NRC HANDELSBLAD
Maarten Huygen

Willem Duys

29 juni 1999

Willem Duys dwaalt graag door het carboon van de lichte muziek. Ik associeer hem met Rita Reys, Pim Jacobs, Harry Belinfante, Charles Aznavour, Louis van Dijk. Chansons, roodpluchen jazz-klanken, musicals. Mijn jeugd ligt een flink aantal muzikale sedimenten hoger. Maar hij houdt niet van babyboemboem.


In een afscheidsdocumentaire van de Avro afgelopen zondag bracht hij in herinnering dat hij The Beatles had geweigerd voor het Grand Gala du Disque. Hij zag ze niet zitten. Goed, later ging hij wel met zijn tijd mee. "In de periode dat ik ze afwees, waren ze niet accepté", zei hij. "Ze zongen lullige liedjes en ik vond er niks aan." Liefst deed hij wat accepté was, op televisie, wat maar aandacht trok. Toch waren er naast de oude jazzy kolen die nog goed vuur gaven, veel nieuwe namen, ook uit Nederlands cabaret en zang van toen, Ramses Shaffy, Jasperina de Jong, Herman van Veen, Paul de Leeuw. Elton John ook. Uitstapjes naar klassieke muziek.

Zijn radioprogramma Muziek Mozaïek werd afgelopen zondag voor het laatst vanuit Zuid-Frank- rijk uitgezonden. Na37jaar. "Het valt me buitengewoon zwaar om afscheid te nemen van al mijn diérbare, tróuwe luisteraars", zei hij. Het begon altijd met "een goede morgen, trouwe muziekvrienden". In de documentaire bekende hij dat hij die vaste zinnen nergens op vond slaan. De vaste formule was zomaar ontstaan.

Ik kan me hem alleen pratend voorstellen. Gaten met woorden vullen. "Al sinds mensenheugenis zingt de mens. Ik doe het wel eens, u doet het waarschijnlijk ook. Zingen doen we allemaal", zag ik hem in een archiefopname zeggen. Een eeuwig bewegende mond en onzekere, naar aandacht hunkerende ogen. De afstandelijke ogen en de vrolijke mond zijn niet met elkaar in tune. In zijn televisietijd was een presentator een beleefde circusdirecteur voor het hooggeëerde publiek. Nu moet een presentator zichzelf spelen.
Zijn televisiepraatshow Voorde Vuist Weg, bij de goudvissenkom, wilde wel eens uitlopen. Een interview was een conversatie. "Ik wil gewoon lekker praten met Herman Krebbers over vioolspelen of zo", zei hij. Er waren archiefbeelden van freule Wttewaal van Stoetwegen, de oude Drees en dan die stunts met tijgers of dolfijnen. Afkappen kon hij niet, zei hij. De omstreden scheepsbouwer Verolme complimenteert Duys dat hij weet "wat het volk nodig heeft". Duys draait dan beschaamd zwijgend de ogen weg.

Hij vindt het een uitdaging om zinnen aan elkaar te breien. "Waarom zouden mensen zo mooi willen praten? Het is niet deftig of chique of zo. Maar kinderen vinden van wel." Alleen kinderen? "Ze zeggen dat het oubollig is hè", gaat hij door. Weer is het stil: "Och hou toch op oubollig, maar ja ik zeg zolang er nog zoveel mensen naar luisteren is het kennelijk redelijk."

Close Up gaf een interessant beeld over de ontwikkeling van de televisie in de tijd van de inmiddels 70-jarige Duys en het is jammer dat het zondagavond zo vroeg werd uitgezonden. Het is niet zomaar een afscheid van een gewaardeerd medewerker. Interviewster Tineke de Groot had goede vragen op de terrassen van zijn woonplaats St Paul de Vence. Hij wuifde zijn eigen verrichtingen weg, sarcastisch soms. Van televisieroem blijft weinig meer over dan een snelle bediening in het restaurant.
Toch school erbij Duys meer bitterheid onder de oppervlakte dan ik verwachtte. Misschien omdat zijn radioprogramma eindigt en omdat hij de documentaire ziet als een soort gouden horloge. De aantasting van zijn spraak door een herseninfarct is slechts licht merkbaar. Het was veel erger geweest, zei hij.

De documentaire verklaarde niet waarom Duys op zijn 49e op het hoogepunt van zijn loopbaan voor een vroeg pensioen plotseling naar Zuid-Frankrijk was vertrokken. Over zijn privéleven liet hij weinig los. We zagen hem met gepensioneerde expats die daar wonen het glas heffen en praten. Zij luisteren naar melodieën die nu verder bedolven raken.



Maarten Huygen