Algemeen Dagblad
Henk Spaan

KLANK GAAT VOOR BETEKENIS

28 aug 1989

Tweemaal deze week stuitte ik op de naam van Willem Wilmink, de man die door sommigen ten onrechte niet voor de grootste levende dichter van ons taalgebied wordt gehouden.
De eerste keer kwam ik hem tegen toen ik mijn dochtertje voorzong uit de bundel 'Toen wij van Rotterdam vertrokken', Nederlandse liedjes uit de twintigste eeuw. Ik vertolkte het op pagina 191 voorkomende liedje 'Pijn, Suzanne' van Youp van 't Hek. Mijn dochter begon te huilen. Snel sloeg ik de bladzijde om en zag 'Hilversum III' van Herman van Veen. Ik zong en het kind lachte. De tekst van 'Hilversum III' is van Willem Wilmink.



De tweede keer dat ik zijn naam zag, was in het studentenblad Propria Cures, dat Wilmink kennelijk om een gedicht had gevraagd. De dichter stuurde een produkt Uit 1957, een liefdesverklaring aan Hedy d'Ancona welk vers in die dagen door de redactie van Propria Cures niet geschikt was bevonden voor plaatsing. Dat snap ik, zal menigeen opmerken: wie wordt er nu in hemelsnaam verliefd op Hedy d' Ancona? Ter Wilminks verdediging kan ik slechts aanvoeren dat hij uit Twente komt. (He's from Barcelona, you know). Minder begrip heb ik voor het refrein van 'Hilversum III'. Zoals bekend gaat het liedje over de tijd dat ambachtslieden nog zongen, in plaats van naar de radio te luisteren.

Dit is het refrein:
" Hilversum III bestond nog niet Maar ieder had zijn eigen stem Op elke steiger klonk een lied Van paljas en Jeruzalem". Herman van Veen kan dit overtuigend brengen, maar hij kraamt wel meer onzin uit. Neem me niet kwalijk, zeg, ik heb oog voor de geraffineerde binnenrijmen bestond/klonk en steiger/eigen, maar sinds wanneer zingen bouwvakkers van Paljas? Om van Jeruzalem maar te zwijgen. Een godgloeiende godver hoor je vaak van steigers afkomen. Bedoelt Wilmink dat? Ik ben bang van niet.

Wat zijn dat trouwens voor liedjes over Jeruzalem? Kerstliedjes? Het Israëlische volkslied? God zal het weten. Ook liedjes over Paljas zijn mij niet bekend. Paljas zelf ook nauwelijks. Ik heb gehoord van de clown Grock en van Toon Hermans. Zelfs al zijn zij van vóór Hilversum III, liedjes over hen waren er toen beslist niet. Ik heb dat nagevraagd bij mijn oma.

Dit refrein berust op onzin. Wilmink heeft voor klank gekozen, in plaats van voor betekenis.

Hier volgt mijn strafdicht, Willem Wilmink De nieuwe Nijhoff?
Pom
Kom!
Slechts van het lévend Dichtersdom Verdient de Twent De hoogste lof.



Henk Spaan