Je moet de mensen in een liedje duidelijk maken wat belangrijk is.
Ik ben geen cabaretier, maar een harlekijn, een nar. Dat vind ik nog steeds erg gaaf. Ik bespeel eigenlijk niet één instrument. Ik maak er gebruik van. Kijk maar, ik kan een paar instrumenten vasthouden. Maar echt bespelen? Dat is er niet bij. Het enige instrument waar ik technisch mee overweg kan is de viool. Maar als je het gaat vergelijken met het spel van een echte violist is het nog niks".

Deze artiest — die na een optreden nooit zijn handtekening, maar liever een hand geeft — zingt liedjes boordevol leven. Vlijtige stampers, die dank zij „Herman van Veen in Carré" steeds opnieuw te beluisteren zijn. De artiest, die niet rookt, soms een glas wijn drinkt, Piet Keizer als favoriet heeft en andersom, heeft aanvankelijk wat rondgedobberd tussen de klassieke muziek en het cabaret.

Volgende maand komt een boekje van hem op de markt, een soort lustrumviering. „Daar hoef je wat mij betreft geen stuiver voor te betalen. Maar als het gratis is zou het in ons land niet goed zijn. De band met Nico Knapper? Kijk, ik heb in twee jaar veel van hem geleerd. Waarachtig! Maar op een gegeven moment heb ik gezegd: Nico, ik ben het niet met je eens. Jij bent het trouwens ook niet met mij eens. Beste kerel, ons huwelijk loopt ten einde. Treur er niet om. Dat doe ik ook niet. Wij spreken een andere taal. Dan versta je elkaar niet meer. Tenslotte: ik ben Herman van Veen, geboren 14 maart 1945, 1.82 lang, 72 kilo, lichtblond, doorschijnend vlassig haar, helblauwe ogen, ietwat domme neus, en een vreselijk sensuele mond".



Albert van Dijken.