Vara Magazine
QEERT-JAN BRON

Het heeft zin!

27 sep 2003

VARA TV Magazine laat bekende bewonderaars hun beroemde bewonderde ontmoeten. Deze week bezoekt Claudia de Breij (beurtelings met Dolf Jansen presentatrice van - nieuw vanaf maandag' op Ned. 3 - 'VARA Laat') haar held Herman van Veen. 'Hoe kom jij zo vrij van cynisme?'

Wanneer Claudia de Breij voor het eerst door Herman van Veen werd beïnvloed? 'Dat moet ver voor mijn conceptie zijn geweest,' schat de cabaretière. Zoals zoveel vrouwen viel moeder De Breij in de jaren 70 als een blok voor de zingende clown. Zo moeder zo dochter, en dus glibbert De Breij deze dinsdagmiddag op stadse laarzen de oprijlaan van het landgoed van de zanger in Soest op. Het universum van Van Veen omvat een weelderige tuin, een boerderij die zo uit een woonblad lijkt geknipt, een eigen theatertje, een keur aan vrolijke beesten en een chique werkstulp waar Van Veen deze middag zijn theaterwetten aan De Breij openbaart.

De Breij
'Liedjes zijn voor mij een soort bijbel. Voor iedere stemming heb ik wel een liedje, en veel daarvan komen van jou. Momenteel zit het nummer Een hele grote kus in mijn hoofd: "Als ik eraan denk dat jij eens dood zal zijn, lieve papa, dat jij eens dood zal zijn, lieve mama..." In mijn nieuwe theaterprogramma wilde ik ook iets over mijn ouders schrijven, maar dit lied zat mij daarbij in de weg: twaalf regels en alles zit erin.'
'Ik vind het mooi als iemand geïnspireerd raakt door iets wat ik heb gezongen of gezegd. ledere artiest heeft zijn eigen voorbeelden, zo is het bij mij vroeger ook gegaan. Ik had drie aanleidingen om te gaan doen wat ik nu doe. De eerste was het verhaal dat mijn vader mij dikwijls vertelde over Buziau. Aan het begin van de oorlog liep hij met een portret van Hitler het toneel van Carré op en vroeg aan het publiek: "Waar moet ik hem ophangen?" Dat vind ik zo'n indrukwekkend verhaal. Charlie Chaplin is de tweede die mij heeft geïnspireerd. Naarmate ik ouder word, bewonder ik hem meer en meer. Die man was zo maatschappelijk betrokken, die heeft nooit een grap gemaakt zonder dat daar een bepaalde misstand aan ten grondslag lag. De derde die mij een flinke por heeft gegeven, was Toon Hermans. Nu ik ouder word, merk ik dat er een bepaalde sfeer in mij zit die met hem te maken heeft.'

De Breij
'Ik zoek in het theater ook een soort authentieke kant van mezelf, en wil bijvoorbeeld niet makkelijk gebruik maken van de actualiteit. Je hoeft soms maar een naam te noemen, en het publiek ligt al dubbel. Het is verleidelijk om te doen, maar ik probeer dat juist te vermijden.'

Van Veen

'Je scoort dan succes, maar je bent ook snel thuis. Je doet daarmee geen beroep op de verstandelijke vermogens van het publiek. Het gaat niet over hen. En volgens mij dient het in het theater over de beleving van de kijker te gaan. Als het goed is, roept een lied of tekst bij iedereen een eigen voorstelling op.'

De Breij

'Je hebt niets met die nieuwe lulligheid, met mensen als Brigitte Kaandorp en Herman Finkers?'

Van Veen
'Ik heb niets met grappen maken om de grap. Maar wat me bij deze mensen wel aanspreekt is hun minimalisme. Ik ben erg gesteld op Herman Finkers. Veel mensen denken dat zijn humor een bedacht concept is, maar die man ziet de wereld zo. Nieuwe lulligheid vind ik eerder van die camp-achtige dingen die nu in de mode zijn. Ik zie bijvoorbeeld niet in waarom een Play-backshow interessant kan zijn, net zo min als het ironiseren daarvan vanuit een intellectueler concept. Ik vind dat geestelijke armoede. Idols? Sorry, wat is Idols? Heb ik iets gemist?'

Van Veen
'Op het toneel is er maar één wet, en dat is van woord naar woord zingen. Je moet niet bezig zijn met wat er na de pauze moet gebeuren. Zie het als hoogspringen: niet de sprong is het probleem, maar die vijf stappen die je daarvoor zet. En wat bij mij heel goed werkt, is dat ik zie wat ik zing. Als ik het over mijn moeder heb, dan zie ik haar voor me met de benen over elkaar in die wonderlijke stoel. En als ik haar niet zie, dan begin ik zo'n lied gewoon opnieuw.'

De Breij

'En heel praktisch gezien: hoe ziet je schema eruit in de aanloop naar je voorstelling? Want ik heb moeite daar een goed ritme in te vinden.'

Van Veen
'Misschien kom je te laat in het theater. Ik ben er al om drie uur, en ik bekijk dan eerst de afstanden die ik die avond af moet leggen. Ik wil voorkomen dat ik tijdens een voorstelling mijn nek breek in de coulissen. Daarna begroet ik de directeur en de mensen van de kassa. Vervolgens installeer ik me in mijn kleedkamer. Dat zijn vreselijke ruimtes, die ik zoveel mogelijk mijn eigen sfeer probeer te geven. Ik heb mijn eigen bed mee, en lampen, kaarsen en handdoeken. Die spullen stal ik allemaal uit. Om half vijf eet ik in mijn kleedkamer, ik dineer nooit buiten de schouwburg. Van half zes tot half zeven word ik gemasseerd door een plaatselijke fysiotherapeute. Altijd een vrouw, mannen willen namelijk altijd iets laten zien en daar leen ik mijn lichaam niet voor. Als laatste doe ik dan de soundcheck. Al met al een heel ritueel. Ik kan er ook slecht tegen als het schema verandert. '

De Breij
'Ik zou ook het liefst in et theater eten, maar de leden in de band vinden dat dineren buiten de deur juist een deel van de lol. Terwijl ik vlak voor een voorstelling eigenlijk helemaal niet gezellig ben, en ook helemaal geen honger heb. En naderhand moet ik me dan inhouden om niet de bak met gehaktstaven bij de Shell te plunderen.'

van Veen
'Met een band op pad zijn is ontzettend lastig. Jij hebt namelijk een andere opdracht dan de muzikanten, jij moet een taal overbrengen. Tegelijkertijd ben je het hoofd van de familie. Je moet ervoor zorgen dat de sfeer deugt, anders lukt het met de taal ook niet zo'n avond. Weetje wie daar goed in was? Wim Sonneveld, dat was een echte reisleider.'

De Breij
'Op de middelbare school droomde ik ervan in grote theaters te staan, en dat iedereen mij ontzettend gaaf zou vinden. Nu sta ik in oktober voor het eerst in de Amsterdamse Kleine Komedie. Geweldig natuurlijk. Maar ik weet nu dat mijn motivatie van binnenuit komt. Ook als er maar een paar gekken in de zaal zouden zitten, blijf ik optreden.'

Van Veen
'Zingen is voor mij een gezondheidskwestie. Als ik het podium niet meer zou hebben, denk ik niet dat ik leven nog zo leuk zou vinden.'

De Breij
'Ik heb het voor mijn gevoel erg getroffen in dit leven. Ik heb energie over, ik wil de anderen daarom ook wat geven. Maar als ik dit zo zeg, klinkt het meteen zo verheven.'

Van Veen
'Je kunt het vergelijken met een vogel. Die fluit zijn mooiste wijsje om te zeggen: kijk mij eens. En dan hoopt-ie dat er een ander voorbij komt vliegen die denkt: te gek, wat fluit die vogel mooi. Bij ons is het niet anders: we zingen om ons bestaan te bevestigen.'

De Breij
'Hoe komt het toch dat je zo vrij van cynisme bent? Je bent in je leven veel geprezen, maar ook vaak verguisd.'

Van Veen
'Ik blijf altijd bij mezelf. Ik heb bepaalde overtuigingen en die gaan soms in tegen de tijdgeest. Ik was bijvoorbeeld heel fel in mijn afwijzing van de oorlog in Irak. Dat is me door heel veel mensen niet in dank afgenomen. Maar ik heb daar geen problemen mee. Ik heb diverse keren van journalisten op mijn flikker gekregen, omdat ik niet aan de verwachtingen voldeed. Ik denk dan: dat zijn jullie verwachtingen, niet die van mij. Ik zing wat mij gebeurt, ik vertel wat ik denk, voel en zie.' 'Ik heb natuurlijk ook weinig te klagen. Ik ben 58, ik doe dit werk al veertig jaar en op de een of andere manier zijn mijn zalen altijd uitverkocht. Ik ben hartstikke gezond, ik heb lieve kinderen, er zijn mensen die van mij houden en ik heb te weinig tijd om te kunnen doen wat ik zou willen doen. Maar ik ben ook een realist hoor. Als ik zo'n manipulerende redevoering van Bush hoor, word ik daar heel treurig van.'

De Breij
'Je bent zo betrokken bij wat er in de wereld gebeurt, het verbaast me dat je daar niet emotioneel aan ten onder gaat. '

Van Veen
'Dat komt omdat ik weet dat ik een verschil kan maken: voor een persoon, voor een klas, voor een school, voor een dorp. Laat ik een voorbeeld geven: mijn vrouw en ik hebben ooit een Vietnamese familie geadopteerd, eenv rouw met drie kinderen. Ik was voor Unicef in Manilla en ze waren daar van plan die mensen in hun roeibootje terug de zee op te sturen. Met de mensen van Unicef hebben we dat weten te voorkomen. Uiteindelijk heb ik die mensen in huis genomen. Voor die vier mensen heeft mijn bestaan een verschil gemaakt. Zo kan ik in mijn leven honderden voorbeelden geven, waarbij de opbrengst van een liedje of van een concert mensen heeft geholpen. Als ik dat kan, moeten zeer veel anderen dat ook kunnen.'

De Breij
'Alleen weten veel mensen dat niet van zichzelf.'

Van Veen 'Precies. De mensen hebben niet zo'n hoge pet op van zichzelf. Onterecht. Ik zou tegen iedereen willen zeggen: doe iets, het heeft zin!'



QEERT-JAN BRON