Parool Jan Bart Klaster |
En toch zingt Herman prachtig |
27 november 1985 |
Wie aan Herman van Veen komt,
komt aan mij! Per slot van rekening woonde hij heel dicht bij mij
in de buurt, heb ik zijn eerste
stappen op weg naar de roem van
nabij meegemaakt, zat ik jarenlang in de schoolbanken naast
Erik van der Wurff, zijn ongeėvenaarde pianeur, en doet Herman
gratis voor niks van alles voor
Unicef. Dus u begrijpt...
Natuurlijk, ik weet ook wel dat het de laatste jaren niet echt fantastisch is verlopen voor Herman. Half gelukte shows, een afgangetje in New York, genadeloze kritieken. Maar dat hoeft nog geen reden te zijn hem af te schrijven. Daarvoor heeft Herman nog te veel noten op zijn zang. Luister maar naar zijn laatste lp De Wisselaars. Ronduit schitterend wat Herman, Erik en al die andere voortreffelijke muzikanten ons voorschotelen. Op zijn voorgaande 25 langspelers wilde Herman nog wel eens uit de band springen, een onzinliedje zingen, maar over De Wisselaars ligt een waas van melancholie en zachtaardig sarcasme, die geen ruimte laten voor vrolijkheid. De hoge kwaliteit van de plaat is voor een niet onbelangrijk deel ook te danken aan de teksten van Sjoerd Kuyper en Willem Wilmink. Met name de laatste is in goede handen bij Herman. Zo eindigt het titelnummer - op de wijs van nu sijt wellekome - met de niet mis te verstane regel: Niets dat mij kan troosten Helaas past het nummer Geen Baan, dat ook als single-tje is verschenen, niet bij al dit moois; gewone nederpop. Maar een kniesoor die daarop let. JAN BART KLASTER Herman van Veen: De Wisselaar Harlekijn 827019-1. |