FRIESCH DAGBLAD

De bom valt nooit

29 mei 1997

. Krijgt Herman van Veen gelijk met zijn lied De bom valt nooit? Nederlands bekendste troubadour zong in het cynische lied jaren geleden over het geordende leventje onder de doem van 'de bom'. Die ordening raakte totaal ontwricht bij het bericht dat de bom nooit zou vallen. Droefenis, want we waren zo aan die bom gewend.


Nu de Russen hebben beloofd hun richtmechanismen uit de op Europa gerichte raketten te halen, zou je zeggen dat er alle reden is voor een uitgelaten volksfeest. De dreiging van de totale vernietiging die sinds de jaren '50 als een atoomwolk boven Europa hing, lijkt immers verdwenen? Reden genoeg voor een polonaise voor al die mensen die begin jaren '80 hebben meegelopen in de grote demonstraties tegen de komst van de kruisraketten.

Toch zijn er geen hossende menigten op straat. De vraag is hoe dat komt. Worden historische momenten alleen als zodanig beleefd als ze als een donderslag bij heldere hemel komen? In ieder geval is .het kernwapen als factor in de publieke opinie totaal verdwenen. Mensen maken zich tegenwoordig druk over werk en over een goed voorziene oude dag, over criminaliteit en gezondheid. Oorlogsdreiging en angst voor de nucleaire hel zijn onderwerpen die niet meer op verjaarsvisites besproken worden.
Dat is wel eens anders geweest. Het atoomwapen speelde 40 Jaar lang de hoofdrol in de spanning tussen Oost en West. Er waren toen maar twee partijen en beide partijen hadden de bom. En ieder- . een moest maar rustig gaan slapen, want omdat wij die bom hadden, zouden de anderen haar niet gebruiken. Complete strategieën met een eigen, krankzinnige logica werden ontwikkeld om elkaar stil te houden. De afschrikkingsgedachte kende haar perverse hoogtepunt in het verdrag dat Russen en Amerikanen verbood zichzelf te beschermen tegen kernraketten. Als de ene partij een schild had tegen de kernraket, dan was immers het evenwicht verdwenen. Dan liever allebei onbeschermd - en dus beschermd.

Vanuit NAVO-oogpunt gezien heeft de nucleaire strategie eigenlijk nooit gewerkt als het ging om de geruststelling van de burgerbevolking; de tweede poot van die strategie, naast de afschrikking van de vijand. Wie de opinieonderzoeken door de jaren heen bekijkt, ziet dat de angst voor oorlog en de bom bij iedere grote internationale crisis grote hoogten bereikte. In de jaren '80 keerde die angst zich zelfs tegen het atoomwapen van de eigen partij. De Verversing' van de nucleaire raketten in Oost en West stuitte op dusdanig verzet van de West-Europese bevolking, dat de Pershing II (wie kent die nog?) en de kruisraket (bekend in conventionele vorm uit de Golfoorlog) nooit in West-Europa kwamen. Aan de andere kant bleef de komst van de gevreesde SS-20's uit.

. . .en wat nu?

Anno 1997 is de angst voor het atoom vooral gericht op de verouderde arsenalen. Er zijn na de Koude Oorlog 18.000 atoomkoppen 'over'. Waar belanden die uiteindelijk? Hoe reëel is het dat het A- wapen straks het ultieme pressiemiddel gaat worden van terroristische groeperingen? Wat, als types als Saddam Hussein er een in hun verzameling opnemen? Verder is er bij deskundigen vrees voor ongelukken door veroudering: veel raketten in Rusland krijgen niet meer hun voorgeschreven onderhoudsbeurten.

De vrees voor de onverhoedse vernietiging is echter verdwenen. Nu de Russische raketten niet meer automatisch onze kant op komen (Leeuwarden was vanwege de vliegbasis een potentieel doelwit) is de kans op ongelukken veel kleiner geworden. De projectielen verdwijnen de ruimte in, mochten ze per abuis afgaan.
In de militaire strategie van de NAVO speelt het A-wapen overigens nauwelijks een rol meer. Voor 1990 hield de alliantie zich het recht voor te allen tijde kernwapens te gebruiken. Nu staan die - voor het merendeel buiten Europa - opgeslagen als laatste toevlucht'. We zullen ze vrijwel zeker nooit als eerste gebruiken. Trouwens, tegen wie? De klassieke oorlog tussen staten bestaat bijna niet meer. De Russen hebben nog wel kernwapens, maar op de intercontinentale monsters na, kunnen die hooguit naar Polen vliegen.

Er is nog een belangrijk verschil met vroeger: de kernwapens zijn hun rol als autonome aanjagers van de vijandschap tussen Oost en West kwijt. Er is geen dodelijke wurggreep meer. In de nieuwe verhoudingen in Europa is het kernwapen 'slechts' een van de vele problemen.

De wereld is er niet eenvoudiger op geworden nu de bom nooit zal vallen. Daarin heeft het liedje van Herman van Veen gelijk. Of de wereld veiliger is, is ook een vraag. Maar jammer is het dat het definitieve faillissement van Oppenheimers dodelijke uitvinding zo gelaten langs ons heen gaat. Er zou toch best het glas op geheven mogen worden.