de Volkskrant
Ruud Gortzak

Liedteksten van Chrispijn stammen uit ik-tijdperk



27 november 1984
Liedteksten verzamelen en vervolgens uitgeven zonder de bijbehorende muziek blijft een vreemde zaak. Natuurlijk is het waar dat bij het lezen van de meer bekende teksten de melodielijn onmiddellijk in het hoofd meeklinkt, maar vaak blijft het raden hoe de tekst als lied heeft geklonken.


Het kost geen enkele moeite om bij Helden de melodie mee te neuriën-en bij Cirkels hoor je als het ware niet alleen Van Veen maar ook José Feliciano zingen. Heel anders is het echter met Spui 66 of met Probeer je te herinneren. Ondanks vele pogingen herinner ik me van de muziek niets.

Dit laatste is dikwijls het geval bij het lezen van de nu gebundelde liedteksten van Rob Chrispijn, een „in kleine kring bekende en gewaardeerde tekstdichter", zoals de achterflap van het boek niet nalaat te melden.

De in 1944 in Wenen geboren Chrispijn laat zich in de bundel kennen als een typische vertegenwoordiger van het Ik-tijdperk. In het boek staan meer dan 130 teksten die hij in de laatste vijftien jaar schreef. Of het alle teksten zijn of slechts een keuze, en van wie de keuze dan is, wordt niet duidelijk. Van dat aantal is in bijna dertig gevallen al in de eerste regel sprake van het woordje ik.
In meer dan de helft hiervan is ik zelfs het eerste woord van de tekst: Ik had een woordenwisseling; Ik ken een man; Ik zag op de televisie; Ik ken iemand (bis); Ik had voor jou de eerste willen wezen; Ik ben een artiest sinds een week of zeven; Ik viel in een gat van zesduizend zielen; Ik kreeg een uitnodiging; Ik wil mijn hielen lichten; Ik moet in mijn agenda kijken; Ik liep je tegen het lijf; Ik hou van hemelsbreed; Ik ben de stem van het geweten; Ik las laatst een brief door een meisje geschreven; Ik was laatst bij de dokter; Ik weet niet wat er in je omgaat; Ik vond op straat een portefeuille.

Dit soort openingszinnen laat net zo weinig twijfel over het onderwerp als de openingszinnen: Roerloos lig ik in mijn bed: De laatste keer dat ik je zag: en Roerloos lag ik in mijn bed, om er enkele te noemen. En dan zullen we de teksten waarin de ik-persoon later als onderwerp wordt opgevoerd maar buiten beschouwing laten.

Wie de dikwijls romantische, soms sociaal bewogen liederen leest, hoort in gedachten regelmatig de stem van Herman van Veen. Hij is dan ook door de jaren heen een trouw vertolker geweest van door Chrispijn geschreven verzen. Teksten die niet zelden de indruk wekken gemaakt te zijn om juist door deze romantische en sociaal bewogen troubadour gezongen te worden.
Maar niet alleen Van Veen had werk van Chrispijn op het repertoire. Ook zangeressen als Liesbeth List, Lenny Kuhr, Loeki Knol en Ramses Shaffy kozen liedteksten van zijn hand, waarschijnlijk juist die waaruit een gevoel spreekt dat de vertolkers herkenden.

In vijftien jaar liedteksten laat Chrispijn zich kennen als een man die eerst nog wel buiten rondkeek (Spui 66, Kersvers van Marakech, In het park, Naar de foelm) maar toch al snel vanuit zijn kamer de wereld ging beschouwen (Oud zeer, Een ochtend vol van liefde, Rozegeur, Alles).

Hij ontdekt in die wereld angst, eenzaamheid, pijn om verloren gegane liefdes, soms wat ogenblikken van geluk en warmte, maar verder voornamelijk veel verdriet over ouder worden, ziek zijn, sleur en persoonlijk geraakt zijn. Slechts zo nu en dan behandelen de gepresenteerde teksten een algemeen probleem: De vluchteling, De regels van het gesticht, Te loom, Man en macht, Intercontinentaal, Koninginnedag.

De meeste liedjes zijn echter toch te beschouwen als klachten over een bestaan waarin de lente van de jeugd snel heeft moeten plaatsmaken voor de winter van de volwassenheid waarin het haast onmogelijk wordt de kracht te vinden „om zich te geven zonder jamaar, stil en tastbaar", zoals Chrispijn dat noemt in Hartje winter.

In het boek is ook een serie foto's opgenomen die de indruk moeten wekken dat Rob Chrispijn een hemelbestormer, een zwever, een los van de aarde levend mens met een hoofd vol luchtkastelen wil zijn. Uit zijn teksten komt hij niettemin voornamelijk als een zeer aards wezen tevoorschijn.



RUUD GORTZAK


„Chrispijn; 15 jaar liedteksten." Uitgeverij Harlekijn. Prijs ƒ 25,90