AD
mediaredactie

Muzikale documentaire over Foster ParentPlan

27 sep 1990

HILVERSUM - Toen regisseur Ruud van Gessel naar India vloog om er voorbereidingen te treffen voor de opnamen van de Vara-documentaire "Steen voor Steen", besloeg zijn scenario slechts een velletje papier.


Hij had in een beknopt, poëtisch verhaal beschreven hoe een programma over twee projecten van Foster Parents Plan (FPP) eruit zou kunnen zien, maar liet veel ruimte open voor improvisatie. "Als je met Herman van Veen werkt, kan dat niet anders", aldus de regisseur.


Projecten


"Steen voor Steen,, is volgens Van Gessel een 'muzikale documentaire'. Herman van Veen belicht in het programma projecten van FPP in de Indiase stad Madras en in de dorpen rond het Indonesische Yokyakarta. Dat gebeurt op een vrolijke, speelse manier. De beelden van de ontwikkelingsprojecten worden afge-wisseld met informatie over de cultuur van de bewoners van beide landen en een aantal liedjes dat Van Veen speciaal voor dit programma heeft geschreven. Van Veen verbond zijn naam in het verleden aan organisaties als Unicef en de Stichting Columbine en ziet zijn werk voor FPP dan ook als "een uitstapje naar een bevriende organisatie,,. Van Veen: "Ik stapte eigenlijk met wat sceptische gevoelens in het vliegtuig. Mijn ervaring met veel ontwikkelingsorganisaties is dat hun verhalen zijn doorspekt met ijdeltuiterij. Eenmaal in Indonesië was ik echter snel onder de indruk van de effectiviteit van het werk van FPP." Van Gessel: "Vooral omdat het werk wat FPP bekostigt, wordt uitgevoerd door mensen uit het gebied en niet door Hollanders of andere buitenlanders, gaat het perfect.
Dat was het eerste wat mij opviel toen ik de projecten bezocht. Je ziet meteen dat het werkt, dat de mooie verhaaltjes uit de folder waar zijn. Daarom was het ook zo leuk om dit programma te maken."


Hoofdrol


In het scenario van Van Ges-sel speelt een steen de hoofdrol. "Die steen scheert over het water van het ene naar het an-dere continent en verbindt zo de kinderen in die twee landen met elkaar. Dat is een speels element, waar Herman een prachtig lied bij heeft geschreven. Daardoor heeft deze scène een hele belangrijke betekenis in het programma gekregen", aldus de regisseur.

In "Steen voor Steen,, is geen enkel fragment geënsceneerd. Daarom was het ook moeilijk om het programma in een uitgebreide synopsis te beschrij-ven. VanGessel: "Dit is een programma over mensen. Dat kun je niet ensceneren. Je bent met een cameraman ver van huis en dan is het een kwestie van kijken wat er gebeurt. Je hebt daarbij niets aan een draaiboek. Er zijn natuurlijk dingen die je kunt plannen of verwachten. Zo wisten we dat we wilden filmen bij een van de filmmaatschappijen in Madras. Daar is het 'Hollywood' van India gevestigd en film speelt een belangrijke rol in het leven van de Indiërs. Die dingen kun je van tevoren bedenken, maar wat er verder in het programma te zien is, diende zich ter plekke aan." Presentator Van Veen heeft ook een belangrijk stempel op het scenario voor de documentaire gedrukt. Van Gessel en Van Veen maakten eerder samen voor de Vara onder andere het liedjesprogramma Blauwe Plekken en het kinderprogramma Rode Wangen. Van Gessel: "Ik heb de afgelopen jaren gemerkt dat Herman daarin precies aan en dat is heel belangrijk."


Nooit stil


Het viel Van Gessel op in de tropen dat het er nooit stil is. "Je hoort altijd wel dieren, fietsbellen, auto's of krijsende kinderen. Dat gaat 24 uur per dag door en dat hebben we ook in de documentaire verwerkt." Terugkijkend op de reis toont de regisseur zich vooral onder de indruk van de gastvrijheid van de bevolking van India en Indonesië. "Vooral in India zijn de men-sen verschrikkelijk arm. Het enige wat ze iedere dag eten is een kom rijst en een soort koek. En dan bieden ze ons nog die koek aan. Gelukkig kunnen wij die helemaal niet eten, omdat het deeg wordt aangemaakt met het vieze water dat ze ergens uit een put halen. Dat was een goede reden om het te weigeren. Men is anders namelijk ook nog beledigd dat je het niet aanneemt.''

"En hoe arm men ook is, als de televisie op bezoek komt, zorgt iedereen dat hij er op z'n paasbest uitziet. In de film is een jongetje te zien dat voor het eerst van zijn leven op schoenen loopt. Die heeft z'n moeder bij een buurvrouw ge-leend, alleen omdat haar kind op televisie komt. De hele buurt heeft het gezin van kleding voorzien, zodat ze goed voor de dag kunnen komen", aldus Van Gessel.

Van Veen: "Je kijk op het leven verandert drastisch als je in een ontwikkelingsland komt. Dat is onvermijdelijk. Op Java zie je bijvoorbeeld prachtige kinderen. Schatjes van een jaar of acht, die eruit zien alsof ze vier zijn. Omdat ze niet genoeg te eten krijgen en in een smerige omgeving wonen. En dan de stank. Dat is iets wat je helaas niet via de televisie kunt overbrengen, maar het is het ergste van alles. De waarheid is veel erger dan je op televisie kunt laten zien."